Formatieve toets Zuid -Amerika vwo

Formatieve toets Zuid -Amerika vwo
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Formatieve toets Zuid -Amerika vwo

Slide 1 - Slide

Bij de vorming van het Andesgebergte ontstond aan de .............van het gebergte een zogenaamd voorlandbekken.
A
noordkant
B
zuidkant
C
westkant
D
oostkant

Slide 2 - Quiz

de verwering van gesteenten op de Altiplano vindt vooral plaats door chemische verwering.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Dit is de Altiplano. Wat voor een soort landschap is dit?
A
woestijn
B
mangrove
C
droge steppe
D
tropisch regenwoud

Slide 4 - Quiz

Waar groeien mangroves?
A
In zoetwatermeren
B
in woestijnen
C
Langs tropische kustlijnen in zoutwater
D
in bergachtige gebieden

Slide 5 - Quiz

Caatinga, ook wel
het 'witte woud' genoemd
in Brazilië kent een
A
Af-klimaat
B
Aw-klimaat
C
BS-klimaat
D
Cf-klimaat

Slide 6 - Quiz

Wat is de goede volgorde van noord naar zuid?
(Ilanos = grasland)
A
Pampa-caatinga- selva -cerrado-
B
Caatinga- selva -cerrado -pampa
C
Selva -cerrado-pampa-caatinga
D
Selva -cerrado-caatinga -pampa

Slide 7 - Quiz

Wanneer ligt het ITCZ het meest
naar het zuiden van Zuid-Amerika,
waardoor Lima droge maanden heeft?
A
in januari
B
in maart
C
in juli
D
in september

Slide 8 - Quiz

Tot welke bevolkingsgroep horen de meeste grootgrondbezitters
A
Indianen
B
Witte bevolking
C
Zwarte bevolking
D
Mestiezen

Slide 9 - Quiz

Grootgrondbezitters verjagen vaak kleine boeren van hun grond om aan grotere percelen te komen.
Dit doet zich vooral voor in de:
A
Caatinga
B
Cerrado
C
Amazone
D
Llanos

Slide 10 - Quiz

2 beweringen:
1. Regionale ongelijkheid in Zuid -Amerika is mede ontstaan door de komst van MNO's
2. Het beleid van importsubstitutie heeft niet gewerkt.
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering is juist bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist bewering 2 is juist

Slide 11 - Quiz

2 beweringen:
1. Wanneer je in een land de regionale ongelijkheid zichtbaar wil maken op een kaart, dan moet je gebruik maken van het BRP/hoofd
2. Wanneer je de regionale ongelijkheid tussen de landen van Zuid-Amerika zichtbaar wil maken, dan gebruik je het BBP/hoofd

A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 12 - Quiz

Tijdens de Spaanse overheersing was er in de praktijk sprake van
A
een formele machtsstructuur en populisme
B
een niet-wettelijke machtsstructuur, oligarchie en clientelisme
C
een democratie en neopopulisme

Slide 13 - Quiz

2 beweringen:
1. Tijdens de koloniale periode was de handelsbalans meestal positief
2. Bij het centrum-periferiemodel is er sprake van ongelijkheid op verschillende schaalniveaus
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering is juist bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist bewering 2 is juist

Slide 14 - Quiz

Waardoor verloopt het proces van democratisering in Zuid -Amerikaanse landen moeilijk?
A
Door het koloniale verleden
B
Door komst MNO's
C
Door de dictaturen in de landen
D
Door de conflicten in de landen

Slide 15 - Quiz

Welk gebied heeft een gunstigere ligging met het oog op de global shift?
A
Zuidoost -Azië
B
Zuid -Amerika

Slide 16 - Quiz

De sociale polarisatie neemt in Zuid-Amerika eindelijk af. Welk politiek systeem draagt daaraan bij?
A
Neoliberalisme
B
Bottom-up democratisering
C
Oligarchische regimes
D
Clientelisme

Slide 17 - Quiz

Wat is een belangrijk kenmerk van neoliberalisme?
A
Focus op vrijhandel en beperkte overheidsbemoeienis.
B
Versterking van vakbonden en overheidsinvloed.
C
Sterke regulering van de financiële markten.
D
Afschaffing van alle internationale samenwerking.

Slide 18 - Quiz