Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Dit, dat, deze, die (les 16 klare taal)
Aanwijzende voornaamwoorden
Dit, dat, deze of die?
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
ISK
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Aanwijzende voornaamwoorden
Dit, dat, deze of die?
Slide 1 - Diapositive
Welkom
Jas uit, capuchon af
Telefoon in je tas
Neem een laptop
(GEEN koptelefoon)
Ga rustig zitten
Log in op de laptop
Praat zachtjes met je buur
Slide 2 - Diapositive
Overzicht van de les
Wie is er wel en wie niet?
Hoe is het met je?
Verwachtingen
Lesdoel
Dit/dat - die/deze
Aan de slag
Afsluiting
Slide 3 - Diapositive
Verwachtingen
Tijdens de les:
Luister je stil mee tijdens de instructie;
Werken we rustig alleen of samen;
Doe je actief mee;
Ben je verantwoordelijk voor je eigen gedrag;
Mag je
altijd
om hulp vragen als het even niet lukt.
Slide 4 - Diapositive
Lesdoel
Ik kan:
Dit
of
dat
gebruiken.
Deze
of
die
gebruiken.
Ik weet:
Iets aan te wijzen dat dichtbij (hier) of ver weg (daar) is.
Wat ik in het enkelvoud en meervoud kan kiezen.
Slide 5 - Diapositive
Wat weet je al?
Slide 6 - Diapositive
Wat gaan we doen?
De uitleg en regels bekijken bij dit, dat, deze of die.
Oefenen met dit, dat, deze of die.
Slide 7 - Diapositive
Uitleg
Dit, dat, deze of die?
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Dit
Wanneer gebruik je DIT?
1. het - woorden
2. dichtbij
3. enkelvoud
het boek - dit boek
het raam - dit raam
het meisje - dit meisje
Slide 10 - Diapositive
Dat
Wanneer gebruik je DAT?
1. het - woorden
2. ver weg
3. enkelvoud
het boek - dat boek
het raam - dat raam
het meisje - dat meisje
Slide 11 - Diapositive
Deze
Wanneer gebruik je DEZE?
1. De - woorden
2. dichtbij
3. enkelvoud of meervoud
de hond - deze hond
de honden - deze honden
de man - deze man
Slide 12 - Diapositive
Die
Wanneer gebruik je DIE?
1. De - woorden
2. ver weg
3. enkelvoud of meervoud
de hond - die hond
de honden - die honden
de man - die man
Slide 13 - Diapositive
De regels
Deze, die,
dit
en
dat
...
wijst iets of iemand aan.
kan in plaats van het lidwoord staan.
staat voor het zelfstandig naamwoord.
Slide 14 - Diapositive
De regels
Deze, die,
dit
en
dat
gebruiken we als we iets specifieks beschrijven.
Slide 15 - Diapositive
De regels
Bij een
het
-woord gebruik je altijd
dat of dit
.
Bij een
de
-woord gebruik je altijd
die of deze
.
de jongen - deze / die jongen
de avond - deze / die avond
het meisje - dit / dat meisje
het huis - dit / dat huis
Slide 16 - Diapositive
De regels
Wanneer iets
dichtbij
ligt,
gebruik je
deze
(bij een
de-woord
)
of
dit
(bij een
het-woord
).
Wanneer iets
verder weg
ligt,
gebruik je
die
(bij een
de-woord
)
of
dat
(bij een
het-woord
).
Slide 17 - Diapositive
Het schema
Dichtbij
Ver weg
De-woorden
Deze
Die
Het-woorden
Dit
Dat
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Nu jullie..
Slide 21 - Diapositive
instructie om in lessonup te komen
Hoe doe ik mee met de taalles?
1. Ga op internet naar
lessonup.app
2. Voer de code in.
3. Typ je echte naam in.
4. Wacht totdat iedereen er klaar voor is.
Slide 22 - Diapositive
Dit, dat, deze en die verwijzen naar..
A
Dingen
B
Mensen
Slide 23 - Quiz
Welk woord hoort er niet bij?
A
Dat
B
Daar
C
Dit
D
Deze
Slide 24 - Quiz
Wat is goed?
A
die pen
B
deze pen
C
dit pen
D
dat pen
Slide 25 - Quiz
Wat is goed?
A
deze kind
B
die kind
C
dit kind
D
dat kinderen
Slide 26 - Quiz
We hebben ... auto gewassen.
A
die
B
dit
C
deze
D
dat
Slide 27 - Quiz
Ik heb ... bericht niet gelezen.
A
die
B
dit
C
deze
D
dat
Slide 28 - Quiz
Dichtbij
Ver weg
Het - woorden
De- woorden
Meervoud
Dit
Dat
Deze
Die
Slide 29 - Question de remorquage
Aan de slag
Maak de oefeningen van Klare Taal Les 16
Vragen stellen kan als ik bij je langskom! Zachtjes werken!
Slide 30 - Diapositive
Afsluiting
Dit kan ik al goed / Dit moet ik nog oefenen
de instructie 2x lezen
de oefening correct verwerken
mijn antwoorden nakijken
Hoe ging het?
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Vidéo
Plus de leçons comme celle-ci
Deze die dit dat
May 2024
- Leçon avec
14 diapositives
NT2
ISK
1B4 - 27 mei 25 - Dit, dat, deze, die (Taalcompleet 8.11)
May 2025
- Leçon avec
39 diapositives
NT2
ISK
Dit, dat, deze, die (les 16 klare taal)
May 2025
- Leçon avec
33 diapositives
NT2
ISK
5.9 meervoud vormen
January 2025
- Leçon avec
26 diapositives
NT2
Secundair onderwijs
Woordsoorten: Lidwoorden
January 2025
- Leçon avec
37 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
Lidwoorden Theorie en oefeningen
September 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
spellingsregels herhaling (geen werkwoordspelling)
November 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Primary Education
Age 8,9
Lidwoorden
September 2023
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs