Cours du 27 mai

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

Herhaling stof

Cours du 27 mai

La semaine dernière

☆ SO être, avoir, aller et faire

Ce cours

☆ Le dernier cours

☆ Le check in: teruggave so + planning bekijken

☆ Proeftoets uitdelen

☆ Demain > pas de cours

Wat je aan het einde van de les kunt/weet

☆ Waar je je filmpje kunt inleveren

☆ Hoe je je review inlevert

☆ Inleverpunt filmpje staat op Itslearning bij periode 4 week 8.

De review lever je op 4 juni in op papier tijdens de les.

De proeftoets

☆ Je krijgt de proeftoets uitgedeeld van mij. We doen hier en daar een opdracht samen. De rest is huiswerk. De gehele proeftoets heb je voor de les van 11 juni af.

Phrases

☆ Maak nieuwe zinnen door de schuingedrukte woorden te vervangen voor andere woorden. Die andere woorden vind je in de vocabulairelijsten op pages 38 et 39.

☆ Noteer de nieuwe zinnen en speel een rollenspel met iemand uit de klas. De een is ober, de ander is een bezoeker van het restaurant. Wissel ook eens van rol. Let op je uitspraak!

Als je in het Nederlands géén lidwoord gebruikt, komt er in het Frans wél iets: een delend lidwoord. De delende lidwoorden zijn du, de la, de l’ en des.

Voorbeelden: 

Je bois du coca

Il achète de la viande.

On boit de l'eau.

Ils prennent des photos

www.nubeterfrans.nl

Vertaal deze zinnen/woorden

1. Een glas wijn.

2. Een fles cola.

3. Ik heb vlees.

4. Hij heeft vis.

5. Zij had ijs.

6. Wij hadden melk.

7. Een liter melk.

8. Pannenkoeken.

Vertaal deze zinnen/woorden

1. Een glas wijn. Un verre de vin.

2. Een fles cola. Une bouteille de coca.

3. Ik heb vlees. J'ai de la viande.

4. Hij heeft vis. Il a du poisson.

5. Zij had ijs. Elle avait de la glace.

6. Wij hadden melk. Nous avions du lait.

7. Een liter melk. Un litre de lait.

8. Pannenkoeken. Des crêpes.

Weet je nog?

Woorden van hoeveelheid en de ontkenning = de/d' gebruiken.

Vier uitzonderingen