Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welcome!
Take your seats
sit with 2 or max 3 students
face the tv screen
login to this lessonup
Slide 1 - Diapositive
Do you remember the present simple forms of:
To be (zijn)
to do (doen)
to have (hebben)
raise your hand if you do.
Slide 2 - Diapositive
Do you remember the present simple forms of: To be (zijn) to do (doen) to have (hebben)
Slide 3 - Question ouverte
Present simple
Goals: I can answer questions in the present tense.
I can talk about myself and other people.
I can use the correct verb forms.
Slide 4 - Diapositive
Present simple
De present simple is de tegenwoordige tijd in het Engels.
Je gebruikt de present simple om gewoontes en feiten te beschrijven.
She walks to school every day.
Water boils at 100 degrees Celcius.
Text
Text
Slide 5 - Diapositive
Present simple
The present simple is also known as the shit rule.
SHE, HE & IT krijgen een S na het werkwoord.
I work in the garden every Saturday. Water boils at 100 degrees.
He works in the garden every Saturday. She runs faster.
S
H
I
T
-regel
Slide 6 - Diapositive
He ____ fast.
A
run
B
runs
Slide 7 - Quiz
We _____ in the garden.
A
work
B
works
Slide 8 - Quiz
Nathan _____ really nice.
A
looks
B
look
Slide 9 - Quiz
Present Simple
Uitzonderingen
Sis-klank
'do' en 'go'
medeklinker + Y
Slide 10 - Diapositive
PRESENT SIMPLE bij he/she/it
Werkwoorden die eindigen op -s, -ss, -x, -z, -sh, of -ch (sis-klank)
I dismiss -> he dismisses
I guess -> she guesses
I relax -> he relaxes
I buzz -> she buzzes
I shush -> he shushes
I watch -> she watches
Slide 11 - Diapositive
Present Simple bij he/she/it
Eindigt een werkwoord op -o? Dan komt er bij he, she en it
-esachter.
I do -> he does
I go -> it goes
Slide 12 - Diapositive
Present simple bij he/she/it
Eindigt het werkwoord op medeklinker -y, dan wordt deze vervangen door -ies.
I carry - he carries
I worry - she worries
I deny - it denies
Slide 13 - Diapositive
He always ____(carry) her lunchbox.
Slide 14 - Question ouverte
On Monday, he _____ (go) to the gym.
Slide 15 - Question ouverte
My dad always _____ (fix) my bike.
Slide 16 - Question ouverte
In depresent simple plak je standaard achter het werkwoord bij he/she/it een.........
Als je te maken hebt met een werkwoord dat eindigt op een s-klank of het het werkwoord to do of to go is, dan plak je bij he/she/it daar ......... achter in depresent simple.
Als je te maken hebt met een werkwoord dat eindigt op een medeklinker + Y, dus haal je bij he/she/it de Y weg en vervang je door........ in de present simple.
Als je in depresent simple te maken hebt met I, you, we of they verander je .......... aan het werkwoord.
Slide 17 - Question de remorquage
Practise
Present simple handout (max 10 minutes)
Speaking exercise handout (max 10 minutes)
timer
8:00
Slide 18 - Diapositive
Ik kan de present simple (shit-regel) toepassen in Engelse zinnen. Ik ken de regels bij een sisklank, -y, -o.