NN6 1BK H4 Taalverzorging 1 - persoonsvorm tt

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Spoorboekje

- inloggen LessonUp

- terugblik

- lesdoelen

- oefeningen en theorie

- wat heb je geleerd

- aan het werk

Hoeveel heb jij af van je poëzieverslag?

1. Ik heb minder dan drie zelfgeschreven gedichten af
2. Alle zelfgeschreven gedichten
3. Alles is af, nu moet het nog in de PowerPoint
4. Ik heb alles af en kan de opdracht inleveren.

Lesdoelen

• Je leert over de tegenwoordige tijd van de persoonsvorm..

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Er zijn drie vormen van de persoonsvorm tegenwoordige tijd:

1. ik-vorm
2. ik-vorm + t
3. hele werkwoord

ik-vorm

Je gebruikt deze bij:

• ik

        ik fiets - ik loop - ik vind

• ...... jij

       fiets jij - loop jij - vind jij

ik- vorm + t

Je gebruikt deze bij:

• jij

        jij fietst - jij loopt - jij vindt

• hij/zij

       hij/zij fietst - hij/zij loopt - hij/zij vindt

hele werkwoord

Je gebruikt deze bij:

• wij

        wij fietsen - wij lopen - wij vinden

• jullie

       jullie fietsen - jullie lopen - jullie vinden

• zij/ze

       zij/ze fietsen - zij/ze lopen - zij/ze vinden

De docent (struikelen) over de tas.

1. struikel
2. struikelt
3. struikelen

Ik (vragen) me af of dit antwoord goed is.

1. vraag
2. vraagt
3. vragen

De leerling (vinden) zijn boek niet in zijn tas.

1. vind
2. vindt
3. vinden

De jongen (verhuizen) naar de provincie Groningen.

1. verhuis
2. verhuiz
3. verhuizt
4. verhuist

De leerlingen (werken) aan hun huiswerk.

1. werk
2. werkt
3. werken

Wat kan ik nu?

• De verschillende vormen van de persoonsvorm tegenwoordige tijd herkennen
• De ik-vorm, ik-vorm+t en het hele werkwoord gebruiken. 

Wat ga je doen?

Ik ga zelfstandig aan het werk

Ik ga met de docent de opdrachten bespreken en daarna aan het werk

Aan het werk

Maak van hoofdstuk 4 - taalverzorging 1 - persoonsvorm tegenwoordige tijd opdracht 6 t/m eind