VWO 2 Herhaling Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Nederlands 

Grammatica (de Brug)herhalen: zinsdelen

Herhaling 

• Herhaling: De zeven stappen 
• Oefenen,oefenen, oefenen

Piet                                           Persoonvorm

Zag                                           Zinsdelen

Grote                                        Gezegde

Overhemden                         Onderwerp

Liggen                                    Lijdend voorwerp

Met                                          Meewerkend voorwerp

(Vieze                                        Voorzetsel voorwerp)

Blauwe                                    Bijwoordelijke bepaling

STAP 1: PERSOONSVORM

1. De zin vragend maken
2. De zin in een andere tijd zetten
3. Verander de zin van getal (meervoud --> enkelvoud of andersom)

STAP 2: ZINSDELEN

• Een woord of groepje woorden dat bij elkaar hoort

• Je kunt een zinsdeel in zijn geheel voor de PV zetten

• De man | geeft | het meisje | een appel

STAP 2:  GEZEGDE

werkwoordelijk/ naamwoordelijk

STAP 2:  GEZEGDE

werkwoordelijk/ naamwoordelijk

Alle werkwoorden in een zin

PV + alle andere werkwoorden in de zin

Johan heeft een cadeau gekregen

                 Werkwoordelijk gezegde

Alle werkwoorden in een zin opzoeken

PV + alle  andere werkwoorden

Het onderwerp: doet iets/ actie

Johan heeft een cadeau gekregen

                 Naamwoordelijk gezegde

• Een eigenschap van het Onderwerp
• Het zegt dat het Onderwerp iets is of wordt iets
• Koppelwerkwoord (zijn, worden, blijven, lijken, schijnen,heten, dunken, voorkomen
• Kern+ zelfstandig naamwoord en/of bijvoeglijk naamwoord

Milou had gisteren een appel opgegeten. PV +Gezegde

Arnold wordt later zeer waarschijnlijk wiskundeleraar (pv+gezegde)

STAP 4: ONDERWERP

WIE/WAT + wwg/nwg --> Onderwerp (Wie doet het?)

Op Valentijnsdag | schonk | de werkersraad | enkele verbaasde werkers | een prachtige roos

STAP 5: LIJDEND VOORWERP

WIE/WAT + wwg + OW --> LV (Wie ondergaat het?)

Bij een Naamwoordelijk gezegde nooit een LV

Begint nooit met een voorzetsel!

Op Valentijnsdag | schonk | de werkersraad | enkele verbaasde werkers | een prachtige roos

STAP 6: meewerkend voorwerp 

AAN WIE/WAT + wwg + OW + LV (de ontvangende partij)

aan/voor

Op Valentijnsdag | schonk | de werkersraad | enkele verbaasde werkers | een prachtige roos

Manon stuurde de lieve werkers gisteren een mail.

Bespreking zin

Manon = OW

Stuurde = PV/WWG

De lieve werkers = MW

Gisteren = ?

Een mail = LV

Stap 7: Bijwoordelijke bepaling

De prullenbak van de zinsdelen: alle zinsdelen die overblijven nadat je stap 1 t/m 7 (6)hebt gehad!

Stel jezelf de vragen: waar, wanneer, waarom, hoelang, waarheen, waarvandaan, hoe en waarmee?

De atleet gaf tijdens de training de bal aan zijn verbaasde trainer.

Bespreking zin

De atleet = OW ; gaf = PV/WWG ; tijdens de training = BWB

de bal = LV ; aan zijn verbaasde trainer = MW

Opdracht zinsontleding/huiswerk

• Maak de opdracht keuze en  6 in (duo's)(249)
• Gebruik het stappenplan en de LessonUp (18-06)
• Lever de opdracht in via de inleverlink in Its learning