Quiz GS

Quiz GS
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Quiz GS

Slide 1 - Diapositive

Sleep de woorden naar het juiste vak!
Tweede Wereldoorlog
Eerste Wereldoorlog
Hitler
Loopgraven
Domino-effect
Jodenhaat
Oorlog in Nederland
Holocaust

Slide 2 - Question de remorquage

Hoe heette de partij van Hitler?
A
Nationaal Socialistische Bond
B
Nationaal Socialistische Arbeiders Partij
C
Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij
D
Communistische Partij Duitsland

Slide 3 - Quiz

Wat hoort níet bij de rassenleer?
A
Huwelijkswetten
B
Holocaust
C
Jodenhaat
D
Bezitsverdeling

Slide 4 - Quiz

Wie leidde de Soviet-Unie tijdens WOII?
A
Stalin
B
Lenin
C
Tolstoy
D
Mao Zedong

Slide 5 - Quiz

Welk land werd als eerste binnengevallen en wanneer?
A
Polen, 1939
B
Polen, 1940
C
Nederland, 1939
D
Nederland, 1940

Slide 6 - Quiz

Wat hield lebensraum in?
A
Terrein in Oost-Europa veroveren voor het Duitse volk (oa landbouw)
B
Het scheiden van groepen mensen op basis van ras
C
Het scheiden van groepen mensen op basis van economische klasse

Slide 7 - Quiz

Welk land van de geallieerden had vrede met Duitsland toen de oorlog begon?
A
Frankrijk
B
Groot-Brittanië
C
Soviet-Unie (=Rusland)
D
België

Slide 8 - Quiz

Hoe heette de aanvalstechniek waarmee de Duitsers West-Europa aanvielen?
A
Tactiek van de Verschroeide Aarde
B
Loopgravenoorlog
C
Lebensraum
D
Blitzkrieg

Slide 9 - Quiz

Wanneer viel het Duitse leger Polen binnen?
A
1914
B
1933
C
1939
D
1940

Slide 10 - Quiz


Zet de juiste woorden in de tekst. De woorden die je niet gebruikt doe je in de prullenbak.
De meeste Nederlanders waren tegen de Duitse                                   , maar konden zich niet verzetten. Kleine groepjes mensen probeerden de Duitsers wel zo veel mogelijk dwars te zitten. Zij worden                                       genoemd. Een ander klein deel van de Nederlanders                                        met de Duitsers. Meestal waren zij lid van de politieke partij                                   .
NSDAP
PvdA
NSB
oorlog
bezetting
het verzet
verhuizers
collaboreren

Slide 11 - Question de remorquage

Wanneer was de Battle of Brittain en hoe werd deze uitgevochten?
A
1941: In de lucht
B
1940: Op zee
C
1941: Op zee en in de lucht
D
1940: In de lucht

Slide 12 - Quiz

Wanneer viel Duitsland de Soviet-Unie binnen?
A
1939
B
1940
C
1941
D
1942

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je mensen die samenwerkten met de nazi-regering in bezette landen?
A
Verzetsmensen
B
Accomodateurs
C
Collaborateurs
D
Rijksingenieurs

Slide 14 - Quiz

Wat is een dictatuur?
A
Er is één leider die geen kritiek duldt
B
Er is één leider maar meerdere partijen
C
Er zijn meerdere leiders maar kritiek is niet toegestaan
D
Er zijn meerdere leiders en meerdere partijen

Slide 15 - Quiz

Wat is de tactiek van de Verschroeide Aarde?
A
Snelle aanvallen waarmee vijandelijke linies worden gebroken
B
Eigen land/spullen in de brand steken zodat de vijand niets heeft
C
Via een ander land onverwachts een aanval doen
D
Het uitmoorden van een bevolkingsgroep

Slide 16 - Quiz

Welke bevolkingsgroep stond onderaan in de ranglijst van rassen in het nazisme?
A
Zigeuners
B
Jehovah's
C
Moslims
D
Joden

Slide 17 - Quiz

Wie leidde de Soviet-Unie tijdens WOII?
A
Stalin
B
Lenin
C
Tolstoy
D
Mao Zedong

Slide 18 - Quiz

Welk land werd als eerste binnengevallen en wanneer?
A
Polen, 1939
B
Polen, 1940
C
Nederland, 1939
D
Nederland, 1940

Slide 19 - Quiz

Welk land van de geallieerden had vrede met Duitsland toen de oorlog begon?
A
Frankrijk
B
Groot-Brittanië
C
Soviet-Unie (=Rusland)
D
België

Slide 20 - Quiz

Hierna: uitleg De bevrijding van Nederland in 1945.
Sleep de woorden naar de juiste plek in de afbeelding:
Collaboratie:
Verzet:
Aanpassing:

Slide 21 - Question de remorquage

Hoe heet de operatie van Duitsland tegen de Sovjet-Unie?
A
Operatie Weserübung
B
Operatie Overlord
C
Operatie Barbarossa
D
Operatie Market Garden

Slide 22 - Quiz

Wie waren volgens de rassenleer übermenschen?
A
Joden
B
Afrikanen
C
Arische mensen
D
Zigeuners

Slide 23 - Quiz

Hoe heet het doorvoerkamp voor Joden in Nederland?
A
Auschwitz
B
Westerbork
C
Bergen-Belsen
D
Vught

Slide 24 - Quiz

Wat betekent 'Antisemitisme'?
A
De haat tegen Nazi-Duitsland
B
De haat tegen mensen van het verzet
C
De haat tegen oorlog
D
De haat tegen het Jodendom

Slide 25 - Quiz

Welk land hield als enige stand tegen de Duitse blitzkrieg?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Belgie

Slide 26 - Quiz

Wat was de NSB?
A
Een Nederlandse partij die samenwerkte met Hitler
B
De partij van Hitler
C
De Nederlandse luchtmacht
D
Een Nederlandse partij die Hitler tegen wilde werken.

Slide 27 - Quiz

Wie leidde de Soviet-Unie tijdens WOII?
A
Stalin
B
Lenin
C
Tolstoy
D
Mao Zedong

Slide 28 - Quiz

Welk land van de geallieerden had vrede met Duitsland toen de oorlog begon?
A
Frankrijk
B
Groot-Brittanië
C
Soviet-Unie (=Rusland)
D
België

Slide 29 - Quiz

Wanneer viel het Duitse leger Polen binnen?
A
1914
B
1933
C
1939
D
1940

Slide 30 - Quiz

Hoe noem je mensen die samenwerkten met de nazi-regering in bezette landen?
A
Verzetsmensen
B
Accomodateurs
C
Collaborateurs
D
Rijksingenieurs

Slide 31 - Quiz

Welk land werd Duitsland's meest geduchte tegenstander?
A
Verenigde Staten
B
Soviet-Unie (Rusland)
C
Groot Brittannië
D
Frankrijk

Slide 32 - Quiz

Hoe heette de Minister President van Engeland tijdens WO2?
A
Churchill
B
Roosevelt
C
Chamberlain
D
Blair

Slide 33 - Quiz

Hoe noemen we de regeringsvorm die de nazi's toepasten op veroverd land?
A
Monarchie
B
Democratie
C
Dictatuur
D
Oligarchie

Slide 34 - Quiz

Wanneer viel Duitsland de Soviet-Unie binnen?
A
1939
B
1940
C
1941
D
1942

Slide 35 - Quiz

De Battle of Britain: waarom mislukte deze?
A
De R.A.F had veel meer vliegtuigen
B
De Duitse piloten schoten vaak mis
C
De Engelse bevolking wilde niet opgeven en vertrouwde op de overwinning
D
De R.A.F had goede piloten, de bevolking steunde de regering

Slide 36 - Quiz

Hoe lang duurde de
Tweede Wereldoorlog?
A
1914 - 1918
B
1939 - 1945
C
1900 - 1950
D
1940 - 1945

Slide 37 - Quiz

Wat betekent
'Collaboreren'?
A
Verzet tegen de bezetter van een land
B
Samenwerken met de bezetter van een land

Slide 38 - Quiz

Wat is de Hongerwinter?
A
De winter in West-Nederland van 44-45.
B
De winter in Oost-Duitsland van 45-46.
C
De winter in de USSR van 44-45.
D
De winter in Pearl Habor van 41-42

Slide 39 - Quiz

Sinds wanneer vocht de VS mee in WO2 en waarom?
A
1940, Duitsers zonden Amerikaanse schepen
B
1941, Japanners bombardeerden Pearl Harbor
C
1940, Japanners bombardeerden Pearl Harbor
D
1941, Duitsers zonken Amerikaanse schepen

Slide 40 - Quiz

Hoe heette de Minister President van Engeland tijdens WO2?
A
Churchill
B
Roosevelt
C
Chamberlain
D
Blair

Slide 41 - Quiz