Paragraaf 7.4 Eerlijk delen?

Welkom 2 havo
Jas en oortjes uit

Spullen op tafel:
- Boek
- Schrift
- Rekenmachine
- Pen

Planning van vandaag:
- Herhaling H7 filmpje bekijken
- Herhaling 7.3
- Uitleg 7.4

* Lesson up's en nakijkblad staat in ELO



1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom 2 havo
Jas en oortjes uit

Spullen op tafel:
- Boek
- Schrift
- Rekenmachine
- Pen

Planning van vandaag:
- Herhaling H7 filmpje bekijken
- Herhaling 7.3
- Uitleg 7.4

* Lesson up's en nakijkblad staat in ELO



Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Filmpje kijken
Herhaling H7

Slide 3 - Diapositive

Herhaling 7.3 ✅
  • Wat de kenmerken zijn van een ontwikkelingsland?
  • Hoe kun je de welvaart van landen vergelijken?
  • Hoe bereken je het inkomen per hoofd?

Slide 4 - Diapositive

Hoe noem je dit?

Slide 5 - Diapositive

Paragraaf 7.4
Eerlijk delen?

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen van vandaag
Na deze les weet/kun je:
  • Wat ontwikkelingssamenwerking is
  • Welke soorten ontwikkelingshulp er zijn
  • Hoe de overheid ontwikkelingslanden ondersteunt
  • Hoe je zelf mensen in ontwikkelingslanden kunt helpen









        Slide 7 - Diapositive

        Leerdoel 1
        Op welke manieren kunnen andere landen een ontwikkelingsland helpen?

        Slide 8 - Diapositive

        Om armoede te bestrijden krijgen ontwikkelingslanden hulp. Zo kan ontwikkelingssamenwerking de welvaart in deze landen verbeteren.

        Dit kan door:
        • Geld geven
        • Kennis delen
        • Eerlijke handel: zonder invoerrechten

        Slide 9 - Diapositive

        Ontwikkelingssamenwerking:
        Rijke landen proberen samen met ontwikkelingslanden de welvaart in die landen te vergroten.



        Slide 10 - Diapositive

        Slide 11 - Vidéo

        Leerdoel 2
        Welke soorten hulp zijn er?

        Slide 12 - Diapositive

        Noodhulp
        • Het gaat om hulp op korte termijn.

        Hulp in noodsituaties, zoals bij een natuurramp. Bedoeld om mensen te helpen overleven.

        Bijvoorbeeld met:
        • Voedsel
        • Drinkwater
        • Medicijnen
        • Tenten



        Structurele hulp
        • Het is hulp voor de langere termijn.

        Hulp om een ontwikkelingsland economisch zelfstandig te maken.

        Bijvoorbeeld met:
        • Goed onderwijs
        • Vaccineren om ziektes te voorkomen
        • Toiletten en douches
        • Betere landbouwmachines.


        Slide 13 - Diapositive

        Noodhulp of structurele hulp?

        Slide 14 - Diapositive

        Noodhulp & structurele hulp
        • Noodhulp  
        Helpen overleven bij een noodsituatie (na een natuurramp of na/tijdens een oorlog). 

        • Structurele hulp  
        Langdurige hulp om een land 
        economisch zelfstandiger te krijgen.

        Slide 15 - Diapositive

        Slide 16 - Vidéo

        Leerdoel 3
        Wat doet Nederland?

        Slide 17 - Diapositive

        Wat doet Nederland?
        De Nederlandse overheid steunt ontwikkelingslanden, onder andere met:
        • Materialen zoals landbouwmachines en waterinstallaties
        • Het verbeteren van de gezondheidszorg
        • Subsidies aan Nederlandse bedrijven die een fabriek bouwen in een ontwikkelingsland.



        Slide 18 - Diapositive

        Waarom is een Nederlandse fabriek in een ontwikkelingsland goed voor de welvaart daar?

        Slide 19 - Diapositive

        Leerdoel 4
        Herken jij dit logo?

        Slide 20 - Diapositive

        Ook jij kunt ontwikkelingslanden helpen.
        Bijvoorbeeld door:
        • Geld te geven aan hulporganisaties, zoals Unicef of Oxfam Novib
        • Fairtrade producten te kopen uit ontwikkelingslanden.


        Fairtrade betekent letterlijk: eerlijke en gelijkwaardige handel.
        Met fairtrade krijgen boeren in ontwikkelingslanden een hogere prijs voor hun producten.

        Slide 21 - Diapositive

        Aan de slag met 7.3
        ✍🏼 Wat ? Maak de opdrachten op blz. 230
              1, 4, 5, 6, 8, 10, 11, 12, 13



        👫🏽 Hulp? Vraag je klasgenoot
        🗣️ Graag rustig praten


        Vragen?
        Steek je hand op, ik kom eraan!

        Slide 22 - Diapositive

        Extra uitleg

        Slide 23 - Diapositive

        Slide 24 - Vidéo

        Slide 25 - Vidéo

        Extra oefenopdrachten

        Slide 26 - Diapositive

        dit is een
        voorbeeld van:
        A
        Noodhulp
        B
        Structurelehulp

        Slide 27 - Quiz

        Wat betekent 'fairtrade'
        A
        uit eerlijke handel verkregen
        B
        plant
        C
        milieuvriendelijk
        D
        afkomst; oorsprong

        Slide 28 - Quiz

        Wat is GEEN structurele hulp
        A
        Voedsel sturen naar een land
        B
        Waterputten slaan/bouwen in een land
        C
        Een goed zorgsysteem ontwikkelen in een land.
        D
        Goed onderwijs ontwikkelen in een land

        Slide 29 - Quiz

        Noodhulp:
        A
        veel geld geven
        B
        geld lenen
        C
        iedere maand geld geven
        D
        hulp in noodsituaties

        Slide 30 - Quiz

        Wat krijgen boeren en producenten bij Fairtrade?
        A
        Een lagere prijs voor hun producten
        B
        Een subsidie van de overheid
        C
        Een betere prijs voor hun producten
        D
        Geen verandering in prijs

        Slide 31 - Quiz

        Wat is een voorbeeld van structurele hulp in ontwikkelingslanden?
        A
        Voedselpakketten verstrekken
        B
        Onderwijs aan kinderen en volwassenen
        C
        Tijdelijke medische missies sturen
        D
        Het doneren van kleding

        Slide 32 - Quiz

        Noodhulp is ....
        A
        voor korte tijd
        B
        langere tijd

        Slide 33 - Quiz

        Wat houdt ontwikkelingssamenwerking in?
        A
        Het verminderen van handel met ontwikkelingslanden
        B
        Het promoten van wapenhandel in ontwikkelingslanden
        C
        Het verhogen van belastingen in ontwikkelingslanden
        D
        Het vergroten van welvaart in ontwikkelingslanden

        Slide 34 - Quiz

        Wat kenmerkt een vicieuze cirkel?
        A
        De oorzaak van het ene probleem is een gevolg van een ander probleem.
        B
        De problemen verdwijnen vanzelf.
        C
        De problemen hebben geen invloed op elkaar.
        D
        Er is geen hulp van buitenaf nodig.

        Slide 35 - Quiz

        Wat is structurele hulp?
        A
        Hulp die erop gericht is de oorzaken echt aan te pakken
        B
        Hulp bij een aardbeving of andere ramp
        C
        Hulp die niet nodig is
        D
        Hulp door het geven van geld

        Slide 36 - Quiz

        Wat zijn de kenmerken van ontwikkelingslanden?
        A
        Ondervoeding, lage kindersterfte, hoge artsenratio
        B
        Armoede, slechte gezondheidszorg, weinig onderwijs
        C
        Hoge welvaart, goede gezondheidszorg, veel onderwijs
        D
        Rijke bevolking, hoge levensverwachting, hoge alfabetiseringsgraad

        Slide 37 - Quiz

        Hoe wordt het nationaal inkomen?
        A
        Bruto binnenlands product
        B
        Gemiddeld inkomen per inwoner
        C
        Totale belastinginkomsten
        D
        Alle inkomens bij elkaar

        Slide 38 - Quiz