NN7 THV2 - H11: Zinsdeelzinnen

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
10:00
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les:
  • Ik kan onderscheid maken tussen zinsdelen en zinsdeelzinnen.
  • Ik kan zinsdeelzinnen herkennen en benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
  • Herhalen 
  • Uitleg + oefenen H11
  • Zelf aan de slag!

Slide 3 - Diapositive

Noteer van de zin: pv, ow, wg, lv, mv, bwb.
'Tijdens de les gaf Nouschka alle weekendnieuwtjes door aan Jolinde.'

Slide 4 - Question ouverte

Noteer van de zin: pv, ow, wg, lv, mv, bwb.
'Heeft Herman Brood dit museum ooit een van zijn schilderijen geschonken?'

Slide 5 - Question ouverte

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Slide 6 - Diapositive

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm

VB: Evelien werkt bij de bakker. 


Samengestelde zin: zin met meer dan 1 persoonsvorm

VB: Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes. 

Slide 7 - Diapositive

Daniël had zich opnieuw verslapen, omdat hij had zitten gamen tot laat in de avond.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 8 - Quiz

Mattia heeft zijn tas al ingepakt.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 9 - Quiz

Hoofd- en bijzinnen
Als een zin twee persoonsvormen heeft, is het een samengestelde zin. Deze samengestelde zin bestaat uit hoofdzinnen of hoofd- en bijzinnen.

Slide 10 - Diapositive

Samengevat
Hoofdzin:
Pv en ow naast elkaar
Pv staat vooraan

Bijzin:
Pv en ow niet naast elkaar
Pv staat achteraan.

Slide 11 - Diapositive

Toen de zomervakantie dichtbij kwam, werden sommige leerlingen minder gemotiveerd.
A
1x HZ
B
2x HZ
C
BZ + HZ
D
HZ + BZ

Slide 12 - Quiz

Daniël had zich opnieuw verslapen, omdat hij had zitten gamen tot laat in de avond.
A
1x HZ
B
2x HZ
C
BZ + HZ
D
HZ + BZ

Slide 13 - Quiz

Maakt deze nieuwe sport een kans?
A
1x HZ
B
2x HZ
C
BZ + HZ
D
HZ + BZ

Slide 14 - Quiz

Zinsdeelzinnen

Slide 15 - Diapositive

Zinsdeelzinnen
Als een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin (HZ) en een bijzin (BZ), is de bijzin een onderdeel (een zinsdeel) van de hoofdzin. Je zet dan strepen om de bijzin. Dit is één zinsdeel.

Een zinsdeel is een zinsdeelzin als er een persoonsvorm in staat.

Slide 16 - Diapositive

Zinsdeelzinnen
De meest voorkomende zinsdeelzinnen zijn:
  • onderwerpszin (ow-zin)
  • lijdendvoorwerpszin (lv-zin)
  • meewerkendvoorwerpszin (mv-zin)
  • bijwoordelijke bepalingszin (bwb-zin), 'bijwoordelijke bijzin'

Slide 17 - Diapositive

Zinsdeelzin: hoe pak je dit aan?
Stap 1: Zoek de persoonsvorm(en). Zet de zin in een andere tijd.
Stap 2: Bepaal of de zin enkelvoudig of samengesteld is.
Stap 3: Samengesteld? Zijn het twee hoofdzinnen of een hoofdzin en een bijzin?
Stap 4: Is de zin een bijzin? Zet dan strepen om de zin, zodat het een zinsdeel wordt.
Stap 5: Benoem de zin (ow-zin, lv-zin, mv-zin, bwb-zin). 

Slide 18 - Diapositive

Voorbeeld op het bord:
Omdat ze vanavond moet oppassen, heeft Vienne vanmiddag haar toets geleerd. 

Deze zin gaan we samen ontleden: stap voor stap.

Slide 19 - Diapositive

Antwoord

Slide 20 - Diapositive

Je ontleedt dus eigenlijk gewoon de zin.
Alleen de bijzin is één zinsdeel.
En dat noem je een zinsdeelzin.

Die zinsdeel zin is dan het: onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp of de bijwoordelijke bepaling. 

Je zet er gewoon -szin achter


Slide 21 - Diapositive

Dat zij geen zin heeft, is zeer begrijpelijk.

A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz
D
bz + bz

Slide 22 - Quiz

Wat is de functie van de bijzin?

Hij besloot niet te gaan, omdat hij zich niet lekker voelde.
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 23 - Quiz

We gaan niet op vakantie, want we willen geld besparen
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz
D
bz + bz

Slide 24 - Quiz

Dat hij dat niet kan, weten we al een tijdje.
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz
D
bz + bz

Slide 25 - Quiz

Wat is de functie van de bijzin?

Dat hij dat niet kan, weten we al een tijdje.
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 26 - Quiz

Aan hen die niet luisteren, vertel ik mijn geheimen niet.
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz
D
bz + bz

Slide 27 - Quiz

Wat is de functie van de bijzin?

Aan hen die niet luisteren, vertel ik mijn geheimen niet.
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 28 - Quiz

Wat is de functie van de bijzin?

Dat zij geen zin heeft, is zeer begrijpelijk.

A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 29 - Quiz

*Hij besloot niet te gaan, omdat hij zich niet lekker voelde.
A
hz + hz
B
hz + bz
C
bz + hz
D
bz + bz

Slide 30 - Quiz

Wat vind je nog lastig?

Slide 31 - Question ouverte

Aan de slag!
Maak Cursus Gram. H11 Zinsdelen: opdr. 1 t/m 5.
Je mag dit samen doen, maar overleg zachtjes.
Werk uit het boek!

Klaar? 
Lees uit je leesboek.

Slide 32 - Diapositive