Geld en machines die nodig zijn om te investeren of produceren. Voorbeeld: een bakkerij heeft een over en een kassasysteem nodig.
Het werk dat verricht wordt door mensen. Voorbeeld: een bakkerij heeft een bakker en een verkoper in dienst.
Alle grondstoffen die je nodig hebt om te produceren: Voorbeeld: een bakkerij heeft graan nodig voor meel en een spijkerbroekenfabrikant heeft katoen nodig.
Mensen die een onderneming starten en de producten aanbieden op de markt. Denk aan de eigenaar van een bakkerij of winkel.