16.5 Lichaamsvreemde eiwitten: afstoten of niet 5V 2425
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.5 Lichaamsvreemde eiwitten: afstoten of niet
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.5 Lichaamsvreemde eiwitten: afstoten of niet
Slide 1 - Diapositive
Vandaag 16.5
Leerdoelen 11, 12, 13, 14, 15
Allemaal redelijk losstaande onderwerpen.
(11 en 12 horen wel bij elkaar).
Slide 2 - Diapositive
Leerdoel 11 en 12
Je kunt de verschillen tussen de bloedgroepen van het AB0-systeem beschrijven.
Je kunt uitleggen wat de resusfactor is.
Je kunt de gevolgen van het AB0 systeem en de resusfactor voor bloedtransfusies uitleggen.
Slide 3 - Diapositive
Bloedgroepen
De antigenen op rode bloedcellen bepalen je bloedgroep.
2 typen:
Antigeen A
Antigeen B
Slide 4 - Diapositive
Bloedgroepen
Slide 5 - Diapositive
Bloedgroepen
Je hebt vanaf je geboorte antistoffen in je bloed voor de antigenen die je NIET hebt.
Slide 6 - Diapositive
Antistoffen
Slide 7 - Diapositive
Bloedtransfusie
Krijg je bloedcellen met een antigeen waarvoor je zelf antistoffen aanmaakt dan gaat je bloed klonteren.
Bij een bloedtransfusie wordt eerst de bloedgroep van de ontvanger getest met een kruisproef.
Slide 8 - Diapositive
Kruisproef
Slide 9 - Diapositive
Resusfactor
85%
15%
Slide 10 - Diapositive
Resusfactor
Voor de resusfactor maak je ook antistoffen aan als je ermee in contact komt (bloedtransfusie/bevalling)
Slide 11 - Diapositive
Bloedtransfusie
Welke antigenen?
Welke antistoffen?
Slide 12 - Diapositive
Bloedtransfusie
Bloed-
transfusie
Slide 13 - Diapositive
educationalgames.nobelprize.org
Slide 14 - Lien
Vraag
Leg uit waardoor een donor met bloedgroep 0 ook bloed kan geven aan een ontvanger met bloedgroep B. Gebruik in je antwoord deze woorden: antigenen en antistoffen, donor en ontvanger.
Slide 15 - Diapositive
Resusbaby
Slide 16 - Diapositive
Voorkomen resusbaby
Resuspositieve baby in resusnegatieve moeder.
De moeder krijgt via injectie anti-resus.
Dit anti-resus bindt aan eventueel gelekte bloedcellen tijdens de bevalling en voorkomt dat het afweersysteem van de moeder in actie komt -> geen antistoffen, geen geheugencellen.
Slide 17 - Diapositive
Leerdoel 13
Je kunt de oorzaak uitleggen van afstoting bij transplantaties.
Slide 18 - Diapositive
Orgaantransplantatie
MHC-I en MHC-II eiwitten variëren van mens tot mens.
HLA systeem: Het Human Leukocyte Antigen-systeem
Typering van de MHC-I en MHC-II eiwitten van en persoon.
Vreemde MHC-I en MHC-II eiwitten kunnen óók voor een afweerreactie zorgen en dus voor afstoting van het orgaan.
Slide 19 - Diapositive
Leerdoel 14
Je kunt uitleggen wat auto-immuunziekten zijn.
Slide 20 - Diapositive
Auto-immuunziektes
Het afweersysteem keert zich tegen het eigen lichaam.
Hoe ontstaan ze?
Slide 21 - Diapositive
Ontstaan lymfocyten
Alle lymfocyten ontstaan
uit dezelfde stamcel.
Slide 22 - Diapositive
Rijping lymfocyten
Training B- en T-
lymfocyten:
als ze kunnen binden aan
lichaamseigen antigenen
gaan ze dood.
Slide 23 - Diapositive
Waar zit de thymus?
De thymus zit achter het
borstbeen en verschrompelt
in de puberteit
Slide 24 - Diapositive
Rijping lymfocyten
Gaat te training niet goed dan vallen de B-cellen en/
of Tc-cellen ook lichaamseigen eiwitten aan.
Ziektebeeld afhankelijk van type eiwit.
Slide 25 - Diapositive
Leerdoel 15
Je kunt beschrijven hoe immunotherapie bij kanker werkt.
Slide 26 - Diapositive
Immunotherapie tegen kanker
Tumorcellen worden opgekweekt en samengebracht met lymfocyten.
Lymfocyten die reageren op (actief worden bij) het contact met antigenen op de tumorcellen (op het MHC-I eiwit) worden geïsoleerd en vermeerderd.
Wanneer deze cellen bij de patient worden ingespoten herkennen en doden ze tumorcellen.
Slide 27 - Diapositive
Doel 16.5 Je kunt
de verschillen beschrijven tussen de bloedgroepen van het AB0-systeem en de gevolgen uitleggen voor bloedtransfusies (leerdoel 11)
uitleggen wat de resusfactor is (leerdoel 12)
de oorzaak uitleggen van afstoting bij transplantaties (leerdoel 13)
uitleggen wat auto-immuunziekten zijn (leerdoel 14)
beschrijven hoe immunotherapie bij kanker werkt (leerdoel 15)