3.4 Het Christendom

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de Lessonup! 
  4. Ben je zover? Toppertje 
  5. Google: Wat is de meest voorkomende godsdienst ter wereld?

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de Lessonup! 
  4. Ben je zover? Toppertje 
  5. Google: Wat is de meest voorkomende godsdienst ter wereld?

Slide 1 - Diapositive

De meest voorkomende godsdienst ter wereld is het christendom, met ongeveer 2,4 miljard aanhangers, wat ongeveer 31% van de wereldbevolking uitmaakt. 
Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling vorige les
  2. Leerdoelen
  3. Start maken met 3.4 Het Christendom
  4. Jezus van Nazareth
  5. Keizer Nero
  6. Verspreiding Christendom
  7. Aan de slag! 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling: Wie gingen er naar de thermen?
A
De armen
B
De proletariërs
C
De rijken
D
De gladiatoren

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling: Waarom vonden Romeinen lichamelijke verzorging belangrijk?
A
Omdat ze anders geen toegang kregen tot het Colosseum
B
Omdat ze verplicht waren elke dag naar de thermen te gaan.
C
Omdat ze dachten dat een schoon lichaam geluk bracht in de liefde
D
Omdat ze geloofden dat een gezonde geest niet zonder een gezond lichaam kon.

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling: Voor wie waren de gladiatorengevechten bedoeld, en waar vonden die plaats?
A
Voor het gewone volk, in het Colosseum
B
Voor rijke Romeinen, in de thermen
C
Voor kinderen, op het Forum Romanum
D
Voor soldaten, op het trainingsveld

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling H2:
Het Christendom is ... godsdienst?
A
Polytheïstische
B
Monotheïstische

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1.  Hoe het Christendom terecht kwam in het Romeinse Rijk.
  2. Waarom de Christenen de schuld kregen van alles wat fout ging in het Romeinse Rijk.
  3. En hoe het Christendom zich heeft verspreid over de wereld.




Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.4 Het Christendom
Christus Pantocrator
Deze afbeeldingen noemen we:Christus Pantocrator. 
Dat betekent in het Grieks: "Jezus als heerser van alles".

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jezus van Nazareth
  • 63 v. Chr. veroverden de Romeinen Joods gebied > aanmerking met Christendom.
  • Monotheïstische godsdienst (?)
  • Verlosser zou de Joden bevrijden van al het kwaad. Ook van de Romeinen?
  • Jezus kreeg veel aanhangers - Christenen.
  • Koning van de Joden (?)
  • De Romeinen vonden Jezus gevaarlijk! 
  • Kruisiging - Opstand voorkomen - Straf voor een opstandige slaaf.
  • Keizer Nero
Joods gebied
Schilderij Jezus
Jezus draagt het kruis. Schilderij uit 1580.
Keizer Nero en Christenen
Suetonius schreef een boek over het leven van twaalf keizers. Over Nero schreef hij onder meer: ‘Tijdens de regering van Keizer Nero werden er straffen opgelegd aan de christenen, een soort mensen van een nieuw, boosaardig geloof.’ 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LD: Hoe kwam het Christendom terecht in het Romeinse Rijk?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Keizer Nero
  • Romeinse schrijver Tacticus schreef het volgende: 'Een soort mensen van een nieuw, boosaardig geloof.' 
  • Nero was bang voor een opstand!
  • De Christenen kregen de schuld van alles!
  • 'Beestenvellen aangetrokken om door wilde honden verscheurd te worden, gekruisigd of aangestoken om te dienen als straatverlichting.'
  • 64 na Chr > De brand van Rome.
  • Halfbroer, moeder, vrouw, vrouw & vrouw.
Keizer Nero
Nero was een Romeinse keizer die leefde van 37 tot 68 na Christus. Hij werd keizer toen hij pas 16 jaar oud was. Tijdens zijn regering vond in het jaar 64 een grote brand in Rome plaats. Sommige mensen dachten dat Nero die brand zelf had aangestoken. Hij gaf de schuld aan de christenen en liet er veel straffen. Nero was geen geliefde leider. Uiteindelijk pleegde hij zelfmoord toen hij 30 jaar oud was.
Christenen in de arena van het Colosseum
Brand in Rome
Rond het jaar 100 schreef de Romeinse historicus Tacitus: ‘In 64 was er een grote brand: de helft van Rome brandde af. Al gauw werd verteld dat keizer Nero de brand had laten aansteken, omdat hij ruimte nodig had voor een nieuw paleis. Daarom gaf Nero de christenen de schuld. Hij liet hen zwaar straffen. Zo kregen zij beestenvellen aangetrokken om door wilde honden verscheurd te worden, of ze werden gekruisigd, of ze werden door vuur gedood: aan het eind van de dag werden ze aangestoken om te dienen als straatverlichting.’

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LD: Waarom deed Keizer Nero verschrikkelijke dingen tegen de Christenen?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Christendom wordt verspreid
  • Discipelen (leerling/volgeling) verspreiden het Christendom > wegen goed en veilig. 
  • De Boodschap sprak veel mensen aan: (?)
  • Voor God is iedereen gelijk, voor ieder goed mens is er een plek in de hemel. 
  • Christendom verspreidde via mensen! Hoe zou jij het vertellen als discipel?

  • Opdracht: Schrijf in 2-3 zinnen in je schrift wat jij als discipel over Jezus zou vertellen aan mensen in het Romeinse Rijk.
timer
4:00

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1.  Hoe het Christendom terecht kwam in het Romeinse Rijk.
  2. Waarom de Christenen de schuld kregen van alles wat fout ging in het Romeinse Rijk.
  3. En hoe het Christendom zich heeft verspreid over de wereld.




Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LD: Met welke boodschap zou jij als discipel het Christendom verspreiden?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen.
LD1: Hoe het Christendom terecht kwam in het Romeinse Rijk.
LD2: Waarom de Christenen de schuld kregen van alles wat fout ging in het Romeinse Rijk.
LD3: En hoe het Christendom zich heeft verspreid over de wereld.
Ja!!
Nee, totaal niet...
Nog niet, wel bijna!

Slide 18 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Boek 1 vmbo-t/havo
Paragraaf 3.4 Het Christendom
Opdracht: 1, 2, 3, 4 & 5


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij
  3. Kom in de Lessonup! 
  4. Ben je zover? Toppertje 
  5. Vraag: Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Christus Pantocrator
Deze afbeeldingen noemen we:Christus Pantocrator. 
Dat betekent in het Grieks: "Jezus als heerser van alles".

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling vorige les
  2. Leerdoelen
  3. Afmaken 3.4 Het Christendom
  4. Christendom als staatsgodsdienst
  5. Feiten en meningen 
  6. Oefening
  7. Aan de slag!

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling: Hoe kwam het Christendom terecht in het Romeinse Rijk?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling: Wat is geen reden voor de verspreiding van het Christendom?
A
De Romeinse wegen waren veilig.
B
Door de Romeinse wegen was het Romeinse Rijk goed bereikbaar.
C
Als je je bekeerde tot het Christendom kreeg je geld van de Romeinen. Dit sprak veel mensen aan.
D
De boodschap van het Christendom sprak veel mensen aan.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1. Wat Paus betekent.
  2. Je kent het begrip staatsgodsdienst
  3. Je kent Constantijn de grote en Theodosius 1.
  4. En ook weet je het verschil tussen een feit en mening.




Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Christendom wordt staatsgodsdienst
  • Ondanks gevaar groeiden de Christenen (?)
  • Christenen hielpen elkaar > georganiseerd. 
  • Bisschop - Leider van Christenen in gebied.
  • De bisschop werd later Paus (Papa, vader).
  • 312 Constantijn de Grote werd Christen, het Christendom werd toegestaan. 
  • Je mocht nu je eigen godsdienst kiezen.
  • Droom: won alle veldslagen als Christen.
  • Waarschijnlijk bang voor opstanden. Christendom > Rust!
Mozaïek doop van keizer Constantijn
De paus doopt keizer Constantijn. Na de doop is iemand christen. Mozaïek uit de zesde eeuw.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Christendom wordt staatsgodsdienst
  • 394 Theodosius I verplichte iedereen Christen te zijn.
  • Was je geen Christen, dan werd je gestraft.
  • Staatsgodsdienst - Godsdienst die door de regering wordt beschermd en als enige toegestaan is.
  • Omdat de keizer en ambtenaren Christen waren verspreidde de godsdienst zich snel. 
  • In Nederland sloeg het Christendom niet aan > natuurgoden.
  • Wel al kleine groepen Christenen in steden.
Theodosius 1
Staatsgodsdienst
In het begin werden christenen in het Romeinse Rijk vaak vervolgd. Maar dat veranderde toen keizer Constantijn de Grote in het jaar 313 zei dat christenen niet meer gestraft mochten worden.

Steeds meer mensen werden christen, en in het jaar 380 besloten drie keizers dat het christendom de officiële godsdienst van het Romeinse Rijk werd. Dat noemden ze het Edict van Thessaloniki.

Vanaf dat moment waren andere godsdiensten niet meer toegestaan, en werden oude tempels gesloten.
Ambtenaar
Een ambtenaar is iemand die werkt voor de overheid, zoals bij de gemeente, politie of belastingdienst.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Door welke Romeinse keizer werd het Christendom toegestaan in het Romeinse rijk?
A
Caesar
B
Theodosius I
C
Constantijn
D
Augustus

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Feiten en meningen
  • Feiten zijn dingen die echt waar zijn en iedereen kan controleren. 
  • Meningen zijn wat iemand denkt of voelt.
  • Feit - Deze school heet de CSG Prins Maurits in Middelharnis.
  • Mening - Blauw is de mooiste kleur.

  • Oefenen > Ga in het goede gangpad staan!

  • Bedenk zelf een feit en een mening en schrijf op in je schrift.
  • Oefenen met feiten en meningen.


timer
3:00

Slide 29 - Diapositive

Feiten:
  • Jezus leefde ongeveer 2000 jaar geleden.
  • De bijbel is het heilige boek van het christendom.
  • Keizer Constantijn liet christenen met rust vanaf het jaar 313.
  • In 380 werd het christendom staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk.
  • De Romeinen geloofden eerst in meerdere goden.
  • Paulus reisde veel om het christendom te verspreiden.
  • Christenen werden in het begin van de Romeinse tijd vervolgd.
Meningen:
  • Het christendom is beter dan andere godsdiensten.
  • De bijbel is een moeilijk boek.
  • Het was een goede beslissing om het christendom staatsgodsdienst te maken.
  • Het geloof in meerdere goden klinkt spannender dan in één god.
  • Christelijke kerken zijn mooier dan tempels.
Een olifant is groter dan een muis.

A
Feit
B
Mening

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Blauw is de mooiste kleur.

A
Feit
B
Mening

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voetbal is de leukste sport.
A
Feit
B
Mening

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Feyenoord is de beste club van Nederland
A
Feit
B
Mening

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1. Wat Paus betekent.
  2. Je kent het begrip staatsgodsdienst
  3. Je kent Constantijn de grote en Theodosius 1.
  4. En ook weet je het verschil tussen een feit en mening.




Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LD: Wat is een staatsgodsdienst?
A
Een godsdienst die in het hele land gevolgd moet worden.
B
Een godsdienst die je mag volgen in een land.
C
Een godsdienst die alleen de keizer volgt.
D
Een godsdienst die verboden is, maar toch gevolgd wordt.

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen.
LD1: Wat Paus betekent.
LD2: Je kent het begrip staatsgodsdienst
LD3: Je kent Constantijn de grote en Theodosius 1.
LD4: En ook weet je het verschil tussen een feit en mening.
Ja!!
Nee, totaal niet...
Nog niet, wel bijna!

Slide 36 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Boek 1 vmbo-t/havo
Paragraaf 3.4 Het Christendom
Opdracht 7, 8, 10 & 11
Extra 13

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions