Veldwerkopdracht theorie uitleg

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Veldwerkopdracht biologie

Les 1

Planning komende lessen

Les 1 (vandaag): Uitleg theorie

Les 2: Uitleg stappen onderzoek doen

Les 3: Naar buiten! 

Les 4: Werkboekje in de les afmaken 

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kan ik:

• Uitleggen wat biotische en abiotische factoren zijn, en voorbeelden daarvan noemen.
• Vertellen wat duurzaamheid betekent en waarom het belangrijk is voor het milieu.
• Herkennen wat milieuvervuiling is en een voorbeeld geven uit mijn eigen omgeving.
• Een verschil uitleggen tussen positieve en negatieve invloed van de mens op de natuur.

Mens en milieu uitleg

Hoofdstuk 6:

6.1 De aarde gebruiken

6.2 Voedsel voor veel mensen

6.3 Afval

6.4 Duurzaam leven

Biotische en abiotische factoren

- Biotische factoren

- Abiotische factoren

Op welke manieren gebruik je de aarde? 

1. Je gebruikt energie; vaak afkomst uit aardgas en steenkool.
2. Je gebruikt voedsel: plantaardig en dierlijk
3. Je gebruikt grondstoffen: ijzer, hout, aardolie, steen, rubber, katoen
4. Je produceert afval

Mensen beïnvloeden hierdoor 

de aarde

Hoeveel van de aarde gebruik jij?

Ecologische voetafdruk = hoeveel hectare (100 meter x 100 meter) elke bewoner gebruikt. 

Als iedereen op de wereld zou leven zoals jij leeft, hebben we dan genoeg aan 1 aarbol?

https://voetafdruktest.wwf.nl/

(volgende dia)

Uitputting

Mensen gebruiken teveel van de aarde. Uitputting van de aarde is te voorkomen als mensen weer aanvullen wat ze gebruiken. 

In de natuur gebeurt dit!

Denk maar aan de kringlopen. 

De voedselkringloop en de kringloop van verbranding en fotosynthese. Dit zijn gesloten kringlopen.

Kringloop van fotosynthese en verbranding

Hoe putten we de aarde niet uit?

Alles op aarde is een kringloop. Zolang een kringloop goed werkt raken er geen stoffen verloren. Dat noemen we een gesloten kringloop.

Tuinafval wordt compost = mest voor de tuin

Voedsel in Nederland

• In Nederland leven 17.000.000 mensen.
• Al deze mensen eten dagelijks drie maaltijden.
• Dit voedsel wordt voor een groot deel in Nederland geproduceerd.
• Daarnaast gaat er heel veel voedsel van Nederland naar andere landen. 

Hoe produceren boeren zoveel voedsel?

1. Ze produceren veel van hetzelfde gewas =monocultuur.  Veel vee of kippen = intensieve veehouderij of bioindustrie
2. Ze verhogen hun opbrengst door gebruik van mest en krachtvoer 
3. Ze voorkomen schade en ziekte door gewasbeschermingsmiddelen en antibiotica

Wat zijn de gevolgen van het produceren van zoveel voedsel? 

De aarde raakt uitgeput en er is 

teveel mest= mestoverschot

Er komen teveel mineralen in de 

grond = overbemesting, 

bepaalde planten verdwijnen

Er komen teveel mineralen in het 

water, er ontstaat waterbloei

Gevolg van overbemesting = waterbloei

Hierdoor zijn er regels voor boeren

1. Regels voor mest: alleen tussen 2 februari en en 2 september mest op het land aanbrengen met een mestinjectie dat wordt gebruikt door het gewas.  
2. Regels voor gewasbeschermingsmiddelen: ze moeten selectief zijn en biologisch afbreekbaar
3. Regels voor het welzijn van dieren

Wat gebeurt er met afval?

1: Recycling: nuttige toepassing. bv. papier, glas, plastic, gft (compost)

2: Vuilverbrandingsinstallaties: verbranden van restafval

3: Vuilstort: storten op de vuilnisbelt

4: Zwerfafval: afval dat op de straat komt, schadelijk voor milieu

Welke afvalstoffen komen in de lucht?

Door verbranding van fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas en steenkool) komen afvalgassen in de lucht:

• koolstofdioxide
• zwaveldioxide
• stikstofoxiden

Welke afvalstoffen komen in de lucht?

Gevolg van de uitstoot is luchtvervuiling:

Fijnstof (verbranding van fossiele brandstoffen)

Smog (fijnstof - kleine deeltjes stof en roet - blijft hangen door geen wind)

Koolstofdioxide 

Koolstofdioxide (CO2) komt steeds meer in de lucht.

Wat betekent dat?

Een versterkt broeikaseffect!

En dat is een probleem....

Versterkt broeikaseffect

         Natuurlijk broeikaseffect Versterkt broeikaseffect 

Het versterkte broeikaseffect

Het wordt warmer op aarde:

- Het ijs (gletsjers / poolijs) smelt: meer water in zeeën en rivieren

- Het klimaat verandert: de gemiddelde temperatuur stijgt en er valt meer regen

Milieubewust leven

Milieubewust/duurzaam: kiezen voor dingen die zuinig met grondstoffen en energie zijn en die het minst schadelijk zijn voor het milieu.

Bijvoorbeeld:

- Afval recyclen

- Hergebruik van spullen

- Geen plastic wegwerp bekers gebruiken

Duurzame producten hebben vaak een keurmerk

Hoe werken boeren milieuvriendelijk?

• Werken volgens natuurlijke (gesloten) kringlopen
• Milieu vriendelijk onkruid weghalen
• Biologische plaagbestrijding  (met natuurlijke vijanden)
• Diervriendelijk

Dit noemen we biologische landbouw of biologische veeteelt

Verminderen uitstoot broeikasgassen

1. Minder elektriciteit (bijv. licht uit, zuinigere apparaten): minder CO2 uitstoot door verbranding fossiele brandstoffen.
2. Duurzame energie gebruiken (elektrische auto's, windenergie, zonne-energie)
   

Verminderen uitstoot broeikasgassen

1. Biobrandstoffen gebruiken biodiesel uit algen en biogas uit afval en mest)
2. Rook en uitlaatgassen zuiveren(minder fossiele brandstoffen gebruiken, aanpassingen fabrieken, katalysator op auto's, roetfilter op dieselauto's)

Fossiele brandstoffen:

• Steenkool 
  
• Aardgas 
  
• Aardolie 
  

Opdrachten maken

Je maakt de D-toets.

Klaar?
Laat het zien, mag je zelfstandig nakijken.

Leerdoelen behaald?

Aan het eind van deze les kan ik:

• Uitleggen wat biotische en abiotische factoren zijn, en voorbeelden daarvan noemen.
• Vertellen wat duurzaamheid betekent en waarom het belangrijk is voor het milieu.
• Herkennen wat milieuvervuiling is en een voorbeeld geven uit mijn eigen omgeving.
• Een verschil uitleggen tussen positieve en negatieve invloed van de mens op de natuur.