Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Handel & Economie
Werken achter de kassa
Slide 1 - Diapositive
Geld teruggeven
Fioretti College
E&O Service & Sales
Slide 2 - Diapositive
Planning
Uitleg
Wisselgeld teruggeven
Als de docent aan het woord is, is iedereen stil
Heb je een vraag/wil je iets zeggen? Steek je hand/vinger op!
Slide 3 - Diapositive
Wie betaald er nog wel eens contant in de winkel?
Steek je hand/vinger op!
Wat koop je dan precies?
Slide 4 - Diapositive
Wordt contant betalen steeds populairder of juist minder populair?
Steek je hand/vinger op!
Verklaar jouw antwoord
Slide 5 - Diapositive
Waarom?
Contant betalen komt nog steeds voor in winkels
Niet alle kassasystemen zijn hetzelfde
Onderdeel van het CSPE
Slide 6 - Diapositive
Een klant moet €7,30 afrekenen en betaald met een biljet van €10. Hoeveel euro krijgt de klant terug?
Slide 7 - Question ouverte
Een klant moet 15,54 afrekenen en betaald met een biljet van €20. Hoeveel euro krijgt de klant terug?
Slide 8 - Question ouverte
Een klant moet €38,17 afrekenen en betaald met een biljet van €50. Hoeveel euro krijgt de klant terug?
Slide 9 - Question ouverte
Hoe ga jij te werk?
Stap 1: bereken het bedrag dat de klant terug moet krijgen
Stap 2: munt- en biljetkeuze. Altijd zo groot mogelijk! bijv. €6,70 = 1x €5, 1x €1, 1x €0,50 en 1x €0,20
Stap 3: geld aan de klant overhandigen. Doortellen! Beginnen met de kleinste munt of biljet. Oplopend Dus; eerst 5 cent, dan 10 cent, dan 20 cent, etc.
Slide 10 - Diapositive
Het wisselgeld is €4,35. Welke munten en biljetten geef je terug?
Slide 11 - Question ouverte
Het wisselgeld is €16,77. Welke munten en biljetten geef je terug?
Slide 12 - Question ouverte
Het wisselgeld is €31,53. Welke munten en biljetten geef je terug?
Slide 13 - Question ouverte
Hoe tel je door?
Met teruggeven begin je met de kleinste munt(en)
Tel de waarde van de munt(en) die je teruggeeft op bij het bedrag dat de klant moet betalen bijv. de klant moet €9,90 betalen en betaald met een biljet van €10. Klant krijgt €0,10 terug.
€9,90 en €0,10 maakt €10
Slide 14 - Diapositive
Oefenen met doortellen
Voorbeeld
Een klant koop voor €12,75 aan producten en betaald met een biljet van €20. Hoe tel je door in deze situatie?
€12,75 en 5 cent maakt €12,80
€12,80 en 20 cent maakt €13
€13 en €2 maakt €15
€15 en €5 maakt €20
Slide 15 - Diapositive
Oefenen in duo's
Envelop met benodigdheden
Kies twee situaties die jij wilt spelen
Speel de situatie na met degene naast je
Klaar? Draai de rollen om en speel een nieuwe situatie
Intussen gaat elk groepje een keer mee met meneer van der Zwaag om uitleg te krijgen over de kassa in het winkeltje
timer
20:00
Slide 16 - Diapositive
Wat heb je geleerd deze les? Wat vind je nog lastig? Wanneer kan deze vaardigheid van pas komen?