Werkwoordspelling test-jaar1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Werkwoordspelling

Je gaat een diagnostische 

toets maken over de spelling van de werkwoorden.

Vul steeds het juiste antwoord in.

De takken van de appelboom waren zo zwaar dat ze (ondersteunen) moesten worden.

Hij (spoeden) toen snel naar de plaats van de botsing

Wie zijn rekeningen op tijd (betalen), houdt overzicht over zijn financiën

Ik ben ervan overtuigd dat ieder weldenkend mens kernwapens (verafschuwen)

Mijn broer is onvoorzichtig, hij (verwonden) zich met regelmaat.

De overvallers hadden eerst de portier (overmeesteren) en toen sloegen ze hun slag.

Toen we vorig jaar een trektocht in Wales maakten, (overnachten) we in jeugdherbergen.

We zijn de laatste jaren (verwennen) met mooie zomers

Als er een storm (woeden), zijn de dijkwachten op hun hoede.

Ons huis was zo vochtig dat alles (roesten).

Behoort AFP tot de (verplichten) vakken bij jullie op school?

Het verdrag werd (ondertekenen) door beide partijen.

Wie denkt dat je geen Engels hoeft te kennen, (onderkennen) de internationale waarde van de taal.

Mijn vriendin (kleden) zich vandaag extra feestelijk.

Het (interesseren) mij niets wat hij van mij vindt.

De eigenaar had al weken met de koper (onderhandelen), maar de koop ging niet door.

Hij (onderhandelen) al weken met de verkopende partij, maar het lukt hem niet de woning te kopen.

De studenten (sporten) vorig jaar erg fanatiek tijdens de jaarlijkse sportdag.

Het vogelnestje in onze tuin werd ruw door de buurjongens (verstoren).

Doordat ze nog in het buitenland woonden, duurde het lang voordat we onze nieuwe buren (ontmoeten)

Breng deze brief even naar de directeur en vraag of hij hem (ondertekenen)

Vorige week heeft mijn moeder de toestemmingsbrief (ondertekenen)

Vorige week (melden) veel leerlingen zich ziek op school.

Het ijs (smelten) gister door de hitte

Als hij het voorstel (aanvaarden), dan gaat het volgende week van start.

De leerlingen (aanvaarden) vorig jaar direct dat ze allemaal les in de aula hadden.

De (spelen) wedstrijd is met 2-0 gewonnen door de thuisclub

Vorig jaar hebben wij een fantastische wedstrijd (spelen).

De leerlingen sportten vorig jaar fanatiek.
Is het woord SPORTTEN is goed/fout geschreven?
Leg uit waarom!

Leg uit welke stappen je moet nemen om een woord in de voltooide tijd juist te schrijven.

Leg uit hoe je een bijvoeglijk naamwoord moet schrijven.
Gebruik de volgende zin om uit te leggen:

De GESTORTE stenen liggen op een bult.