5.2 Europa wordt christelijk




5.2 Europa wordt christelijk
Tijd van monniken en ridders, 500 - 1000
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon




5.2 Europa wordt christelijk
Tijd van monniken en ridders, 500 - 1000

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

1. Verspreiding christendom NL
690: Willibrord gaat naar NL met een groep missionarissen om Nederland te bekeren.

Willibrord werd benoemd tot aartsbisschop en liet op verschillende plekken kerken bouwen

Nederlanders hadden een polytheïstische godsdienst (godsdienst met meerdere goden)

Christenen zeiden: Germanen hebben niet het juiste geloof en werden heidenen genoemd

Slide 3 - Diapositive

2. Bonifatius
Ook Bonifatius gaat als missionaris naar NL 
--> hakte boom om --> laten zien dat boom geen godheid was

Christendom werd steeds belangrijker in Nederland, maar hij werd in het jaar 754 vermoord

Slide 4 - Diapositive

3. Christelijk Europa
Ook veel tegenstand richting Christendom
Kerken worden in brand gestoken en missionarissen worden vermoord door de Friezen en Saksen (Germanen) 
-> ze probeerden dus eerst koningen te bekeren - Die maakten zijn onderdanen Christelijk 

Bij Karel de Grote bekeerden er veel mensen zich en zorgde dat veel mensen Christen worden in zijn Rijk -.> werden gedwongen

Jaar 1000: bijna heel Europa is christelijk en hierdoor stoppen de Vikingen met hun plundertochten

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Vermenging van culturen
  • Europa werd langzaam Christelijk maar Germaanse tradities bleven bestaan.
  • Sommige elementen van de Germaanse cultuur werden vermengd met de nieuwe christelijke cultuur.
  • Christelijke feesten werden bijvoorbeeld op Germaanse feestdagen gevierd.

Slide 7 - Diapositive

Invloedrijke geestelijken

  • Geestelijken (mensen die werken voor de kerk) moesten de paus gehoorzamen en zich houden aan de regels van de kerk.
  • De geestelijkheid had veel invloed in de samenleving.
  • De pastoor of priester legde tijdens  kerkdienst  uit hoe mensen moesten leven en wat ze wel en niet mochten volgens de kerk.
  • Alleen geestelijken konden lezen en schrijven. Daardoor hadden ze vaak hoge posities als adviseurs van vorsten.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Monniken
  • De monniken leefden apart van de samenleving in een klooster. Er waren ook nonnen (vrouwelijke monniken).
  • Klooster bestond uit gebouwen met daarbij een stuk landbouwgrond.
  • Ze moesten gehoorzamen aan de abt, het hoofd van het klooster.
  • Hun leven moest uitsluitend bestaan uit bidden en werken 
  • Dat werken bestond vaak uit het overschrijven van christelijke of klassieke teksten.
  • De kerk was erg rijk door giften van de vorsten en hoge edelen
Een middeleeuws klooster.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Maken deze les
5.2 Europa wordt christelijk

opdracht 1, 4, 8, 10, 13

werkboek blz. 122-125

Slide 12 - Diapositive

Maken deze les
5.2 

Opdracht 5 t/m 10


Slide 13 - Diapositive