Mens en omgeving - adviseren

Mens en omgeving - adviseren


adviseren
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Mens en omgeving - adviseren


adviseren

Slide 1 - Slide

Leerdoel
  • Je wordt je bewust van adviseren en verkopen
  • Je wordt bewust van de technieken rondom adviseren
  • Je weet wat lactosevrij, glutenvrij, vegetarisch en veganistisch eten inhoudt 
  • Je bent in staat om een passend recept te zoeken

Slide 2 - Slide

Wat betekent 'iemand een advies geven?'

Slide 3 - Mind map

Advies
De ander raad geven / aanwijzingen geven
Je zegt dit tegen de ander om de ander te helpen

mensen hoeven jouw advies niet uit te voeren.

Slide 4 - Slide

Advies
  • Werkt het beste als de ander ervoor open staat
  • moet aansluiten bij dat wat de persoon zelf verteld heeft
  • vraag eventueel hoe de ander jouw advies vindt
  • Geef realistische adviezen
  • geef zo min mogelijk ongevraagd advies 

Slide 5 - Slide

Annet (werkzaam in het congreshotel) geeft advies en probeert gasten te wijzen op de mogelijkheid om gebruik te maken van het restaurant. 
Annet (werkzaam in het congreshotel) geeft advies en probeert gasten te wijzen op de mogelijkheid om gebruik te maken van het restaurant. Zij mag dan ook wel eens daar eten om gasten goed te kunnen voorzien van advies. Zij wil de maaltijdsalade gaan proeven. Gasten vragen vaak naar zaken zoals; Lactose, gluten, vegetarisch en veganistisch.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat zijn gluten?
A
meel
B
granen
C
eiwit
D
melk

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Wat is lactose?
A
Melk
B
Koolhydraat
C
Eiwit
D
Gist

Slide 10 - Quiz

Lactose
Zit in melk en melkproducten 
Brood, gebak en koekjes 
Margarine, soepen en sauzen

Slide 11 - Slide

Wat betekent vegetarisch

Slide 12 - Mind map

Wat betekent veganistisch

Slide 13 - Mind map

Vegetarisch/veganistisch
Vegetarisch = geen vlees en vis
Veganistisch = geen dierlijke producten zoals vlees, vis, ei, melk, leer.

Slide 14 - Slide

Aan de slag
  • opdracht 1 5 - boek
  • opdracht 16 - It's learning 
  • opdracht 17 - boek
  • opdracht 18 - word af laten tekenen door docent

Slide 15 - Slide

Benoem 1 ding wat je geleerd hebt deze les

Slide 16 - Open question