HEJ - 1BKA Spelling meervouden

Maak je huiswerk af:
Basis: maak opdr. 1 t/m 5 (blz. 218-219)
Kader: maak opdr. 1 t/m 6 (blz. 226-227)

Klaar? Lezen uit je leesboek.
§4 Meervouden
Voordat we beginnen:
WELKOM 1BKA
SPELLING
timer
10:00
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Maak je huiswerk af:
Basis: maak opdr. 1 t/m 5 (blz. 218-219)
Kader: maak opdr. 1 t/m 6 (blz. 226-227)

Klaar? Lezen uit je leesboek.
§4 Meervouden
Voordat we beginnen:
WELKOM 1BKA
SPELLING
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

  • Je kunt meervouden op -s en -en spellen.
  • Je kunt uitleggen waarom je meervouden op een bepaalde manier spelt.
Lesdoelen

Slide 2 - Diapositive

1. Herhaling vorige lessen
2. Verder met cursus 7: Spelling.
3. Uitleg paragraaf 3.
4. Opdrachten maken 
5. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Hoeveel punten heb jij gescoord?
Tussen de 0-3 punten
Tussen de 3-5 punten
Tussen de 5-8 punten

Slide 5 - Sondage

Slide 6 - Diapositive

Je organiseert een verrassingsfeest voor je ouders of je beste vrienden.
Maak een boodschappenlijst die je kunt gebruiken om het eten, drinken en de versiering te kopen. Noteer ten minste tien dingen in het meervoud.

Slide 7 - Diapositive

Je organiseert een verrassingsfeest voor je ouders of je beste vrienden.

Maak een boodschappenlijst die je kunt gebruiken om het eten, drinken en de versiering te kopen. Noteer ten minste tien dingen in het meervoud.

Slide 8 - Question ouverte

Meervouden
Als er van iets één is, noem je dat enkelvoud. Als er van iets meer dan één is, noem je dat meervoud.

Zo maak je een meervoud:

Je maakt van een zelfstandig naamwoord meestal een meervoud door
-en of -s achter het woord te zetten: vriend → vrienden; schrift → schriften; kerel → kerels; wielrenner → wielrenners.

Slide 9 - Diapositive

Let op!
Soms moet je daarnaast nog:
Een -f- in een -v- veranderen (de f/v-regel): brief → brieven; hof → hoven.
Een -s- in een -z- veranderen (de s/z-regel): gans → ganzen; paleis → paleizen.
De laatste letter (medeklinker) verdubbelen: jas → jassen; pit → pitten.
Een a, e, o of u (klinker) weghalen: muur → muren; heer → heren.

Gebruik bij twijfel een (online) woordenboek of woordenlijst.

Slide 10 - Diapositive

Meervoud op -en
Meervoud op -s
pepernoot
tennisracket
handschoen
Airpod

Slide 11 - Question de remorquage

Goede meervouden
Foute meervouden
brieven
gansen
muuren
jassen
boefen
kaarsen

Slide 12 - Question de remorquage

Meervoud op -en
Meervoud op -'s
Twee meervouden
Bijzonder meervoud
Geen meervoud
rijst
kassa
leeuw
gedachte
zeeman

Slide 13 - Question de remorquage

Keuze 
1. Samen extra oefenen? Blijf dan in de LessonUp en doe mee met de quiz. 

2. Maak zelfstandig de opdrachten in je boek. 
Cursus 7 -> §4 Meervouden
Basis: maak opdr. 1 t/m 3 (blz. 220-221)
Kader: maak opdr. 1 t/m 6 (blz. 228-229)

Slide 14 - Diapositive

Met turnen maakte ze een sprong en toen meerdere (...) in de lucht.

Slide 15 - Question ouverte

Het zijn gevaarlijke dieren in de zee met zwart-witte kleuren.

Slide 16 - Question ouverte

Ken je die dieren die spugen? Dat zijn ...

Slide 17 - Question ouverte

Heb jij de (...) van je huis wel goed opgeborgen, zodat je ze niet kwijtraakt?

Slide 18 - Question ouverte

Heb is snoep, het zit aan een stokje en het duurt lang voordat het op is.

Noteer het meervoud hiervan.

Slide 19 - Question ouverte

Mensen gebruiken dit voorwerp om droog te blijven als het regent.

Noteer het meervoud hiervan.

Slide 20 - Question ouverte

Aan het werk
Wat?
Cursus 7.4 Meervouden
Basis: maak opdr. 1 t/m 3 (blz. 220-221)
Kader: maak opdr. 1 t/m 6 (blz. 228-229)
Hoe?
Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
De 4 B's en het oogje.
Tijd
Timer.
Klaar?
Werk verder aan paragraaf 7 (mixopdrachten) of lees verder in je leesboek.
timer
15:00

Slide 21 - Diapositive

  • Je kunt meervouden op -s en -en spellen.
  • Je kunt uitleggen waarom je meervouden op een bepaalde manier spelt.
Lesdoelen

Slide 22 - Diapositive

meervouden

Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 23 - Quiz

Meervoud: wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's

Slide 24 - Quiz

Wat is het meervoud van meervoud?

Slide 25 - Question ouverte