Schrijfvaardigheid - Een officiële brief



Les 1
 doelgroep en onderwerp bepalen
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
SchrijfvaardigheidBasisschoolGroep 5-8

Cette leçon contient 35 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Introduction

Digibordles les 1 - niveau B

Éléments de cette leçon



Les 1
 doelgroep en onderwerp bepalen

Slide 1 - Diapositive

Doel en doelgroep bepalen.
Onderwerp bedenken.
Onderwijs over de tekstkenmerken.
Dit ga ik leren.

Slide 2 - Diapositive

Kunnen we al wat kenmerken benoemen van een officiële brief?
De leerkracht legt het uit.
Als jullie in de 'Ook taal'-les het bezwaarschrift hebben gelezen, dan kunnen jullie die kenmerken opnoemen!

Slide 3 - Diapositive

We gaan een officiële brief schrijven!
Onze doelgroep: volwassenen

Slide 4 - Diapositive

Handig om erbij te houden! 
Succescriteria

Slide 5 - Diapositive

Waar ga je over schrijven?
Aan welke formele woorden moet je denken?
Een sollicitatie? Een bezwaarschrift? Een klacht?
Iets totaal anders? Verzin het maar!
timer
10:00

Slide 6 - Diapositive

Ordenen in je tekstschema.

Slide 7 - Diapositive

De volgende les leren we goede zinnen schrijven en schrijven we 
een eerste versie van onze brief.

Slide 8 - Diapositive

Les 2 
goede zinnen en eerste versie

Slide 9 - Diapositive

Ik schrijf goede zinnen.   
Ik schrijf de eerste versie van mijn brief.
Dit ga ik leren.

Slide 10 - Diapositive

Ordenen in je tekstschema.
  • Naam (vaak dhr. of mevr. en dan de achternaam of de naam van de instantie)
  • Straatnaam + huisnummer
  • Postcode en plaatsnaam
  • Eigen voornaam en achternaam
  • Straatnaam en huisnummer
  • Postcode en plaatsnaam

  • Datum van de dag dat ik de brief schrijf en de plaats waar ik op dat moment ben.
  • 22 oktober 2024, Rotterdam
  • De aanhef in een officiële brief is in de meeste gevallen: Geachte heer/mevrouw,
  • Als je de achternaam weet van de persoon gebruik je de achternaam: Geachte heer Tuitjes,
  • Ik wil met deze zin zeggen.../ vertellen dat...
  • Dus ik schrijf: ...
  • Heb ik nu gezegd wat ik wilde schrijven? Ik stel bij door...
  • Ik moet er nog bij schrijven want dan wordt het
    duidelijker/ netter/ logischer/ overtuigender.
  • Mijn zin is nu: ... (
  • Nu wil ik ook zeggen dat... dus ik schrijf: ...
Bij de groet schrijven we in de meeste gevallen in een officiële brief: Met vriendelijke groet, (en dan een komma en een witregel) en vervolgens je eigen naam en achternaam. Soms ook nog met een handtekening erbij om het nóg officiëler te maken.
Soms schrijf je hier ook wat het onderwerp van de brief is, bijvoorbeeld: ‘sollicitatie astronaut’, of ‘bezwaarschrift verkeersboete’, of ‘uw besluit over het ontslaan van juf Mirjam’.
Waarom schrijf je deze brief?
Het waarom verder uitgediept, aangevuld met argumenten.
Wat wil je bereiken met deze brief? Wat is jouw conclusie?

Slide 11 - Diapositive

Zo schrijf ik goede, heldere zinnen.

De leerkracht doet het voor:

Ik wil zeggen...
Dus ik schrijf...
Begrijpt mijn doelgroep dit?
Zeg ik wat ik wilde zeggen?
Is het duidelijk/ netjes/ logisch/ overtuigend genoeg?

Slide 12 - Diapositive

Schrijf enkele zinnen samen met je schoudermaatje.
Nu in tweetallen.

Slide 13 - Diapositive

Goede zinnen schrijven in je schema.
LET OP! Het hoeven nog geen perfecte zinnen te zijn. Het is een eerste versie.
Hier komen jouw zinnen te staan.
Hier komen jouw zinnen te staan.
Hier komen jouw zinnen te staan.

Slide 14 - Diapositive

Heb je goed gewerkt? 
Ben je tevreden, waarom? 


De volgende les gaan we feedback geven op elkaars werk.

Slide 15 - Diapositive

Les 3 
feedback geven en krijgen

Slide 16 - Diapositive

Ik geef vandaag feedback op een brief en krijg feedback op mijn brief.
Dit ga ik leren.

Slide 17 - Diapositive

Op welke succescriteria wil jij graag feedback ontvangen? Kies er één.
TIP! Het is heel handig om feedback te krijgen op iets wat je nog moeilijk vindt.

Slide 18 - Diapositive


Zo geef ik goede feedback, ik lees de brief en ga na:
  1. Begrijp ik het?
  2. Begrijpt de doelgroep dit?
  3. Is het doel duidelijk?
  4. Is het duidelijk/ logisch/ netjes/ overtuigend genoeg?
  5. Waar wil de schrijver feedback op?
  6. Wat vind ik van dat aspect in deze tekst?
  7. Wat is er goed aan?
  8. Wat zou ik anders doen?
  9. Ik verwoord mijn feedback vriendelijk en duidelijk zodat
    de ander er iets mee kan.
  10. Ik doe een voorstel voor verandering.

Zo geef ik stap voor stap goede feedback. 

Slide 19 - Diapositive

Bekijk het tekstschema van een maatje en geef stap voor stap feedback.
LET OP!  Vraag aan je maatje op welke succescriteria feedback gegeven moet worden.

Slide 20 - Diapositive



Welke feedback heb jij gegeven? 
Hoe heb je het verwoord? 

Wat vond jij (ontvanger) van de feedback? Kun je er iets mee?

Hoe ging het geven en ontvangen van feedback?

Slide 21 - Diapositive

Les 4 
herschrijven van je brief

Slide 22 - Diapositive

Ik herschrijf mijn verhaal, zodat de brief nog beter wordt.
Dit ga ik leren.

Slide 23 - Diapositive

Zo verwerk je de gegeven feedback.
Handig! Als je de feedback verwerkt hebt, kun je  vragen aan je maatje of de tekst beter geworden is.
De leerkracht doet voor:
Ik kreeg de feedback...
Ik heb geschreven...
Dus ik wil meer/ minder/ anders/duidelijker/
Ik schrijf daarom...
Is het nu beter vind ik?
Ik vraag eventueel de leerling die feedback gaf wat die
ervan vindt: is dit beter vind je?

Slide 24 - Diapositive

Neem de tijd! En lees de tekst nog eens goed door. Let alvast op fouten.
Tijd om te herschrijven!

Slide 25 - Diapositive

Op welke zin ben 
jij het meest trots?

Slide 26 - Diapositive

Les 5 
Is het goed geschreven?

Slide 27 - Diapositive

Ik controleer of alle woorden goed geschreven zijn. 

Ik gebruik leestekens en zet ze op de juiste plek.
Dit ga ik leren.

Slide 28 - Diapositive



Ik ga de tekst lezen en let vooral op: interpunctie/ spelling.
Dit is altijd al belangrijk, maar in een officiële brief nóg
belangrijker!

Ik lees en denk: klopt dit?
Als het niet klopt, pas ik de geleerde spellingregels toe en
ga na of er goed geschreven is.
Als het niet klopt, denk ik na over de interpunctie. Welke
regels pas ik toe?
Maak de zin kloppend.
Het is belangrijk om je brief rustig door te lezen. Je leest namelijk makkelijk over je eigen foutjes heen.
De leerkracht doet het voor.

Slide 29 - Diapositive

Controleer je brief en schrijf hem daarna in het net. 

Slide 30 - Diapositive

Les 6 
Presenteren

Slide 31 - Diapositive

Ik presenteer mijn brief.
Dit ga ik leren.

Slide 32 - Diapositive

Oefentijd! 
timer
5:00
Hardop oefenen helpt je bij het leren presenteren.

Slide 33 - Diapositive

Tijd om te presenteren. 
Kun jij de voorlezer op een prettige manier feedback geven?

Slide 34 - Diapositive

Tot de 
volgende keer!

Slide 35 - Diapositive