Vertellen over familieleden, leeftijd en hoe ik het met hen kan vinden

Vertellen over familie
- welke familieleden er zijn
- hoe oud ze zijn
- hoe ik het met ze kan vinden
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vertellen over familie
- welke familieleden er zijn
- hoe oud ze zijn
- hoe ik het met ze kan vinden

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel!
Aan het einde van de les kan jij:
  • vertellen welke familieleden er zijn
  • hoe oud ze zijn
  • hoe goed je het met ze kan vinden
  • tellen tot 100

Slide 2 - Diapositive

Werkwijze
in deze les leer je hoe je jouw huis kan beschrijven
je hebt een schrift nodig om de opdrachten te doen
je hebt een pen/potlood nodig om te schrijven
je krijgt klassikale opdrachten en zelfwerk opdrachten

Slide 3 - Diapositive

Spaties!?
Ik lees de zinnen voor, jullie schrijven ze met spaties over.

  1. EsgibtvierPersoneninmeinerFamilie.
  2. EsgibtmeinenVaterStefan.
  3. AußerdemgibtesmeinenkleinenBruderMax
  4. IchverstehemichgutmitmeinenEltern


Slide 4 - Diapositive

Spaties!?
Ik lees de zinnen voor, jullie schrijven ze met spaties over.

  1. Es gibt vier Personen in meiner Familie.
  2. Es gibt meinen Vater Stefan.
  3. Außerdem gibt es meinen kleinen Bruder Max
  4. Ich verstehe mich gut mit meinen Eltern


Slide 5 - Diapositive

Combineer de vertaling
Schrijf de vertalingen naast elkaar in je schrift
es gibt
zeven
mit meinem Bruder
er is/er zijn
ich vertehe mich gut
met mijn broer
sieben
ik kan het goed vinden

Slide 6 - Diapositive

Combineer de vertaling
Schrijf de vertalingen naast elkaar in je schrift
es gibt
er is/ er zijn
mit meinem Bruder
met mijn broer
ich vertehe mich gut
ik kan het goed vinden
sieben
zeven

Slide 7 - Diapositive

Aufgaben
Maak de opdrachten 1 t/m 6 van Woordenschat [Deel 1] blz. 154
  1. combineer
  2. vul het ontbrekende woord in
  3. vertaal naar het Nederlands
  4. vul de ontbrekende letters in
  5. vertaal naar het Duits
  6. verbeter de fouten
timer
20:00

Slide 8 - Diapositive

Formatieve test
Beschrijf je familie, in het Duits natuurlijk. Schrijf alles in volledige zinnen op

- Vertel hoeveel personen er in jouw gezin zijn
- Vertel wie er zijn
- Vertel hou oud ze zijn
- Vertel met wie je het goed kunt vinden
- Vertel met wie je het niet goed kunt vinden
Volgende les mondeling vertellen!!!!


timer
12:00

Slide 9 - Diapositive

Sie ist fünfzehn Jahre alt
zie iest fuunftseen jaare alt
Meine große Schwester
Maine groosse sjwester
Er ist einunddreißig
Eer iest ainoentdreitsig

Slide 10 - Diapositive

Les 2
Mijn huis beschrijven

Slide 11 - Diapositive

Lesdoel!
Aan het einde van de les kan jij:
  • vertellen waar je woont
  • in wat voor huis je woont
  • hoeveel kamers in jouw huis zijn
  • wat je lievelingsplek in huis is
  • waarom dit jouw lievelingsplek is

Slide 12 - Diapositive

Huiswerkcheck!
In de vorige les heb je een stukje moeten schrijven over jouw huis. Nu wijs ik een aantal leerlingen aan om over hun huis te vertellen.

Weet je de opdracht nog?

Slide 13 - Diapositive

Dit was 'm!

Je schrijft een stukje over jouw huis. Je vertelt over de volgende punten:
  • waar je woont
  • in wat voor huis je woont en waar jouw huis staat
  • je vertelt hoeveel kamers jouw huis heeft
  • je vertelt wat je lievelingskamer én je lievelingsplek is in huis
  • je vertelt waarom deze plekken jouw favoriet zijn

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Spaties!?
Ik lees de zinnen voor, jullie schrijven ze met spaties over.

  1. IchwohneineinerkleinenWohnungimStadtzentrum
  2. IchbingernimZimmervonmeinenBruder
  3. ImGartenkannichmichgutkonzentrieren


Slide 16 - Diapositive

Lösung


  1. Ich wohne in einer kleinen Wohnung im Stadtzentrum
  2. Ich bin gern im Zimmer von meinen Bruder
  3. Im Garten kann ich mich gut konzentrieren


Slide 17 - Diapositive

Vertaaldictee! [freeze]
Ik lees een aantal zinnen voor. Jij schrijft de vertaling op. 

  • Mein Lieblingszimmer ist mein Schlafzimmer
  • Hier kann ich einfach nichts tun
  • Ich wohne in einer hässlichen Wohnung in den Bergen
  • In meinem Haus gibt es acht Zimmer.

Slide 18 - Diapositive

Vertaaldictee! 
Heb jij ook deze vertalingen opgeschreven?

  • Mijn lievelingskamer is mijn slaapkamer
  • Hier kan ik gewoon niets doen
  • Ik woon in een lelijk appartement in de bergen
  • In mijn huis zijn er acht kamers

Slide 19 - Diapositive

Vind alle vertaalfouten!
en verbeter ze!


Ich wohne in einem kleinen Haus
  • Ik woon in een mooi huis
Hier kann ich in Ruhe fernsehen
  • Hier kan ik in rust een boek lezen
Im Esszimmer kan ich gut arbeiten
  • In de keuken kan ik goed werken

Slide 20 - Diapositive

Vind alle vertaalfouten!
Ich wohne in einem kleinen Haus
  • Ik woon in een klein huis
Hier kann ich in Ruhe fernsehen
  • Hier kan ik in rust televisie kijken
Im Esszimmer kan ich gut arbeiten
  • In de eetkamer kan ik goed werken

Slide 21 - Diapositive

Aufgaben Lesen
Maak de opdrachten 1 t/m 4 van Lezen blz. 156
  1. beantwoord de vragen over Dante
  2. vind het Duits voor de woorden/zinnen
  3. vind het Duits voor de woorden/zinnen
  4. welke persoon...?
timer
20:00

Slide 22 - Diapositive

Hausaufgabe
Leer voor de volgende les het schema.

Iedere leerling moet/kan zonder spieken het volgende kunnen vertellen:
  • waar je woont
  • wat voor huis, waar het staat en hoeveel kamers er zijn
  • twee lievelingsplekken in huis en waarom dit zo is

Slide 23 - Diapositive

Les 3
Mijn huis beschrijven

Slide 24 - Diapositive

Lesdoel!
Aan het einde van de les kan jij:
  • vertellen waar en hoe iemand woont

Slide 25 - Diapositive

Huiswerkcheck!
Iedereen vertelt over zijn huis. Dus spiekbriefjes weg!

  • waar je woont
  • wat voor huis, waar het staat en hoeveel kamers er zijn
  • twee lievelingsplekken in huis en waarom dit zo is

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Vertellen over familieleden, leeftijd en hoe ik het met hen kan vinden

Slide 28 - Diapositive