Trede 7: Leesvaardigheid

Trede 7, Nederlands: Leesvaardigheid





trede 6, leesvaardigheid
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Trede 7, Nederlands: Leesvaardigheid





trede 6, leesvaardigheid

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Je weet wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn.

Slide 2 - Diapositive

Opfrissen
Hoe vind je het onderwerp van een tekst?



Hoe omschrijf je het onderwerp van een tekst?

Slide 3 - Diapositive

Opfrissen
Hoe vind je het onderwerp van een tekst?
- Welk woord komt vaak voor in een tekst?
- Titel, illustratie(s), eerste alinea, tussenkopjes.

Hoe omschrijf je het onderwerp van een tekst?
- In 1 of een paar woorden.

Slide 4 - Diapositive

Opfrissen
Welke vijf tekstdoelen ken je?

Slide 5 - Diapositive

Opfrissen
Welke vijf tekstdoelen ken je?
Informeren
Overtuigen
Instrueren
Activeren
Amuseren

Slide 6 - Diapositive

Opfrissen
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 7 - Diapositive

Opfrissen
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
- Een heel korte samenvatting in één zin. 
- Het is het belangrijkste wat de schrijver wil vertellen.
- De hoofdgedachte = het onderwerp + dat wat daarover verteld wordt.


Slide 8 - Diapositive

Opfrissen
Wat zijn de hoofd- en bijzaken van een tekst?




Slide 9 - Diapositive

Opfrissen
Wat zijn de hoofd- en bijzaken van een tekst?
- Alle belangrijke informatie over het onderwerp en de hoofdgedachte. 
- Feiten, jaartallen of eigenschappen van het onderwerp. 
- Alles wat je opschrijft als je de tekst samenvat. (kernzinnen)

- Minder belangrijke zaken noem je bijzaken.
- Bijzaken zijn voorbeelden en extra uitleg.

Slide 10 - Diapositive

Signaalwoorden
Weet je het nog? Die woorden die de zinnen aan elkaar voegen? 

Die worden ook wel signaalwoorden genoemd. Deze woorden geven tekstverbanden aan.

Slide 11 - Diapositive

Signaalwoorden
Signaalwoorden geven een signaal dat er een bepaald verband bestaat tussen zinsdelen, zinnen of alinea's.

Slide 12 - Diapositive

Tekstverbanden
Er bestaan verschillende soorten zins- en alineaverbanden. 
Hieronder volgen de belangrijkste verbanden met een voorbeeldje. 

Opsomming  Ten eerste ben ik vroeg opgestaan. Ook maakte ik huiswerk.
Tijdvolgorde Eerst stond ik vroeg op, daarna maakte ik huiswerk.
Tegenstelling Vandaag regent het, maar gisteren scheen de zon.
Oorzaak-gevolg Ik werkte hard, waardoor ik nu moe ben.

Slide 13 - Diapositive

Opsomming
In een pretpark staan vaak verschillende attracties. In de eerste plaats is er altijd wel een achtbaan. Daarnaast is er vaak een spookhuis en reuzenrad. Ten slotte vind je er kraampjes met snoepjes en ijs.

Signaalwoorden opsomming o.m.:
en, ook, verder, bovendien, ten eerste, daarbij, daarnaast, zowel, niet alleen... maar ook, ten eerste, ten tweede...



Slide 14 - Diapositive

Tegenstelling
Lynn houdt erg van achtbanen, maar haar zus Britt niet.

Ik heb vanochtend de bus gemist, toch was ik op tijd op school.

Signaalwoorden tegenstelling o.m.:
maar, echter, toch, daarentegen, integendeel, enerzijds... anderszijds..., 
aan de andere kant, in tegenstelling tot... 



Slide 15 - Diapositive

Tijdvolgorde
Britt gaat eerst naar het spookhuis, daarna naar de trampolines en als laatste eet ze nog een patatje voordat ze naar huis gaat.

Signaalwoorden tijdsvolgorde o.m.:
eerst, dan, daarna, vervolgens, uiteindelijk, ten slotte, toen, nu, voordat...



Slide 16 - Diapositive

Oorzaak-gevolg
Lynn is te vaak in de achtbaan geweest. Daardoor is ze een beetje misselijk geworden.

Signaalwoorden oorzaak-gevolg o.m.:
doordat, waardoor, daardoor, als gevolg van...


Slide 17 - Diapositive

Aan de slag!
Eerst maak je de opdrachten op papier.
Daarna kun je verder in de portal, trede 7 - lezen.

Uitleg hoofdgedachte, hoofdzaken en bijzaken, 
signaalwoorden en tekstverbanden staan in Teams.

Lees dit door, want maandag hebben we een leestoets!
timer
0:35

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo