Ma 7 april Hoofdgedachte van een tekst

Hoofdgedachte
Wat is een hoofdgedachte?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdgedachte
Wat is een hoofdgedachte?

Slide 1 - Slide

De hoofdgedachte.



De hoofdgedachte van de hele tekst is het belangrijkste wat er over het onderwerp gezegd wordt.

Slide 2 - Slide

Hoofdgedachte
* De hoofdgedachte van de tekst is de kortst mogelijke samenvatting in één zin.
Je vindt de hoofdgedachte door heel precies (intensief) te lezen.
Voorbeeld hoofdgedachte:
Veel leerlingen zijn blij dat eindelijk weer naar school mogen. 

Slide 3 - Slide

Wat zou er bedoeld worden met
Hoofdgedachte is vaak te vinden:

  • in de inleiding of het slot van de tekst

Vraag bij hoofdgedachte:
Wat is het belangrijkste wat er in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?



Slide 4 - Slide

Weet je het nog? 
Tekstdoel
Tekstvorm
Tekstsoort
Publiek 

Slide 5 - Slide

Tekstdoelen
Schrijf een aantal tekstdoelen op.

Wat wil de schrijver?
Schrijf achter de tekstdoelen wat de schrijver wil bereiken bij de lezer.
Geef voorbeelden
Schrijf achter de tekstdoelen voorbeelden van verschillende teksten.

Slide 6 - Slide

Tekstdoelen (blz. 59)
  • Een schrijver schrijft een tekst met een reden. 
Deze reden noem je het tekstdoel.
  • Er zijn verschillende tekstdoelen, bijvoorbeeld:
  1. Informeren
  2. Activeren/overhalen
  3. Amuseren

Slide 7 - Slide

Wat is het tekstdoel?

timer
0:30
A
Informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 8 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 9 - Quiz


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 10 - Quiz

Tekstdoel?

A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 11 - Quiz

Tekstdoel?
A
activeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 12 - Quiz


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 13 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 14 - Quiz

Alineaopbouw
* alle eerste zinnen samen = samenvattting

Slide 15 - Slide

In een samenvatting
A
verwerk je kernzinnen.
B
komen hoofdzaken te staan.
C
Zet je veel voorbeelden.
D
komen hoofdzaken en bijzaken te staan.

Slide 16 - Quiz

Wat is een samenvatting?
A
Een korte tekst
B
Een belangrijke tekst
C
Een interessante tekst.
D
Het belangrijkste van een tekst.

Slide 17 - Quiz

Samenvatting
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 18 - Quiz

Huiswerk voor do 10 april
Maken opdr. 3 en 4

Samenvatten, hoe doe je dat?

Slide 19 - Slide