oefentoets
Welke soorten activiteiten ken je?
timer
1:00
1 / 22
Éléments de cette leçon
Welke soorten activiteiten ken je?
timer
1:00
Slide 1 - Question ouverte
Het spel memorie is vooral een
A
sportieve activiteit
B
creatieve activiteit
C
dramatische expressie
D
educatieve activiteit
Slide 2 - Quiz
Een paashaas knutselen is vooral een
A
educatieve activiteit
B
sociale activiteit
C
creatieve activiteit
D
woonactiviteit
Slide 3 - Quiz
Een rollenspel is vooral
A
een sportieve activiteit
B
dramatische expressie
C
een creatieve activiteit
D
een zorgactiviteit
Slide 4 - Quiz
Nagels verzorgen is vooral een
A
zorgactiviteit
B
woonactiviteit
C
groepsactiviteit
D
recreatieve activiteit
Slide 5 - Quiz
Met knippen stimuleer je
A
de zintuigen
B
de grove motoriek
C
de fijne motoriek
D
het geheugen
Slide 6 - Quiz
Met voetballen stimuleer je vooral
A
de grove motoriek
B
de cognitieve ontwikkeling
C
de fijne motoriek
D
het korte termijngeheugen
Slide 7 - Quiz
In het korte termijngeheugen
A
zit veel informatie
B
wordt de informatie maar even opgeslagen
C
wordt geen informatie opgeslagen
D
wordt de informatie heel lang opgeslagen
Slide 8 - Quiz
Het proeven van eten heeft vooral te maken met
A
geheugen
B
fijne motoriek
C
sensomotorische ontwikkeling
D
cognitieve ontwikkeling
Slide 9 - Quiz
Wat is een voordeel van een individuele activiteit?
A
Je leert andere mensen kennen
B
je hebt veel aandacht voor 1 persoon
C
je kunt leren van elkaar
D
het duurt niet lang
Slide 10 - Quiz
Wat is een nadeel van een groepsactiviteit?
A
Er zijn te veel mensen
B
Er kunnen ruzies ontstaan
C
Het duurt te lang
D
Het s te moeilijk
Slide 11 - Quiz
Een voorbeeld van een recreatieve activiteit is
A
De koelkast schoonmaken
B
Douchen
C
Naar een pretpark gaan
D
rekensommen maken
Slide 12 - Quiz
Spelen met lego is een goede activiteit voor
A
baby's
B
schoolkinderen
C
ouderen
D
pubers
Slide 13 - Quiz
Bouwen met lego heeft vooral een
A
sportief doel
B
educatief doel
C
sociaal doel
Slide 14 - Quiz
Wat is geen geschikte educatieve activiteit voor ouderen
A
bingo spelen
B
de krant lezen
C
bakken
D
fietsen
Slide 15 - Quiz
Waarvoor staat ADL
Slide 16 - Question ouverte
voorbeelden van ADL
Slide 17 - Carte mentale
Noem de 5 zintuigen
timer
0:30
Slide 18 - Question ouverte
Bij koken stimuleer je vooral de volgende ontwikkeling
A
De cognitieve en sensomotorische ontwikkeling
B
De sociale en emotionele ontwikkeling
C
De cognitieve en sociale ontwikkeling
D
Het geheugen en de emotionele ontwikkeling
Slide 19 - Quiz
Sjoelen is vooral een
A
individuele activiteit
B
groepsactiviteit
Slide 20 - Quiz
wat is een snoezelruimte ?
timer
0:45
Slide 21 - Question ouverte
Een snoezelruimte stimuleert vooral
A
de fijne motoriek
B
het geheugen
C
de sensorische motoriek
D
de grove motoriek
