5. Variatie in genotypen BS.3

Welke vaktaalwoorden kan je al uitleggen?
Genotype
Fenotype
Variatie in genotype
Chromosomen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welke vaktaalwoorden kan je al uitleggen?
Genotype
Fenotype
Variatie in genotype
Chromosomen

Slide 1 - Diapositive

Variatie in genotypen..................

vul in
A
Ontstaan door verandering in het fenotype
B
Ontstaan in de nakomelingen door geslachtelijke voortplanting

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive

Mutaties
Plotselinge verandering van het genotype (natuurlijk)

Mutagene invloeden (UV straling, röntgenstraling, sigarettenrook) zorgen voor een mutatie.

Een organisme waarbij de mutatie tot uiting
komt in het genotype noemen we mutant.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Nieuwe genotypen
Mutaties zijn niet altijd slecht.

Door mutatie in geslachtelijke voortplanting ontstaat variatie in genotype (nieuwe genotypen)

Slide 6 - Diapositive

Mutatie in een lichaamscel


Vaak geen gevolgen
Mutaties in het DNA van eicellen en zaadcellen

Wel gevolgen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Evaluatie
je kan uitleggen wat een mutatie is.
 je kan uitleggen een mutant is
je kan uitleggen wat mutagene invloeden zijn.

Slide 10 - Diapositive

Hoeveel chromosomen zitten er in de kern van een eicel van de mens?
A
15
B
23
C
30
D
46

Slide 11 - Quiz

Wat is variatie in genotypen?

A
Een nakomeling heeft hetzelfde genotype als de ouders
B
Een nakomeling heeft hetzelfde genotype maar een ander fenotype
C
Een nakomeling heeft en ander genotype dan de ouders

Slide 12 - Quiz

Wat is een mutatie?
A
Een verandering in het fenotype
B
Een verandering in het genotype

Slide 13 - Quiz

Wat heeft meer invloed? Een mutatie in een geslachtscel of een mutatie in een lichaamscel?
A
Geslachtscel
B
Lichaamscel
C
Beide evenveel

Slide 14 - Quiz

Wat kan niet leiden tot mutaties?
A
Uv-stralingen
B
Radioactieve stralingen
C
Sigarettenrook
D
Sporten

Slide 15 - Quiz