12.1 Eigenschappen doorgeven - deel 1

Welkom!
- Zoek je plek
- Pak je boeken
- Pak je Laptop, we gaan een LessonUp doen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
- Zoek je plek
- Pak je boeken
- Pak je Laptop, we gaan een LessonUp doen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1.  Afspraken in de klas
2. Herhaling lesstof 11.4
3. Uitleg 12.1 met opdrachten
4. Huiswerk
 



Slide 2 - Diapositive

Afspraken in de klas
-  Telefoon in de telefoontas.
-  Boeken mee en op tafel.
-  Ga respectvol met elkaar en elkaars spullen om.
-  Als iets niet duidelijk is: steek je vinger op :) 
-  Tijdens instructiemomenten luister je naar elkaar: naar de docent en naar een medeleerling.
-  Bij werkmomenten ben je aan de slag met de te maken opdracht.

Slide 3 - Diapositive

Afspraken in de klas
-  Telefoon in de telefoontas.
-  Boeken mee en op tafel.
-  Ga respectvol met elkaar en elkaars spullen om.
-  Als iets niet duidelijk is: steek je vinger op :) 
-  Tijdens instructiemomenten luister je naar elkaar: naar de docent en naar een medeleerling.
-  Bij werkmomenten ben je aan de slag met de te maken opdracht.

Slide 4 - Diapositive

Herhaling 11.4 
Wat weet je nog?


Slide 5 - Diapositive

De bouwbeschrijving voor jouw lichaam zit in al je lichaamscellen.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Hoeveel chromosomen zitten er in een zaadcel?

Slide 7 - Question ouverte

Hoeveel chromosomen zitten er in een spiercel?

Slide 8 - Question ouverte

Een kind heeft de geslachtschromosomen XX. Wat is het geslacht van dit kind?
A
Jongen
B
Meisje
C
Kun je niet weten

Slide 9 - Quiz

Een gen is een stukje DNA dat informatie geeft voor één erfelijke eigenschap.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Het fenotype van een organisme komt tot stand door het genotype en......?

Slide 11 - Question ouverte

12.1  Eigenschappen doorgeven
Hoe komt het dat je op je ouders lijkt?

Slide 12 - Diapositive

Leerdoelen
Na deze les kun je:
1. Uitleggen hoe ouders hun DNA doorgeven aan jou.
2. De begrippen dominant, recessief, homozygoot en heterozygoot op de juiste manier gebruiken.
3. Uit twee allelen bepalen welk uiterlijk je hebt.



Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

DNA cocktail 
DNA van Pa 

en

DNA van Ma

Slide 15 - Diapositive

Het begint bij de bevruchting

Slide 16 - Diapositive

Het begint bij de bevruchting
Je bouwplan!

Slide 17 - Diapositive

Je broetjes en
zusjes kunnen 
een totaal 
andere cocktail
worden!

Slide 18 - Diapositive

Waarom kan jouw oogkleur anders zijn dan die van je broer/zus?

Stel jij hebt twee allelen voor blauwe oogkleur, welke oogkleur heb je dan?
Stel je broer/zus heeft twee allelen voor bruine oogkleur, welke oogkleur heeft hij/zij dan?



Slide 19 - Diapositive

Waarom kan jouw oogkleur anders zijn dan die van je broer/zus?

Stel jij hebt twee allelen voor blauwe oogkleur, welke oogkleur heb je dan?
Stel je broer/zus heeft twee allelen voor bruine oogkleur, welke oogkleur heeft hij/zij dan?

Dit noem je ook wel
Homozygoot.



Slide 20 - Diapositive

Waarom kan jouw oogkleur anders zijn dan die van je broer/zus?

Stel een andere broer/zus heeft een allel voor blauwe oogkleur en een allel voor bruine oogkleur. Welke oogkleur krijg je dan??



Slide 21 - Diapositive

Waarom kan jouw oogkleur anders zijn dan die van je broer/zus?

Stel een andere broer/zus heeft een allel voor blauwe oogkleur en een allel voor bruine oogkleur. Welke oogkleur krijg je dan??

Dit noem je ook wel
Heterozygoot.


Bruin! Maar waarom?


Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Bruin is dominant over blauw!

Slide 24 - Diapositive

Bruin is dominant over blauw!
Biologen zijn lui en hebben geen zin om te schrijven: “iemand heeft een allel voor blauwe ogen en een allel voor bruine ogen en bruin is dominant”
We schrijven genotypen dus met een afkorting:
Je kiest een letter, bijvoorbeeld de b
Een dominant allel krijgt een hoofdletter (B)
Een recessief allel krijgt een kleine letter (b)

Slide 25 - Diapositive

Nieuwe begrippen oefenen
Fenotype  &  Genotype
Homozygoot  &   Heterozygoot
Dominant  &   Recessief

Slide 26 - Diapositive

Yvonne heeft twee allelen voor blauwe oogkleur. Zijn deze allelen heterozygoot of homozygoot?
A
heterozygoot
B
homozygoot

Slide 27 - Quiz

Als Yvonne een allel voor bruine oogkleur had gehad waren haar ogen bruin. Is het allel voor blauwe oogkleur dan recessief of dominant?
A
dominant
B
recessief

Slide 28 - Quiz

Iemand heeft een recessief allel voor blonde haarkleur en een dominant allel voor bruine haarkleur. Wat is zijn Genotype?
A
bb
B
Bb
C
BB

Slide 29 - Quiz

Iemand heeft een recessief allel voor blonde haarkleur en een dominant allel voor bruine haarkleur. Wat is zijn fenotype?
A
Bruin haar
B
Blond haar

Slide 30 - Quiz

Oefenen! 
Maak: Maak 12.1 opdrachten 2, 3, 4, 5, 6, 9, 10, 11
Hoe: Alleen (je mag rustig overleggen)
Hoe lang: de rest van de les
Hulpmiddel: Boek 12.1 (blz. 162,163) / klasgenoot / docent
Resultaat: het wordt huiswerk

Slide 31 - Diapositive

Chromosomen? DNA?

Slide 32 - Diapositive