Dinsdag 24 september 4LM1V Werkwoordspelling

Werkwoordspelling
Werkwoordspelling
4LM1V 24 sept
Persoonsvorm in de verleden tijd
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling
Werkwoordspelling
4LM1V 24 sept
Persoonsvorm in de verleden tijd

Slide 1 - Diapositive

Zwakke en sterke werkwoorden
Voor werkwoord vervoegen in verleden tijd vraag je je 2 dingen af:

  1. Is het werkwoord sterk of zwak?
  2. Wat is de ik-vorm van het werkwoord?

Slide 2 - Diapositive

Er zijn geen regels voor sterke werkwoorden. 
Deze leer je of zoek je op in een woordenboek
Wat is het verschil??

Slide 3 - Diapositive

Zwakke werkwoorden
 Zwakke werkwoorden krijgen in de verleden tijd achter de ik-vorm de/ te in het enkelvoud en den/ ten in het meervoud. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

 Je kunt 't eX- K o F S C H i P of 't seXy FoKSCHaaP gebruiken om te bepalen of een zwak werkwoord in de verleden tijd op te(n) of de(n) eindigt. 
1. Neem het hele werkwoord en haal daar en vanaf.
2. Is de laatste letter een T X K F S C H P?
     Dan komt er altijd te(n) achter de ik-vorm.
Voorbeeld: bewerken > ik bewerk > wij bewerkten
3. Is de laatste letter geen T X K F S C H P?
     Dan komt er altijd de(n) achter de ik-vorm.
Voorbeeld: twitteren > ik twitter > wij twitterden

Slide 6 - Diapositive

Casper (branden) zijn vingers gisteren.
A
brande
B
brandde
C
brandden
D
branden

Slide 7 - Quiz

Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 8 - Quiz

Werkwoordspelling
Waar zit de fout?

Slide 9 - Diapositive

Mevrouw Peters (zetten) die van haar er gisteren nog op.
A
zet
B
zetten
C
zette
D
zat

Slide 10 - Quiz

Sommige leerlingen (klieren)in het park.
A
klierde
B
klierden
C
klierte
D
klierten

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Lien

Aan de slag klassikaal:
Opdracht 1

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Aan de slag zelfstandig:
Opdracht 2 t/m 5 Klaar? Extra opdracht!
timer
20:00

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wat heb ik geleerd?
  • Ik weet hoe ik werkwoorden moet vervoegen in de tegenwoordige tijd.
  • Ik weet het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden.

Slide 17 - Diapositive