Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
2.1 Voortplantingsstelsel van een man
Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
Slide 1 - Diapositive
Wat weten we al?
Slide 2 - Diapositive
Voortplantingsstelsel
Slide 3 - Carte mentale
Leerdoelen 2.1
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man met hun ligging, bouw en functies noemen, in een afbeelding aanwijzen en hun werking beschrijven.
Slide 4 - Diapositive
Uitwendige geslachtsorganen
Bij een man zie je de penis en de balzak. Dit zijn uitwendige geslachtsorganen.
De penis bestaat uit de schacht, de eikel en de voorhuid.
De eikel is gevoelig en reageert op aanraking. De voorhuid ligt om de eikel heen en beschermt de eikel.
Slide 5 - Diapositive
Zwellichamen
De penis kan groter en stijver worden als de zwellichamen zich vullen met bloed, dit noemen we een erectie.
Dit gebeurt als een man seksueel opgewonden is, maar kan ook op andere momenten gebeuren. Bijvoorbeeld tijdens de slaap, de penis is bij alle mannen verschillend.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Hygiëne
Onder de voorhuid wordt vocht aangemaakt. Daar kunnen bacteriën van leven.
Als er veel bacteriën groeien, gaat het vies ruiken en kan het ontsteken.
Daarom is het belangrijk om bij het douchen de voorhuid even terug te trekken en de eikel en voorhuid af te spoelen met water.
Gebruik hierbij geen zeep, dat kan de slijmvliezen irriteren.
Bij sommige jongens wordt hun voorhuid, of deel hiervan weggehaald. Dit gebeurt tijdens een besnijdenis. Dit gebeurt om godsdienstige, medische of hygiënische redenen.
Slide 8 - Diapositive
Inwendige geslachtsorganen
De andere delen van het voortplantingsstelsel van een man liggen in de onderbuik.
Onder de penis ligt een huidplooi: de balzak. Daarin zitten de teelballen en de bijballen.
Vanaf de puberteit maken de teelballen elke dag miljoenen zaadcellen. Deze worden tijdelijk opgeslagen in de bijballen.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Zaadlozing 1/2
Bij een zaadlozing verlaten 50 tot 150 miljoen zaadcellen het lichaam. Dat gaat als volgt:
De zaadleiders vervoeren zaadcellen uit de bijballen richting het prostaat.
De zaadblaasjes voegen vocht toe aan de zaadcellen.
De prostaat voegt ook vocht toe aan de zaadcellen.
Vanuit de prostaat gaat het sperma de urinebuis in.
Het sperma komt via de eikel uit de penis.
Slide 11 - Diapositive
Zaadlozing 2/2
Sperma bestaat uit zaadcellen en vocht uit de zaadblaasjes en de prostaat. Door het vocht kunnen de zaadcellen goed bewegen. het vocht bevat ook voedingsstoffen voor de zaadcellen.
De urinebuis vervoert ook urine. Voor een zaadlozing komt vaak eerst voorvocht uit de urinebuis. Dit vocht maakt de urinebuis schoon.
Zo kan het zuur van de urine de zaadcellen niet aantasten. Voorvocht kan al een klein aantal zaadcellen bevatten.
Als er geen zaadlozing plaatsvindt, lossen de zaadcellen op in het lichaam. Er is dan weer plaats voor nieuwe zaadcellen.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Begrippen 2.1
Balzak
Bijballen
Eikel
Penis
Prostaat
Teelballen
Urinebuis
Voorhuis
Zaadblaasjes
Zaadleiders
Zwellichamen
Slide 14 - Diapositive
Ik kan nu
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man met hun ligging, bouw en functies noemen, in een afbeelding aanwijzen en hun werking beschrijven.
Slide 15 - Diapositive
Aan het werk!
Maken KB: 2.1 : 1 t/m 6
Maken BB: 2.1: 1 t/m 6
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.