Leesvaardigheid Frans

Bonjour 
tout le monde
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bonjour 
tout le monde

Slide 1 - Diapositive

Les objectifs
1) Je weet welke soort vragen er zijn.
2) Je weet hoe je de verschillende vragen van leesteksten moet beantwoorden. 
3) Je kent de functies van verschillende signaalwoorden. 
4) Je herkent een aantal 'positieve' en 'negatieve' woorden. 

Slide 2 - Diapositive

Leesvaardigheid tips & tricks
Basis: 
  • Grote lijn van het verhaal kunnen volgen  (GL-vragen)
  • Signaalwoorden herkennen en tekstverbanden analyseren
  • Mening van "experts" begrijpen
  • Positieve/negatieve woorden en vergelijkingen van elkaar onderscheiden
  • Voorbeelden herkennen
  • Foute antwoorden herkennen

Als dit allemaal redelijk lukt: 5,5 à 6 

Slide 3 - Diapositive

Leesstrategieën 
Om zo effectief mogelijk te lezen moet je leesstrategieën toepassen. 

Bepaal n.a.v. de vraag wat je leesdoel is en welke strategie je moet toepassen!

Slide 4 - Diapositive

Leesstrategieën

1. Oriënterend lezen: titel, afbeeldingen -> onderwerp en soort tekst
2. Globaal lezen: inleiding, slot, tussenkopjes, eerste en laatste zin alinea's -> wie/waarover, wat, waar, wanneer, waarom, hoe
3. Intensief lezen: gehele tekst (je hoeft niet alle woorden te kennen om de tekst te begrijpen)

Slide 5 - Diapositive

Vraagsoorten
1) Meerkeuzevraag
2) Open vraag
3) Juist/ onjuist vragen

Slide 6 - Diapositive

Signaalwoorden

Slide 7 - Diapositive

Welke 2 signaalwoorden geven een tegenstelling aan?
A
cependant, par contre
B
enfin, en général
C
avant de, après
D
tout de suite, pendant que

Slide 8 - Quiz

Wat is de functie van het signaalwoord:

pourtant

A
uitbreiding / opsomming
B
gevolg
C
conclusie
D
tegenstelling

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van het signaalwoord:

en résumé
A
uitbreiding / opsomming
B
gevolg
C
conclusie
D
doel

Slide 10 - Quiz

Signaalwoorden
opsomming
reden
gevolg
tegenstelling
doel
conclusie
c'est pourquoi, car
en plus, aussi, ensuite
alors, ainsi
mais, par contre
pour, afin de
enfin, bref, donc

Slide 11 - Question de remorquage

Traduis les connecteurs
ook
ten eerste
inderdaad
ongetwijfeld
zelfs
dus
également
d'abord
en effet
sans aucun doute
même
donc

Slide 12 - Question de remorquage

Als antwoord op een toon-vraag: welk antwoord is niet negatief?
A
Deçu
B
Rassurant
C
Mépris
D
Fâché

Slide 13 - Quiz

Welke toon is niet positief?
A
Admirateur
B
Convaincu
C
Fier
D
Chagrin

Slide 14 - Quiz

Ten slotte
Weet dat de vragen altijd chronologisch worden gesteld.

Dat wil zeggen dat wanneer vraag 1 bijv. over alinea 1 gaat en vraag 3 over alinea 4, dan zal het antwoord van vraag 2 tussen alinea 1 en alinea 4 zitten.

Slide 15 - Diapositive

Om te oefenen:
www.examengemak.nl
www.quizlet.com
www.examenblad.com
www.leren.jojoschool.nl

Slide 16 - Diapositive