Woordenschat - introductie

Programma
  • Vijftien minuten lezen
  • Introductie Woordenschat
  • Het belang van woordenschat
  • Oefeningen maken

Toets Woordenschat 
timer
15:00
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Programma
  • Vijftien minuten lezen
  • Introductie Woordenschat
  • Het belang van woordenschat
  • Oefeningen maken

Toets Woordenschat 
timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Introductie Woordenschat
  • Toets (16 mei): hoofdstuk 1 t/m 6
  • Hoofdstuk 4, 5 en 6 in de komende twee weken
  • Voor volgende week dinsdag (23 april): hoofdstuk 4 
  • Mondeling: willekeurig vijf leerlingen, precieze betekenis kennen
  • Bonuspunt: alles goed? +0,5 

Slide 2 - Diapositive

Hoeveel woorden kennen jullie? (Vul een aantal in)

Slide 3 - Question ouverte

Hoeveel woorden kenden jullie toen jullie begonnen op de basisschool? (Vul wederom een aantal in)

Slide 4 - Question ouverte

Bedenk voor jezelf

Hoeveel procent van de woorden moet je kennen om een tekst te begrijpen? 

Slide 5 - Diapositive

60%
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - . We hebben geen - meer. Singapore is maar - - - met een - - -. We - met - - dat we niet - kunnen. - - ik - een - met een - aan - -, het - er -. Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar dat is een niet meer te - - geworden. 

Slide 6 - Diapositive

70%
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - . We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk - -. We - met - - dat we niet anders kunnen.  - - ik - een huis met een - aan beide -, het - er -. Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar
 dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 7 - Diapositive

80%
We moeten -, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk groeiende bevolking . We - met zo’n - dat we niet anders kunnen. - - ik - 
 een huis met een - aan beide - , het liefst er -. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de - wijze van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 8 - Diapositive

90%
We moeten omhoog, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking . We - met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. - - ik iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er -. Voor de - mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te - -  
geworden.

Slide 9 - Diapositive

100%
We moeten omhoog, zei een architect uit Singapore tegen me. We hebben geen ruimte meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We kampen met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. Net zoals ik wil iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er omheen. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te realiseren droom geworden.

Slide 10 - Diapositive

Dus..
  • Het is ontzettend belangrijk om een uitgebreide woordenschat te hebben! 

Slide 11 - Diapositive

Wat betekent het woord 'abri'?
A
dampkring
B
ziekte waarbij je niet wilt eten
C
proefoptreden
D
wachthokje bij een bus- of tramgehalte

Slide 12 - Quiz

Bij welk woord past de beschrijving: 'eigenmachtig'?
A
abstract
B
actueel
C
autoritair
D
authentiek

Slide 13 - Quiz

Wat ben je als je een 'atheïst' bent?
A
Dan geloof je niet dat God bestaat
B
Dan ben je gezaghebbend
C
Dan ben je uitheems/vreemd
D
Dan ben je goedgelovig

Slide 14 - Quiz

Wat is een 'confidentie'?
A
vertrouwelijke mededeling
B
beschaving
C
voorwaarde
D
afstand tussen twee tonen

Slide 15 - Quiz

Wat betekent 'ethiek'?
A
feit of toestand die invloed uitoefent op iets anders
B
driedimensionaal
C
geheel van principes op het gebied van het juiste handelen
D
volkomen hetzelfde

Slide 16 - Quiz

Afsluiting
  • Volgende week dinsdag: hoofdstuk 4 

Slide 17 - Diapositive