Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
Je leert
Bij een chemische reactie verdwijnen
stoffen en ontstaan er nieuwe stoffen.
ontstaan heten reactieproducten.
Een chemische reactie kun je onder andere herkennen aan het veranderen van stofeigenschappen.
Wanneer je steeds energie moet toevoegen
om er voor te zorgen dat de reactie doorgaat, is de reactie endotherm.
Wanneer de energietoevoer stopt, stopt de reactie
ook.
(bijvoorbeeld: het koken van een ei)
Wanneer bij de reactie energie vrijkomt,
is de reactie exotherm.
Ook wanneer je de reactie opgang moet
brengen (bijvoorbeeld: een kaars aansteken) is de reactie
exotherm.
(bijvoorbeeld: alle verbrandingen zijn
exotherm)
De massa van alle stoffen vóór de reactie samen is net zo groot als de massa van alle reactieproducten bij elkaar.
Dit wordt de wet van Lavoisier genoemd
LET OP!
Het gaat om alle stoffen.
Dus gassen moet je ook meetellen.
Voor de reactie zijn de stoffen AB en CD
aanwezig. Wanneer deze stoffen effectief op elkaar botsen,
ontstaan de stoffen AD en CB.
Wanneer een botsing voldoende krachtig
is, kunnen de atomen
hergroeperen. Er wordt dan gesproken van
een effectieve botsing.
De ene reactie verloopt erg langzaam,
zoals het roesten van ijzer. En een andere reactie, zoals een
explosie, verloopt heel snel.
De snelheid waarmee een reactie verloopt
wordt reactiesnelheid genoemd.
De reactiesnelheid wordt beïnvloed door:
De soort stof/materie.
Magnesium reageert sneller met zoutzuur
dan dat zink dat doet
Verdelingsgraad
Wanneer de deeltjes fijner worden, wordt
het oppervlakte groter. De verdelingsgraad neemt toe.
De reactiesnelheid neemt toe, omdat:
Concentratie
Wanneer de concentratie groter is, zijn er meer deeltjes aanwezig waardoor de kans op effectieve botsingen
groter is. De reactiesnelheid neemt toe, omdat:
Temperatuur
Bij een hogere temperatuur bewegen de moleculen sneller
waardoor de kans op effectieve botsingen groter is.
De reactiesnelheid neemt toe, omdat:
Katalysator
Soms verloopt een reactie niet wanneer twee stoffen bij elkaar
worden gevoegd. Wanneer een katalysator wordt toegevoegd verloopt de reactie wel (en sneller), zoals bij de olifantentandpasta.
Een katalysator is een stof die de reactie versnelt, maar niet wordt verbruikt tijdens de reactie.
cookieTextcookieStatement