5.2 Hoeveel wordt er gehandeld?

5.2 Hoeveel wordt er gehandeld
Nederland handelsland
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.2 Hoeveel wordt er gehandeld
Nederland handelsland

Slide 1 - Slide

De waarde in euro's van alle geïmporteerd producten noem je:
A
Exportwaarde
B
Importwaarde
C
Importeur
D
inkoopwaarde

Slide 2 - Quiz

Wat is waar?
A
De betalingsbalans heeft een tekort als de export groter is dan de import
B
Op de betalingsbalans staat de waarde van de uitvoer en import
C
De betalingsbalans is altijd in evenwicht

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

5.2 Hoeveel wordt er gehandeld
Internationale handel = import en export tussen landen
Nationaal inkomen = dat zijn alle inkomens van de inwoners van een land
Open Economie = veel import en export
Gesloten economie = weinig import en export


Slide 5 - Slide

5.2 Hoeveel wordt er verhandeld
Internationale handel groeit o.a. door;
- communicatie; internet super snel info. delen
- Transport; schepen en vliegtuigen worden steeds groter en sneller

Internationale concurrentie positie; beter en of goedkoper produceren dan andere landen
Dit kan door; goed onderwijs, goede zorg, goede infrastructuur en voldoende investeringen

Slide 6 - Slide

5.2 Hoeveel wordt er gehandeld
De wisselkoers; hoeveel vreemd valuatie je ontvangt voor 1 euro
De wisselkoers heeft invloed op de internationale handel
Hulpvragen: 
1. Als de koers van de euro stijgt ten opzichte van de vreemde valuta wordt het voor ons goedkoper, meer import
2. Als de koers van de euro daalt ten opzicht van de vreemde valuta wordt het voor ons duurder, meer export

Slide 7 - Slide

Huiswerk
maken opdracht 12 t/m 22

Slide 8 - Slide

Als de wisselkoers van de euro stijgt:
A
verbetert onze concurrentiepositie
B
verslechtert onze concurrentiepositie

Slide 9 - Quiz

Als de wisselkoers van de € DAALT,
dan wordt onze internationale concurrentiepositie ...
A
slechter
B
beter
C
niet beïnvloed

Slide 10 - Quiz