Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
M2B - Week 20
M2B
Les 13 mei 2025
Mevr. Vivan
1 / 50
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
50 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
M2B
Les 13 mei 2025
Mevr. Vivan
Slide 1 - Diapositive
Vorige week
Slide 2 - Diapositive
1) teksten lezen uit het boek
- opschrijven: wie/wat/waar/wanneer
2) zelf maken opdrachten 6, 7, 8
3) aan de slag met de
blauwe
woorden
4) zelf maken opdrachten 9, 10, 11, 12, 13
Vandaag
Slide 3 - Diapositive
1) Lees tekst A, B, C of D
intensief
2) Schrijf de vier W's op
3) Bespreken met de klas
Ben je al klaar? Maak dan met alle blauwe woorden in jouw tekst een zin.
Vandaag
Slide 4 - Diapositive
1) tekst C en D lezen
bespreken: wie/wat/waar/wanneer
2) zelf maken opdrachten 6, 7
3) aan de slag met de
blauwe
woorden: zelf maken opdrachten 9, 10, 11, 12, 13
4) grammatica:
zullen
en
zouden
5) zelf maken opdrachten 16, 17, 18, 19
Vandaag: middag
Slide 5 - Diapositive
Blauwe woorden
1
2
3
4
5
6
7
Slide 6 - Diapositive
Welk woord hoor je heel veel?
Slide 7 - Diapositive
Grammatica:
zullen
en
zouden
Slide 8 - Diapositive
Grammatica:
zullen
en
zouden
Als je een
belofte
doet: gebruik
zullen
met een
ander
werkwoord
Ik
zal
goed
luisteren
Jij
zal
goed
luisteren
Hij
zal
goed
luisteren
Wij
zullen
goed luisteren
Slide 9 - Diapositive
Grammatica:
zullen
en
zouden
Als je een
belofte
doet: gebruik
zullen
met een
ander
werkwoord
Ik
zal
goed
luisteren
Jij
zal
goed
luisteren
Hij
zal
goed
luisteren
Wij
zullen
goed luisteren
Als je een
voorstel
doet: gebruik
zullen
in een vraag en met een
ander werkwoord
Zal
ik het boek
geven
?
Zullen
wij het boek
geven
?
Slide 10 - Diapositive
Grammatica:
zullen
en
zouden
Als je een
belofte
doet: gebruik
zullen
met een
ander
werkwoord
Ik
zal
goed
luisteren
Jij
zal
goed
luisteren
Hij
zal
goed
luisteren
Wij
zullen
goed luisteren
Als je een
voorstel
doet: gebruik
zullen
in een vraag en met een
ander werkwoord
Zal
ik het boek
geven
?
Zullen
wij het boek
geven
?
Als je vertelt over een
droom
of
iets dat
misschien
gebeurt
: gebruik
zouden
met een
ander werkwoord
Wat zou je doen?
Ik
zou
het
meenemen
Jij
zou
het
meenemen
Hij
zou
het
meenemen
Wij
zouden
het
meenemen
Slide 11 - Diapositive
Grammatica:
zullen
en
zouden
Slide 12 - Diapositive
M2B
Les 15 mei 2025
Mevr. Vivan
Slide 13 - Diapositive
Vandaag
O
herhalen
blauwe
woorden met het
woordenwiel-dictee
O
opdracht 43 en 44
O
opdracht 45, 46, 47, 48
O schrijfopdracht B1 (als we tijd hebben)
PAUZE
O
Gastles van Centrum 16/22
Slide 14 - Diapositive
Vandaag
O
herhalen
blauwe
woorden met het
woordenwiel-dictee
O
opdracht 43 en 44
O
opdracht 45, 46, 47, 48
O schrijfopdracht B1 (als we tijd hebben)
PAUZE
O
Gastles van Centrum 16/22
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Vandaag
O
herhalen
blauwe
woorden met het
woordenwiel-dictee
O
opdracht 43 en 44
O
opdracht 45, 46, 47, 48
O schrijfopdracht B1 (als we tijd hebben)
PAUZE
O
Gastles van Centrum 16/22
Slide 18 - Diapositive
Vandaag
O
herhalen
blauwe
woorden met het
woordenwiel-dictee
O
opdracht 43 en 44
O
opdracht 45, 46, 47, 48
O schrijfopdracht B1 (als we tijd hebben)
PAUZE
O
gastles van Centrum 16/22
Slide 19 - Diapositive
M2B
Les 16 mei 2025
Mevr. Vivan
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
vandaag
15 mei
1
Uitleg over grammatica: zullen en zouden + quiz
2
Opdrachten maken op het werkblad
+ zelf nakijken met een rode pen
3
Schrijfopdracht A2/B1 zelf maken en inleveren bij de docent
WEEKEND
Slide 22 - Diapositive
G
R
A
M
M
A
T
I
C
A
Slide 23 - Diapositive
Grammatica:
zullen
en
zouden
Zullen
gebruik je om een voorstel of een belofte te doen.
Je gebruikt het altijd samen met een of meerdere andere werkwoorden.
Zullen
is een onregelmatig werkwoord.
De klinker 'u' verandert als je het woord gebruikt in enkelvoud.
enkelvoud
Ik zal
Jij zal
Hij/zij/u zal
meervoud
Wij zullen
Jullie zullen
Zij zullen
zullen in de tegenwoordige tijd
Slide 24 - Diapositive
Grammatica:
zullen
en
zouden
Zullen
gebruik je om een voorstel of een belofte te doen.
Je gebruikt het altijd samen met een of meerdere andere werkwoorden.
Een voorstel doen
Zal ik op jou wachten?
Een belofte doen
Ik zal op jouw wachten.
Slide 25 - Diapositive
'Zal ik u helpen oversteken?'
A
belofte
B
voorstel
Slide 26 - Quiz
'Zullen wij de bladeren opvegen?'
A
belofte
B
voorstel
Slide 27 - Quiz
'Hij zal nooit door rood fietsen'
A
belofte
B
voorstel
Slide 28 - Quiz
'Zal ik thee voor jou inschenken?'
A
belofte
B
voorstel
Slide 29 - Quiz
'Ik zal jou eeuwig trouw blijven'
A
belofte
B
voorstel
Slide 30 - Quiz
Grammatica:
zullen
en
zouden
De verleden tijd van zullen is
zouden
.
Zouden
gebruik je voor verschillende betekenissen.
Je gebruikt het altijd samen met een of meerdere andere werkwoorden.
enkelvoud
Ik zou
Jij zou
Hij/zij/u zou
meervoud
Wij zouden
Jullie zouden
Zij zouden
zullen in de verleden tijd
er is geen voltooide tijd van zullen.
'gezuld' bestaat dus niet.
Slide 31 - Diapositive
Grammatica:
zullen
en
zouden
De verleden tijd van zullen is
zouden
.
Zouden
gebruik je voor verschillende betekenissen. Je leert er vijf.
Je gebruikt het altijd samen met een of meerdere andere werkwoorden.
Betekenis 1: een vriendelijke vraag of een verzoek
'zou jij even op mij willen wachten?'
Slide 32 - Diapositive
Grammatica:
zullen
en
zouden
De verleden tijd van zullen is
zouden
.
Zouden
gebruik je voor verschillende betekenissen. Je leert er vijf.
Je gebruikt het altijd samen met een of meerdere andere werkwoorden.
Betekenis 1: een vriendelijke vraag of een verzoek
'zou jij even op mij willen wachten?'
Betekenis 2: een wens of iets dat je graag wilt
'ik zou willen dat de zon schijnt'
Slide 33 - Diapositive
Grammatica:
zullen
en
zouden
De verleden tijd van zullen is
zouden
.
Zouden
gebruik je voor verschillende betekenissen. Je leert er vijf.
Je gebruikt het altijd samen met een of meerdere andere werkwoorden.
Betekenis 1: een vriendelijke vraag of een verzoek
'zou jij even op mij willen wachten?'
Betekenis 2: een wens of iets dat je graag wilt
'ik zou willen dat de zon schijnt'
Betekenis 3: vertellen over een droom of fantasie
'als ik een rijbewijs had, dan zou ik met de auto naar school gaan'
Slide 34 - Diapositive
'Zou jij de band op willen pompen?'
A
vriendelijke vraag
B
wens
C
droom of fantasie
Slide 35 - Quiz
'Ik zou willen dat de winkel open was'
A
vriendelijke vraag
B
wens
C
droom of fantasie
Slide 36 - Quiz
'Ik zou willen dat ik kon vliegen'
A
vriendelijke vraag
B
wens
C
fantasie of wens
Slide 37 - Quiz
'Zou jij de winkel open willen doen?'
A
vriendelijke vraag
B
wens
C
fantasie of droom
Slide 38 - Quiz
'Als ik een superkracht kon hebben, dan zou ik willen vliegen'
A
vriendelijke vraag
B
wens
C
fantasie of droom
Slide 39 - Quiz
'Zou jij de deur op slot kunnen doen?'
A
vriendelijke vraag
B
wens
C
fantasie of droom
Slide 40 - Quiz
'Als ik veel geld had, dan zou ik een huis kopen'
A
vriendelijke vraag
B
wens
C
fantasie of droom
Slide 41 - Quiz
Grammatica:
zullen
en
zouden
De verleden tijd van zullen is
zouden
.
Zouden
gebruik je voor verschillende betekenissen. Je leert er vijf.
Je gebruikt het altijd samen met een of meerdere andere werkwoorden.
Betekenis 1: een vriendelijke vraag of een verzoek
'zou jij even op mij willen wachten?'
Betekenis 2: een wens of iets dat je graag wilt
'ik zou willen dat de zon schijnt'
Betekenis 3: vertellen over een droom of fantasie
'als ik een rijbewijs had, dan zou ik met de auto naar school gaan'
Betekenis 4: als je boos bent omdat iemand zijn belofte niet heeft gedaan (verwijt)
'jij zou het aan de docent vragen!'
Slide 42 - Diapositive
Grammatica:
zullen
en
zouden
De verleden tijd van zullen is
zouden
.
Zouden
gebruik je voor verschillende betekenissen. Je leert er vijf.
Je gebruikt het altijd samen met een of meerdere andere werkwoorden.
Betekenis 1: een vriendelijke vraag of een verzoek
'zou jij even op mij willen wachten?'
Betekenis 2: een wens of iets dat je graag wilt
'ik zou willen dat de zon schijnt'
Betekenis 3: vertellen over een droom of fantasie
'als ik een rijbewijs had, dan zou ik met de auto naar school gaan'
Betekenis 4: als je boos bent omdat iemand zijn belofte niet heeft gedaan (verwijt)
'jij zou het aan de docent vragen!'
Betekenis 5: een advies geven
'ik zou een paraplu meenemen'
Slide 43 - Diapositive
'Jij zou toch de afwas doen!'
A
verwijt
B
advies
Slide 44 - Quiz
'Als ik jou was, dan zou ik stoppen met roken'
A
verwijt
B
advies
Slide 45 - Quiz
'Jij zou het brood toch in de koelkast doen!'
A
verwijt
B
advies
Slide 46 - Quiz
'Wat is je huis vies. Ik zou zo snel mogelijk de afwas doen'
A
verwijt
B
advies
Slide 47 - Quiz
'Oei, ik zou het brood niet opeten!'
A
verwijt
B
advies
Slide 48 - Quiz
vandaag
15 mei
1
Uitleg over grammatica: zullen en zouden + quiz
2
Opdrachten maken op het werkblad
+ zelf nakijken met een rode pen
3
Schrijfopdracht A2/B1 zelf maken en inleveren bij de docent
WEEKEND
Slide 49 - Diapositive
Slide 50 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
zullen zouden
May 2025
- Leçon avec
29 diapositives
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Futurum
May 2025
- Leçon avec
33 diapositives
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Klare taal plus - les 9 - toekomende tijd
November 2024
- Leçon avec
25 diapositives
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
6. toekomende tijd
February 2024
- Leçon avec
24 diapositives
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
2b2 zullen zouden geld en werk
March 2024
- Leçon avec
32 diapositives
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Klare taal plus - les 9 - toekomende tijd
January 2025
- Leçon avec
23 diapositives
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Zinnen maken met Modale Werkwoorden
April 2024
- Leçon avec
19 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 2
2b2 zullen zouden geld en werk
February 2024
- Leçon avec
24 diapositives
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1