Voortplantingsorganen SO
Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
baarmoedermond
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1 / 12
Éléments de cette leçon
Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
baarmoedermond
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Slide 1 - Question de remorquage
Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het mannelijke geslachtsorgaan?
teelbal
bijbal
prostaat
zaadblaasje
zwellichaam
zaadleider
Sperma
1
2
3
4
5
6
7
Slide 2 - Question de remorquage
Welk geslachtsorgaan past bij welke functie?
Sleep de functie naar het juiste geslachtsorgaan.
urinebuis
zwellichaam
prostaat
balzak
zaadleider
zaadblaasje
bijballen
teelballen
Vervoeren van zaadcellen.
Vocht toevoegen aan zaadcellen, waardoor deze beter gaan bewegen.
Huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen.
Tijdelijk opslaan van zaadcellen.
Vocht met voedingsstoffen toevoegen aan zaadcellen.
De penis in erectie brengen.
Produceren zaadcellen en het hormoon testosteron
Vervoeren van urine en sperma.
Slide 3 - Question de remorquage
Welk deel van het vrouwelijk geslachtsorgaan heeft de meeste tastzintuigen?
A
Clitoris
B
Schaamlippen
C
Vagina
D
Baarmoeder
Slide 4 - Quiz
Dit onderdeel van het mannelijke geslachtsorgaan maakt mannelijke geslachtshormonen
A
Teelballen
B
Bijballen
C
Penis
D
Zaadleider
Slide 5 - Quiz
Dit onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan maakt vrouwelijke geslachtshormonen
A
Eileider
B
Eierstokken
C
Baarmoeder
D
Vagina
Slide 6 - Quiz
In dit onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan vindt innesteling plaats
A
vagina
B
baarmoedermond
C
baarmoederslijmvlies
D
eileider
Slide 7 - Quiz
Liggen alle geslachtsorganen bij een man in de penis?
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
Dit deel van het mannelijk geslachtsorgaan slaat de spermacellen tijdelijk op
A
Teelballen
B
Bijballen
C
Zaadblaasjes
D
Zwellichamen
Slide 9 - Quiz
Een gevoelig gedeelte van het mannelijk geslachtsorgaan is...
A
de voorhuid
B
de penis
C
de teelballen
D
de eikel
Slide 10 - Quiz
Hoe heet het deel van de mannelijk geslachtsorgaan aangegeven met nummer 4?
A
Zaadblaasje
B
Urineblaas
C
Zaadleider
D
Prostaat
Slide 11 - Quiz
In welk deel van de vrouwelijke geslachtsorganen ontmoet de eicel de zaadcellen?
A
Eierstok
B
Vagina
C
Eileider
D
Baarmoeder
