This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Instaptoets taalvaardigheid periode 1
Leerjaar 2
Deze toets bestaat uit 20 vragen.
Slide 1 - Slide
In de inleiding wordt gesproken over een 'ecosysteem'. Waar in de tekst wordt uitgelegd wat een 'ecosysteem' is?
A
In regel 28 t/m 30
B
In regel 31 t/m 34
C
In regel 39 t/m 41
D
In regel 41-42
Slide 2 - Quiz
Lees het stukje Cola nog eens. Met welke zin kan de eerste alinea (r. 5 t/m 13) van dit stukje het beste verdergaan?
A
Die heeft zich nu ook in Europa gevestigd en dat is niet bepaald goed nieuws.
B
Hoe meer monsterwespen er zijn, hoe beter onze wespen zich daaraan kunnen aanpassen
C
Toch wordt vaak betwist of wespen wel echt nuttige insecten zijn.
D
Uit onderzoek blijkt dat het aantal monsterwespen het aantal gewone wespen overstijgt.
Slide 3 - Quiz
Welk nieuw avontuur wordt bedoeld in r. 24-25?
A
Het groter worden van jonge hoornaars
B
Het leven van monsterwespen in Europa
C
Het reizen van de eitjes op het schip naar Frankrijk
D
Het verdwalen van de hoornaar in China
Slide 4 - Quiz
Hoe komt het dat de Aziatische hoornaar juist in de zuidelijke provincies van Nederland is waargenomen?
A
De monsterwesp eet voornamelijk bijen. In de zuidelijke provincie van NL zijn meer bijen te vinden dan in de noordelijke provincie.
B
De monsterwesp trekt langzaamaan naar FR., via België en NL. De zuidelijke provincies van NL liggen het dichtst bij België en Frankrijk.
C
In de zuidelijke provincies van NL is het veel warmer dan de noordelijke provincies. De monsterwesp zal dan ook niet naar andere provincies trekken.
D
In de zuidelijke provincies van NL zijn meer exoten te vinden dan in de andere provincies van NL. Daardoor voelt deze monsterwesp zich er sneller thuis.
Slide 5 - Quiz
Waarom is het belangrijk om niet in de buurt van het nest van de Aziatische hoornaar te komen?
A
Daar worden de monsterwespen agressief van
B
Daar wordt het ecosysteem door aangetast.
C
Dan kunnen de drones hun werk niet goed meer doen
D
Dan kunnen de monsterwespen moeilijker bestreden worden.
Slide 6 - Quiz
Hoe worden de nesten van monsterwespen in Nederland opgespoord?
A
Dat staat niet in de tekst.
B
Door bijen als lokmiddel te gebruiken
C
Door wandelaars in zetten
D
Met behulp van drones en warmtecamera's
Slide 7 - Quiz
Lees het stukje Drones nog eens. Met welke zin kan dit stukje het beste verdergaan?
A
Daarom hoeven we geen maatregelen te nemen.
B
Maar ook andere soorten wespen richten schade aan.
C
Maar we moeten wel waakzaam blijven.
D
Want monsterwespen in een klein nest zijn gevaarlijker.
Slide 8 - Quiz
Tekst 2
Let op! Deze tekst gaat over tekst 2. De vragen die op de volgende dia komen horen dus bij de tekst: "Welke auto schaadt het klimaat het minst?
Slide 9 - Slide
Welke vraag stelden journalisten Luc Pauwels en Laenen zich? (r.9)
A
Voor welk type brandstof kiezen mensen als ze een nieuwe auto aanschaffen?
B
Wat is de meest duurzame optie als je een nieuwe auto gebruikt?
C
Welke auto heeft de minste impact op het klimaat?
D
Welk type brandstof heeft het grootste effect op het milieu?
Slide 10 - Quiz
Lees het stukje milieu of klimaat? nog eens. Met welke zin kan dit stukje het beste verdergaan?
A
Je moet de hoeveelheid broeikasgassen die een auto met een bepaald type brandstof uitstoot goed in ogenschouw nemen.
B
Je moet dus beide factoren in ogenschouw nemen, niet alleen de effecten voor het milieu, maar ook die voor het klimaat.
C
Je moet dus goed letten op de effecten voor het milieu , want de effecten op het klimaat zijn moeilijk te vergelijken.
D
Je moet dus vooral goed letten op de effecten voor het klimaat, aangezien de effecten op het milieu minder belangrijk zijn.
Slide 11 - Quiz
Van auto's die op brandstoffen zoals gas, diesel of benzine rijden is bekend dat ze fijnstof uitstoten. Elektriciteit is veel schoner dan brandstoffen. Waardoor veroorzaken elektrische auto's dan toch fijnstof?
A
De banden van elektrische auto's moeten een heel groot gewicht kunnen dragen. Dit soort banden is niet goed voor het milieu, want ze veroorzaken fijnstof.
B
De elektrische auto's veroorzaken geen uitstoot van fijnstof tijdens het rijden. Maar de productie van dit soort auto's duurt lang en er komt veel fijnstof bij vrij.
C
Elektrische auto's moeten tijdens het rijden soms overschakelen op een andere brandstof. Als ze op een andere brandstof rijden komt het fijnstof in de lucht.
D
Elektrische auto's zijn door hun batterij zwaarder dan andere auto's. Door het grote gewicht slijten de banden van elektrische auto's sneller en dat veroorzaakt fijnstof.
Slide 12 - Quiz
Lees het stukje 70 keer minder nog eens. Met welke zin kan dit stukje het beste verdergaan?
A
' Als je auto's met elkaar gaat vergelijken is de impact die een auto heeft op het milieu dus totaal onbegrijpelijk'
B
'De impact die een auto heeft op het milieu is dus heel belangrijk als je auto's met elkaar vergelijkt'
C
' Eigenlijk is de impact van een auto op het milieu alles bij elkaar genomen niet zo doorslaggevend meer als je ze met elkaar vergelijkt'
D
'Het is dus eigenlijk onmogelijk om te kijken naar de impact van verschillende auto's op het milieu, want je kunt ze niet met elkaar vergelijken'
Slide 13 - Quiz
Waar moet je allemaal op letten als je wilt kijken naar de impact van een auto op het klimaat?
A
Je moet kijken naar hoe de auto opgebouwd wordt, de aanmaak van de brandstof, het brandstof/verbruik en naar het onderhoud, de sloop en de recycling van de auto
B
Je moeten kijken naar waar de energie voor een elektrische wagen vandaan komt. Als die energie uit een waterkrachtcentrale komt, is dat goed voor het klimaat.
C
Je moet vooral kijken naar de machines die gebruikt worden bij de productieprocessen van auto's en naar hoeveel broeikasgassen ze uitstoten
D
Je moet vooral letten op de soort en hoeveelheid energie en de hoeveelheid tijd er nodig is om een auto op te bouwen, te onderhouden en te slopen of te recyclen.
Slide 14 - Quiz
In welk opzicht waren de resultaten voor auto's die op aardgas rijden zo opzienbarend slecht?
A
Aardgas bestaat voor het grootste deel uit methaan, een zeer agressief broeikasgas. Er komt veel methaan vrij bij de ontginning ervan. Dus aardgas is niet schoon.
B
Dat wordt niet uitgelegd in de tekst, dus dat kun je niet weten.
C
Het is gebleken dat er tijdens het rijden op aardgas veel meer fijnstof in de lucht wordt uitgestoten dan tijdens het rijden op benzine of diesel
D
Tijdens het rijden op aardgas komt er veel methaan vrij. Dat is een zeer schadelijk broeikasgas waar aardgas voor het grootste gedeelte uit bestaat.
Slide 15 - Quiz
Lees het stukje en de winnaar is... nog eens. Met welke zin kan dit stukje het beste verdergaan?
A
' Als aardgasauto's dus een voorsprong hadden op benzine- en dieselwagens, dan wordt die daardoor volledig tenietgedaan'
B
'Als je naar de verschillende brandstoffen kijkt, dan zijn aardgasauto's dus toch veel schoner dan benzine- en dieselwagens'
C
' Je kunt dus concluderen dat er nog een lange weg te gaan is voor elektrische auto's , voordat hun impact op het milieu en het klimaat acceptabel is.'
D
'Maar al met al zijn aardgasauto's toch nog veel schoner dan auto's die op elektriciteit of op waterstof rijden,'
Slide 16 - Quiz
Onder de foto bij de tekst staat de vraag: Elektrisch rijden=schoon rijden? Wat is het beste antwoord op deze vraag? Denk aan de informatie die je in de tekst hebt gelezen.
A
Ja en nee, want er komen schadelijke stoffen vrij tijdens het rijden, maar elektrische auto's hebben wel impact op het klimaat.
B
Ja, elektrisch rijden is schoon rijden, want er komen geen schadelijke stoffen vrij tijdens het rijden.
C
Ja, want elektrisch rijden is schoner rijden dan rijden met andere brandstoftypes, zoals aardgas, diesel en benzine
D
Nee, elektrisch rijden is niet schoon rijden, want elektrische auto's hebben een grote impact op zowel het klimaat als het milieu
Slide 17 - Quiz
Tekst 3
Let op! Deze tekst gaat over tekst 3. De vragen die op de volgende dia komen horen dus bij de tekst: "Lieve woordjes doen koeien relaxen"
Slide 18 - Slide
Waarom moet je een boer niet uitlachen wanneer hij zijn koeien iets toefluistert?
A
Het is goed voor het welzijn van de koe
B
In Oostenrijk is dit al lange tijd volkomen normaal.
C
Toefluisteren hoort verder niemand.
D
Toefluisteren is nodig om koeien melk te kunnen laten geven.
Slide 19 - Quiz
Waarom werd de hartslag van de koeien gemeten?
A
Omdat dit bij bijna elk onderzoek onder koeien gedaan wordt.
B
Omdat een lagere hartslag wijst op minder stress.
C
Omdat men de koeien wilde controleren op hartstoornissen.
D
Omdat men wilde weten wat de ideale hartslag was.
Slide 20 - Quiz
Lees het stukje Taaier vlees nog eens. Met welke zin kan dit stukje het beste verdergaan?
A
Ze willen immers een afname in de melkproductie.
B
Ze willen immers een afname in de vleesverkoop.
C
Ze willen immers geen afname in de melkproductie.
D
Ze willen immers geen afname in de vleesverkoop.
Slide 21 - Quiz
Hebben huisdieren liever een vrouw of man als 'baasje', denk je? En waarom?
A
Liever een man, omdat ze dan duidelijk horen wat ze moeten doen.
B
Liever een man, omdat ze dan waarschijnlijk meer relaxed zijn.
C
Liever een vrouw, omdat ze dan een zachtere stem horen.
D
Liever een vrouw, omdat ze dan waarschijnlijk meer relaxed zijn.
Slide 22 - Quiz
Waarom zullen veel mensen geloven dat hun huisdier daadwerkelijk begrijpt wat er gezegd wordt?