Na
en, want, maar, dus, of --> Hoofdzin: wie/wat + ww + rest
Na omdat + als --> Bijzin: wie/wat + rest + ww
Ik ben ziek, want ik heb koorts. (er is niets tussen wie/wat en ww)
Ik ben zien, omdat ik koorts heb. (er is iets tussen wie/wat en ww of je kunt er iets tussen zetten, bijv. niet/geen)