Wat is een stage?

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Wat is een stage?

1. Vakantiewerk
2. Een baan met salaris
3. Een bijbaan
4. Leren op het werk

Wat is stage lopen?

1. Dan werk ik op mijn bijbaan
2. Dan doe ik taken op school
3. Dan leer ik dingen op het werk
4. Dan leer ik thuis

Wat is begeleiden?

1. Schoonmaken
2. Iemand helpen
3. Afspraken maken
4. Op tijd komen

Wat is waar?

1. Bij een stage krijg je begeleiding
2. Bij een stage werk je altijd alleen

Jouw stagebegeleider

1. is een docent op school
2. helpt jou op jouw stage
3. is een klasgenoot
4. bespreekt met jou hoe het gaat op stage

Wat is een bedrijf?

1. Hier werken mensen.
2. Hier relaxen mensen.
3. Dan heb je vakantie.
4. Hier wordt iets gemaakt of gedaan

Wat is een stagebedrijf?

1. Hier loop jij stage
2. Hier krijg jij theorielessen
3. Hier leer je nieuwe dingen op werk

Een winkel is een voorbeeld van een bedrijf

1. Waar
2. Niet waar

Een kapper is een voorbeeld van een bedrijf

1. Waar
2. Niet waar

Wat is waar?

1. Bij een stage heb je een begeleider
2. Bij een stage verdien je geld.

Wat wordt bedoeld met 'in de praktijk?'

1. Op het werk
2. Op de werkvloer
3. Lessen op school
4. Theorie op school

Als je thuis een opdracht maakt, leer je in de praktijk

1. Waar
2. Niet waar

Meehelpen in een winkel is leren in de praktijk

1. Dit is waar
2. Dit is niet waar

Mijn telefoon ...

1. Mag ik niet gebruiken
2. Mag ik gebruiken na toestemming
3. Blijft in mijn tas
4. Heb ik niet nodig voor mijn stage

Is een winkel een bedrijf?

1. Waar
2. Niet waar

Een beroep is het werk dat iemand doet

1. Waar
2. Niet waar

Is een bakker een beroep?

1. Waar
2. Niet waar

Wat betekent het woord 'ervaring?'

1. Informatie
2. Wat je hebt meegemaakt
3. Theorie op school
4. Je adres

Wat je hebt geleerd op het werk noemen we

1. Vakantie
2. Theorie
3. Werkervaring
4. Solliciteren

Is een winkel een beroep?

1. Waar
2. Niet waar

Automonteur is een beroep

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een stagebedrijf?

1. Hier ga jij heen voor stage
2. Hier krijg jij theorielessen
3. Hier leer je nieuwe dingen

Jij bent op stage. Je weet hebt niets te doen. Wat doe je dan?

1. Ik ga terug naar school.
2. Ik vraag mijn begeleider wat ik kan doen.
3. Ik ga snel naar huis

Een stagebegeleider helpt jou op jouw stage

1. Waar
2. Niet waar

Als ik een vraag heb op mijn stage...

1. blijf ik thuis
2. bel ik mijn mentor
3. praat ik met mijn begeleider
4. doe ik helemaal niets

Als ik een fout maak op mijn stage ...

1. vertel ik dit aan mijn begeleider
2. houd ik mijn mond
3. bel ik mijn mentor
4. ga ik naar huis

Fouten maken doet iedereen

maar niet iedereen is er eerlijk over. 

Wat is een beroepskeuze?

1. De keuze voor een beroep
2. Werken in het weekend
3. Een hobby kiezen
4. Kiezen voor welk werk je wilt gaan doen

Mijn telefoon ...

1. Mag ik niet gebruiken
2. Mag ik gebruiken na toestemming
3. Blijft in mijn tas
4. Heb ik niet nodig voor mijn stage

Als jij het woord stage hoort, waar denk je dan aan??