L18: Humor is (niet) om te lachen
1 / 30
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Naar welke soort humor gaat jullie voorkeur?
sarcasme(bijtende kwetsende spot)
cynisme(harde humor)
zwarte humor(ziektes en dood)
absurde humor(situaties vervormen)
woordspelingen(woordgrapjes)
parodie(imitaties)
Slide 4 - Sondage
Slide 5 - Diapositive
a Heeft de mens altijd al moppen verteld?
Slide 6 - Question ouverte
b Waarom worden er nu minder moppen verteld?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Wat is een sketch?
Slide 11 - Carte mentale
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Hoe proberen de makers hun publiek aan het lachen te brengen?
A
...grappige dingen zeggen
B
...er vreemd uitzien.
C
...ongewone karaktertrekken
D
...vreemde dingen doen in een bepaalde context.
Slide 14 - Quiz
cynisme
absurde humor
parodie
zwarte humor
Humor over onderwerpen die in het dagelijkse leven tot de taboesfeer behoren.
Vorm van humor waarbij men vertrekt van een onrealistisch uitgangspunt / idee en dat tot in het absurde uitwerkt.
Bittere humor waaruit je de teleurstelling van de humorist in zichzelf of anderen kan afleiden.
Een humoristische nabootsing van een bekend persoon, gebeurtenis, film of serie.
Slide 15 - Question de remorquage
Slide 16 - Diapositive
A
parodie
B
zwarte humor
C
cynisme
D
absurde humor
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
A
zwarte humor
B
absurde humor
C
cynisme
D
situatiehumor
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
A
woordspeling
B
absurde humor
C
cynisme
D
situatiehumor
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
A
parodie
B
absurde humor
C
cynisme
D
situatiehumor
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
A
parodie
B
absurde humor
C
cynisme
D
karakterhumor
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Diapositive
A
parodie
B
absurde humor
C
cynisme
D
karakterhumor
Slide 27 - Quiz
Waarom zou ik gaan stemmen? Het zijn toch allemaal zakkenvullers, die politici.
A
absurde humor
B
zwarte humor
C
karakterhumor
D
cynisme
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Diapositive
A
parodie
B
absurde humor
C
situatiehumor
D
woordspeling
