5.7 grammatica 1MK deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

1MK2

Planning

• 8 minuten lezen
• Lesdoelen
• Theorie
• Aan de slag

Lesdoelen

1. Je leert de woordsoorten persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord benoemen;
   
2. Je leert het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord goed gebruiken.

Wat kun je zeggen met voornaamwoorden?

1. Hoe laat het is
2. Van wie iets is
3. Wat het weer is
4. Waar wij heen gaan

Staat het BZV voor het ZN of achter?

1. Voor
2. Achter

Wat is het BZV in de zin:
Onze schoenen hebben we vast uitgedaan.

1. Onze
2. Schoenen
3. Hebben
4. We

Wat is het BZV in de zin:
Mijn zusje fietst naar school.

1. Zusje
2. Mijn
3. School
4. Fietst

Kan een BZV alleen in een zin staan?

1. Ja
2. Nee

Wat staat er altijd bij een BZV?

1. PSV
2. VZ
3. ZN
4. WW

Kunnen er nog andere woorden staan tussen het BZV en het ZN?

1. Ja
2. Nee

PSV

BZV

Jouw

Mij

Jou

Mijn

U

Uw

Uitlegfilmpje

Bezittelijk voornaamwoord

Mijn

Jouw, je/ uw

Zijn/ haar

Ons, onze

Uw

Hun

Wat is mijn in de zin:
Ik heb mijn broer een mooi cadeau gegeven

1. PSV
2. BZV

Wat is me in de zin:
Ik heb die rare broer van me een mooi cadeau gegeven.

1. PSV
2. BZV

Wat is jouw in de zin:
Mag ik jouw fiets even lenen?

1. PSV
2. BZV

Wat is jou in de zin:
Is die fiets van jou of van iemand anders?

1. PSV
2. BZV

Wat is uw in de zin:
Mag ik uw rijbewijs even zien?

1. PSV
2. BZV

Wat is u in de zin:
Ik zag u net door rood rijden, klopt dat?

1. PSV
2. BZV

Ezelsbruggetje

Kun je het voornaamwoord vervangen door hij of zij? Dan is het een persoonlijk voornaamwoord.

Kun je het vervangen door zijn of haar? Dan is het een bezittelijk voornaamwoord

Zij/ze of hun

Hun is wél een voornaamwoord, maar nóóit het onderwerp van een zin.

Wat is hun in de zin:
Ik heb hun het probleem uitgelegd.

1. PSV
2. BZV

Wat is hun in de zin:
Zij hebben hun huis verkocht.

1. PSV
2. BZV

Zij / ze

Gebruik als onderwerp altijd zij of ze.

Zij hebben een geweldige presentatie gegeven!

De volgende keer doen ze het vast weer zo goed.

Paragraaf 5.7

Maken opdrachten 9-10-11-12-15