Hoofd- en bijzaken, havo 2

Hoofd- en bijzaken
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofd- en bijzaken

Slide 1 - Diapositive

Lees alinea 1 van de tekst.

Wat is de belangrijkste zin?

Slide 2 - Diapositive

De belangrijkste zin is zin 1.

Die zin noem je de kernzin.
Meestal is dat de eerste of
laatste zin. Soms de tweede.

De rest van de alinea bevat
uitleg (Die ... gebruiken.) voorbeelden (Als ... kwam).

Slide 3 - Diapositive

De kernzinnen in een tekst
zijn de hoofdzaken.
Wat minder belangrijk is,
zoals uitleg en voorbeelden,
zijn de bijzaken.

In een samenvatting of
schema van een tekst zet je
alleen de hoofdzaken.

Slide 4 - Diapositive

Probeer in je samenvatting
signaalwoorden (maar, dus,
bijvoorbeeld, enz.) te
gebruiken om verbanden
tussen zinnen en alinea's
aan te geven.

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn hoofdzaken?
A
Hoofdzaken geven de belangrijkste informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd in één zin.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker.
D
Alle bijzaken bij elkaar.

Slide 6 - Quiz

Wat zijn bijzaken?
A
uitleg
B
toelichting
C
voorbeelden
D
feiten

Slide 7 - Quiz

Hoofd- en bijzaken staan nooit samen in één alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Welke leesstrategie pas je toe als je op zoek gaat naar de hoofd- en bijzaken?
A
oriënterend lezen
B
globaal lezen
C
zoekend lezen
D
precies lezen

Slide 9 - Quiz

Is de volgende zin een hoofd- of bijzaak?

De topsnelheid is 32 kilometer per uur, heel wat in die tijd.
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 10 - Quiz

Hoofdzaak of bijzaak?
Zin 1: Het hoofd van de plaatselijke brandweer heeft vaak gevreesd voor zijn leven.

Zin 2: Vorige week liep ik in een brandend huis, toen er opeens een deel van het plafond naar benden kwam dat me op een haar naar miste.
A
Beide zinnen zijn hoofdzaken
B
Beide zinnen zijn bijzaken
C
Zin 1 = hoofdzaak / zin 2 = bijzaak
D
Zin 1 = bijzaak /zin 2 = hoofdzaak

Slide 11 - Quiz

hoofdzaak
bijzaak
kernzin
de rest van de alinea
Hierin wordt extra info gegeven, zoals voorbeelden of uitleg.
Dit is de belangrijkste informatie in een tekst.
Hierin staat de belangrijkste informatie van een alinea.
Minder belangrijke informatie.

Slide 12 - Question de remorquage

Aan de slag
  • Maak je weektaak (week 21)
Cursus 1: Meer dan lezen - §5 Hoofd- en bijzaken
Opdracht 1-2-3-4-6-7 (blz.33-38)

  • Werk aan je fictiedossier (zie Magister > ELO > Opdrachten) Uiterlijk inleveren in week 23

Slide 13 - Diapositive