Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 70 min
Éléments de cette leçon
Login op Lessonup
Bienvenue au cours de français!
Sur la table:
Ton livre
Ta trousse
Ton cahier
Zakkie avec ton téléphone dedans
Slide 1 - Diapositive
4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Leerdoelen
Ik kan de verhaallijn en de belangrijkste gebeurtenissen uit Madame Bovary samenvatten.
Ik kan kan ten minste drie hoofdpersonages uit de roman beschrijven.
Ik kan kan thema’s zoals romantiek, verveling en sociale status in de roman herkennen en verklaren.
Slide 2 - Diapositive
3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.
Terugblik
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Qui est le personnage principal de ce livre?
Slide 4 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Le Romantisme VS Le Réalisme
Le romantisme (1800-1850) est un mouvement littéraire qui met l’accent sur les émotions, l’imagination et l’individu.
Caractéristiques du romantisme :
Beaucoup d’émotions et de sentiments forts.
Une vision idéale de l’amour, de la vie, de la nature.
Les personnages sont souvent tristes, solitaires ou incompris.
L’auteur parle de lieux exotiques ou d’événements dramatiques.
Il y a un rêve d’une vie meilleure ou d’un amour parfait.
publié en 1856
Gustave Flaubert
Livre du courant: ?????
Le réalisme (1850-1900) est un mouvement qui veut montrer la réalité telle qu’elle est, sans exagération.
Caractéristiques du réalisme :
Les personnages sont des gens ordinaires (comme dans la vraie vie).
L’auteur décrit la vie quotidienne de façon détaillée.
Il n’y a pas d’idéalisation : la vie est parfois difficile ou ennuyeuse.
L’auteur reste neutre : il ne donne pas son avis.
On voit les problèmes sociaux et les limites humaines.
Slide 5 - Diapositive
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Madame Bovary
Braindump
Noteer alle personnages uit het boek en vertel wat over zijn/haar rol.
Noteer minstens drie evenementen uit het verhaal die jou zijn bijgebleven.
Slide 6 - Diapositive
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Madame Bovary
Numérote les phrases de 1 à 10 selon l’ordre des événements dans le roman Madame Bovary.
Slide 7 - Diapositive
4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Madame Bovary
Numérote les phrases de 1 à 10 selon l’ordre des événements dans le roman Madame Bovary.
10 → 1 → 3 → 8 → 2 → 6 → 1 → 4 → 9 → 7
Slide 8 - Diapositive
4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Slide 9 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
Au travail
De schrijver;
Thema's in het boek;
Literaire stroming;
Het verhaallijn;
De (hoofd)personnage(s);
Werk in tweetallen aan de oefentoets met literatuurvragen en begripsvragen
Slide 10 - Diapositive
4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Madame Bovary
Première partie
Deuxième partie
Troisième partie
Slide 11 - Diapositive
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Madame Bovary
Première partie
Deuxième partie
Charles Bovary, een eenvoudige plattelandsarts, is getrouwd met een oudere, dominante vrouw, maar hun huwelijk is ongelukkig. Na haar dood ontmoet hij Emma Rouault, de mooie en dromerige dochter van een boer. Ze trouwen, en Emma droomt van een romantisch leven vol luxe en passie. Al snel raakt ze teleurgesteld in haar saaie huwelijk met Charles, die haar liefde en verlangen niet begrijpt. Ze voelt zich opgesloten in een eentonig en bekrompen bestaan in Tostes.
Charles verhuist met Emma naar Yonville, hopend haar gelukkiger te maken. Daar bevalt Emma van hun dochter Berthe, maar het moederschap vervult haar niet. Ze raakt bevriend met Léon, een jonge klerk, maar hij vertrekt naar Parijs voordat hun relatie zich kan ontwikkelen. Daarna begint Emma een gepassioneerde affaire met Rodolphe, een rijke charmeur. Ze dromen van samen weggaan, maar Rodolphe laat haar op het laatste moment in de steek. Emma raakt in een diepe depressie. Uiteindelijk vindt ze weer wat vreugde als ze Léon terugziet, en ze beginnen een affaire.
Slide 12 - Diapositive
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Madame Bovary
Troisième partie
Emma en Léon proberen hun liefde geheim te houden, maar de schulden stapelen zich op doordat Emma geld leent om haar luxe leven in stand te houden. Ze raakt steeds dieper in financiële problemen en probeert tevergeefs geld te krijgen. Wanneer de schuldeisers dreigen alles in beslag te nemen, ziet Emma geen uitweg meer. In wanhoop vergiftigt ze zichzelf met arsenicum. Ze sterft een pijnlijke dood. Charles is gebroken van verdriet. Uiteindelijk sterft ook hij, alleen en berooid. Hun dochter Berthe wordt als wees naar een tante gestuurd en moet als kind in een katoenspinnerij gaan werken.
Slide 13 - Diapositive
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Réponses
Slide 14 - Diapositive
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Slide 15 - Carte mentale
2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.
Au travail
Répondez aux questions directrices: page 62-64
Slide 16 - Diapositive
4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Afsluiting
Slide 17 - Diapositive
8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.
Le Romantisme (1820-1850)
Caractéristiques principales :
Exaltation des sentiments, de l’imaginaire et de la nature.
Opposition aux règles classiques du XVIIe siècle (Classicisme).
Recherche de l’évasion, du sublime, et exploration de thèmes comme l’amour, la mort, la solitude, ou la quête de soi.
Auteurs et œuvres clés :
Victor Hugo : Notre-Dame de Paris, Les Contemplations.
Alfred de Musset : Lorenzaccio, Les Nuits.
Alphonse de Lamartine : Méditations poétiques.
Gérard de Nerval : Les Chimères.
Slide 18 - Diapositive
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Le Naturalisme (1850-1900)
Le naturalisme s'est développé à partir du réalisme, mais mettait davantage l'accent sur une approche scientifique et déterministe de la vie humaine.
Les naturalistes croyaient que l'homme est déterminé par:
son hérédité
son environnement
sa classe sociale
Émile Zola est une figure importante et le plus célèbre du naturalisme dans la littérature, avec son roman Germinal considéré comme l'un des plus grands chefs-d'œuvre du mouvement. Le naturalisme a aussi influencé d'autres formes d'art, comme le théâtre et la peinture.
Ils cherchaient à montrer la réalité brute, souvent sans optimisme ni embellissement. L'idée principale était que l'être humain était façonné par des forces qu'il ne pouvait pas contrôler.
Slide 19 - Diapositive
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Le Symbolisme (1880-1900)
Caractéristiques principales :
Rejet du Réalisme et du Naturalisme.
Recherche de la beauté et du mystère à travers des symboles.
Exploration du rêve, de la spiritualité, et de l’inconscient.
Auteurs et œuvres clés :
Charles Baudelaire : Les Fleurs du mal.
Paul Verlaine : Poèmes saturniens.
Arthur Rimbaud : Une saison en enfer, Illuminations.
Stéphane Mallarmé : L’Après-midi d’un faune.
Slide 20 - Diapositive
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen