K6 haben, sein, werkwoorden tegenwoordige tijd

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

K6 haben, sein, werkwoorden tegenwoordige tijd

Lesdoel

Aan het eind van de les kun je de werkwoorden haben en sein vervoegen en je kent de uitgangen van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd. 

Aufgabe 1

Verbind de personen met de juiste werkwoordsvormen.

Wie alt (bent u)?

(Hij is) 13 Jahre alt.

Wo (ben jij) geboren?

(Ik ben) in Berlin geboren.

(Het is) eine schöne Stadt.

sind Sie

er ist

bist du

ich bin

es ist

Aufgabe 2

Vul de juiste vorm van "haben" in.

wir ...

1. habt
2. habe
3. haben

ich ...

1. habe
2. hast
3. habt

du ...

1. hast
2. habt
3. habe

Sie (u) ...

1. hat
2. hast
3. haben

ihr ...

1. haben
2. habt
3. habe

sie (mv) ...

1. habt
2. haben
3. hat

BK K4

Aufgabe 3

Verbind de personen met de juiste werkwoordsvormen.

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

stam + st

stam + e

stam + t

stam + en

stam + t

stam + en

Aan de slag met:

D Grammatik

blz 18 en 19

opdracht 11 t/m 15

gebruik blz 27 als je de vormen niet meer weet

Slim stampen D (alle opdrachten)

Evaluatie

Aan het eind van de les kun je de werkwoorden haben en sein vervoegen en je kent de uitgangen van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd. 

Hoe ver ben ik?

1. Ik snap alles.
2. Ik snap het een beetje.
3. Ik snap het niet.