13.6 afweer

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 4

Planning voor vandaag

1. herhaling

2. afweer

Herhaling

1. Wat is lymfe?

2. Wat kan er gebeuren als je lymfesysteem niet goed werkt?

Lichaamsvreemd (13.6)

• Stoffen die niet in je lichaam thuishoren.
• Je lichaam kan op 3 manieren lichaamsvreemde stoffen tegenhouden.

1. Met de huid.
2. Met de slijmvliezen in de luchtwegen.
3. Met zoutzuur in maagsap.

Dit is een aantekening

Specifieke afweer met antistoffen

1. Ziekteverwekker bevat antigeen
   
2. Witte bloedcel reageert door antistoffen te maken
   
3. Antistoffen hechten op ziekte verwekker aan antigeen
4. Ziekte verwekker is onschadelijk
   

Dit is een aantekening

Opdracht

1. Wat wordt er bedoeld met specifieke afweer? Leg uit in eigen woorden.

2. wat betekent het als je immuun bent?

3. Hoe werkt een vaccinatie?

Ben je klaar? 5 opdrachten bij 13.5+13.6

1. Specifieke afweer: antistoffen maken

• Antistoffen binden aan antigenen
  --> 1 type antistof kan aan 1 type antigeen
• Op deze manier worden deze uitgeschakeld.

0

2. Immuun

• Als je ziek wordt, maken witte bloedcellen dus antistoffen aan. 
• Wordt je later weer ziek door dezelfde ziekteverwekker, dan maken je witte bloedcellen direct de goede antistof aan.  Je bent nu immuun geworden.

3. Vaccinatie

• = kunstmatige immuniteit
  
• Vaccin = dode of verzwakte ziekteverwekkers
  
• Je voelt je verzwakt of je bent een beetje ziek
  

Natuurlijke immuniteit

= Ontstaat doordat de persoon de ziekte doormaakt

Kunstmatige immuniteit

Ontstaat door inenting (vaccinatie)

• Actieve immunisatie: wordt vaccin ingeënt met een dode of verzwakte ziekteverwekker --> persoon vormt zelf antistoffen

• Passieve immunisatie: wordt serum ingeënt, met een of meer antistoffen --> persoon vormt zelf geen antistoffen
  

Bestrijden ziekteverwekkers

• Bacteriën: antibiotica

• Virussen zijn niet te bestrijden, moet je uitzieken

DEZE AFBEELDING ZET IK IN TEAMS!