IN_FR_Unit 1_Les 3 23 24

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour!

Qu'est-ce qu'on fait aujourd'hui?

- Corriger les devoirs.

- Révision: se présenter, les questions, les pronoms.

- Apprendre: les verbes être et avoir

Eind van de les kan je...

...jezelf voorstellen en praten over iemand anders.

...de werkwoorden être et avoir vervoegen.

Je me présente...

Je suis... (Ik ben... je naam)

J'ai... (Ik ben... je leeftijd)

Je suis... (Ik ben...je nationaliteit)

J'habite à... (Ik woon in... je stad, buurt)

Les pronoms personels

Je	ik	I
Tu	jij	you
Il/elle	hij/zij	he/she
Nous	wij	we
Vous	jullie	you
Ils/elles	ze	they

ik

Wij

jij

jullie

zij

Ze (jongens)

Je

Tu

Elle

Nous

Vous

Ils

Les questions/Vragen

Que

=

Wat

Comment

=

Hoe

Où

=

Waar

Quelle

=

Wat/Welke

Qui

=

Wie

Wat betekent..
Où habites-tu?

1. Wie ben jij?
2. Hoe oud ben jij?
3. Waar woon jij?

Wat betekent..
Quel âge as-tu?

1. Wie ben jij?
2. Hoe oud ben jij?
3. Waar woon jij?

Vertaal naar het FR:
Ik heet Daan.

Hoe zeg je..
Ik woon in Parijs.

Hoe zeg je ..
Ik ben 12 jaar.

Les verbes=Werkwoorden

Les verbes: être

Je	suis	ik ben
Tu	es	jij bent
Il/elle	est	hij/zij is
Nous	sommes	wij zijn
Vous	êtes	jullie zijn U bent
Ils/elles	sont	ze zijn

Les verbes: avoir

J'	ai	ik heb
Tu	as	jij hebt
Il/elle	a	hij/zij heeft
Nous	avons	wij hebben
Vous	avez	jullie hebben U heeft
Ils/elles	ont	ze hebben

Ik kan de werkwoorden être en avoir vervoegen

😒🙁😐🙂😃

Temps de recherche!

Zoek in Google:

- Hoeveel mensen spreken Frans in het wereld?

- Is Frans binnen de 10e meeste gesproken talen ter wereld?

- In welke landen is Frans gesproken? 

                                Noteer je antwoorden op in je schrift!

Merci!

Au revoir!