3hv C4 Taal: 3. Etymologie

§3 Etymologie
p. 96
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§3 Etymologie
p. 96

Slide 1 - Diapositive

Tekst
startopdracht
Wat hebben deze woorden met elkaar gemeen?
- school
- gratis
- whiskey
- robot

1. zelf nadenken
2. ideeën delen met je buur
3. conclusie delen
Veel woorden in het Nederlands komen oorspronkelijk uit andere talen (zoals ‘computer’ uit het Engels of ‘restaurant’ uit het Frans). Maar wanneer beschouwen we zo’n woord niet meer als een vreemd woord, maar als een volwaardig Nederlands woord?
1. zelf nadenken
2. ideeën delen met je buur
3. conclusie delen

vwo
havo

Slide 2 - Diapositive

Tekst
startopdracht
Wat hebben deze woorden met elkaar gemeen? Ze komen uit een andere taal.
- school uit het Grieks scholè (vrije tijd, studie)
- gratis uit het Latijn gratia (genade, gunst)
- whiskey uit het Iers uisce beatha (levenswater)
- robot uit het Tsjechisch robota (werk, slavernij)
Er is geen strikte regel, maar over het algemeen wordt een leenwoord ‘echt’ Nederlands als het breed wordt gebruikt, taalkundig is aangepast en mensen niet meer beseffen dat het een leenwoord is.
(opname in woordenboek, aanpassen aan Nederlandse spelling en uitspraak, grammaticale aanpassing, gebruik door breed publiek, verdwijnen van besef dat het een leenwoord is, bijv. raam)
vwo
havo

Slide 3 - Diapositive

In deze les:
  • Startopdracht 
  • Uitleg Etymologie
  • Opdrachten maken 
  • Gezamenlijk afsluiten

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen:
  • Je weet wat etymologie is.
  • Je kunt uitleggen waarom woorden in verschillende talen op elkaar lijken.



vwo
Je kunt archaïsmen herkennen

Slide 5 - Diapositive


is de studie van de herkomst en geschiedenis van woorden.

Etymologie is oorspronkelijk een samenstelling uit het Griekse étymon (ἔτυμον) ‘oorspronkelijke vorm van een woord’, dat weer is afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord étymos (ἔτυμος) ‘werkelijk, waar’, en lógos (λόγος) ‘leer, wetenschap’.
Etymologie

Slide 6 - Diapositive

Isidorus van Sevilla

encyclopedie Etymologiae
Leefde van 560 tot 636 n.Chr. in Sevilla, Spanje.
Het woord werd bekend door Etymologiae van bisschop Isidorus van Sevilla, een encyclopedisch werk waarin hij informatie over allerlei zaken probeerde te relateren aan de oorspronkelijke betekenis van een woord.

Slide 7 - Diapositive

  • Je gaat op zoek naar de bron van een woord, door heel veel teksten te lezen.
  • Dat is voor ons gelukkig al gedaan.
  • www.etymologiebank.nl.

Hoe kom je achter de etymologie?

Slide 8 - Diapositive

Waarom etymologie?
Beter Begrip van Woorden – Door te weten waar een woord vandaan komt, begrijp je de betekenis beter en kun je het gemakkelijker onthouden. Bijvoorbeeld, het woord telefoon komt van het Grieks: tele (ver) en phone (stem/geluid).

Verrijking van Taalvaardigheid – Als je de oorsprong van woorden kent, wordt het makkelijker om nieuwe woorden te leren en te begrijpen, vooral in andere talen. Veel talen delen gemeenschappelijke wortels, vooral in het Latijn en Grieks.

Inzicht in de Geschiedenis – Woorden dragen vaak een stukje geschiedenis met zich mee. Door etymologie te bestuderen, ontdek je hoe taal en cultuur door de eeuwen heen zijn veranderd.

Beter Schrijven en Spreken – Kennis van etymologie helpt je om woorden preciezer te gebruiken, wat je communicatievaardigheden verbetert.

Hulp bij Spelling en Grammatica – Veel spellingregels en uitzonderingen worden logischer als je begrijpt waar woorden vandaan komen.

Slide 9 - Diapositive

Welk woord is het oudst?
oud
nieuw
kaneel
moeder
bitcoin
auto

Slide 10 - Question de remorquage

Archaïsme
een verouderde taalvorm, een verouderde zinsconstructie of een verouderd woord. 
Voorbeelden:
deerne (meisje)
koddig personage (grappig iemand)
vomeren (braken)

Slide 11 - Diapositive

de woorden
Pak een kaartje met een woord. Over dat woord gaat jullie 'etymologietje', een presentatie (1 minuut) waarin jij uitlegt wat de herkomst van jouw woord is.
1. Kies een woord
2. Doe onderzoek naar de etymologie
3. Schrijf het script
4. Zoek/maak een plaatje bij je woord

1. Pokémon
2. muziek
3. nachtmerrie
4. sprookje
5. fantasie
6. gadget
7. computer
8. eureka
9. nostalgie
10. schilderij
Opdracht

Slide 12 - Diapositive

Op de volgende slide vind je een quiz

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Tekst
(t)huiswerk
Opdracht 1 en 2

Klaar? lezen in je boek
Opdracht 1 en 2

Klaar? lezen in je boek
havo
vwo

Slide 15 - Diapositive

Tekst
Heb je je leerdoelen behaald?
Je weet wat etymologie is.
Je kunt uitleggen waarom woorden in verschillende talen op elkaar lijken.
vwo
Je kunt archaïsmen herkennen

Slide 16 - Diapositive