Meivakantie herhaling hm1
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Vertaal naar het Duits: 12
Slide 3 - Question ouverte
Vertaal naar het Duits: 30
Slide 4 - Question ouverte
Vertaal naar het Duits: 6
Slide 5 - Question ouverte
Vertaal naar het Duits: 28
Slide 6 - Question ouverte
Vertaal naar het Duits: 347
Slide 7 - Question ouverte
Blümchen
Vater
Freiheit
Montag
Herbst
Sprache
Tischlein
Haus
Kuh
das
der
die
der
der
die
das
das
die
Slide 8 - Question de remorquage
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/ Sie
-e
-st
-t
-en
-t
-en
Ken je de feesttenten regel nog?
Slide 9 - Question de remorquage
het zwakke werkwoord feESTTENTEN
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
wohnen
liebt
mache
lebst
geht
besuchen
Slide 10 - Question de remorquage
Welke vraagwoorden ken je in het Duits?
