D3A MA 4-2-2022

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Maatschappijleer 

D3A

4-2-2022

Wat heb je nog onthouden
van de vorige les?

Lesplanning

• Uitleg §3.4 (20 minuten)

       - Regering

       - Rol van de koning

       - Prinsjesdag

• Maken §3.4 (15 minuten)
  

       Opdracht 1 t/m 13 (let op: 8, 10d en 12 niet)

Lesplanning

• Keuze onderdelen (30 minuten)
  

       - Afronden §3.4

       - Nakijken §3.4

       - Filmpjes §3.4

       - Verlengde instructie §3.4

Welke partijen vormen een (demissionaire) regering?

Waarom is het voor een regering handig om een meerderheid te hebben?

Over welke onderwerpen staan vaak plannen in het regeerakkoord?

Welke twee ministers zag je op de foto en welke functie hebben zij?

Wat doet de koning?

Wat weet je al over Prinsjesdag?

Wie zitten er in de regering?

1. ambtenaren
2. koning
3. ministers
4. staatssecretarissen

Wie zitten er in de kabinet?

1. ambtenaren
2. koning
3. ministers
4. staatssecretarissen

Soorten steden

• Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen

• Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
• Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
• Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 

Aan het werk

Wat?	Maken §3.4: opdracht 1 t/m 13 (let op: 8, 10d en 12 niet)
Waar?	blz. 46-47 tb; blz. 42-45 wb
Hoe?	15 minuten; zelfstandig of samenwerken Vragen via chat of microfoon
Klaar?	Lezen §3.5 Maken §3.5: opdracht 1 t/m 10 (let op: 9 niet)

Heb je behoefte aan meer uitleg over §3.4?

1. ja
2. nee

Keuze onderdelen (30 min)

• Afronden §3.4: opdracht 1 t/m 13 (let op: 8, 10d en 12 niet)
• Maken §3.5: opdracht 1 t/m 10 (let op: 9 niet)

• Verlengde instructie §3.2 en §3.3
• Filmpjes NOS op 3: verkiezingsprogramma's

Afsluiting

Huiswerk voor 11-2

• Maken §3.4: opdracht 1 t/m 13 (let op: 8, 10d en 12 niet)

Wat heb je vandaag
geleerd?

Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing voor §3.4 en §3.5?

1. ik ken de stof goed
2. ik ken de stof redelijk
3. ik vind de stof lastig
4. ik heb meer uitleg of oefening nodig