DISK thema 18 taak 2 Schrijven met vergrotende trap

DISK thema 18 taak 2
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

DISK thema 18 taak 2

Slide 1 - Diapositive

Na deze les kun je:
Opdrachten maken bij een filmpje over culturen.
✅ Verschillen benoemen tussen Nederland en je geboorteland.
✅ Vergelijkende zinnen maken met de vergrotende trap (bijv. warmer dan, groter dan).
✅ Een korte tekst (5-10 zinnen) schrijven over de verschillen tussen Nederland en je geboorteland.

Slide 2 - Diapositive

Wat vind jij het grootste verschil tussen
Nederland en jouw geboorteland?
timer
2:00

Slide 3 - Question ouverte

Luisteropdrachten bij een filmpje:

Werk in groepjes van 2-3 

✅ Maak de opdrachten op je luisterkaart. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo



Werk in groepjes van 2-3 

✅ Maak de opdrachten op je luisterkaart. 

Slide 6 - Diapositive

Nederland is kleiner dan Duitsland.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz


Nederland is groter dan Luxemburg.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Het is in Nederland warmer dan in Spanje.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

In Nederland wonen meer mensen dan in Frankrijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Nederland is rijker dan Griekenland.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

In Nederland zijn meer heuvels dan in België.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Opdracht
Samen praten over Nederland en je geboorteland. 
Wat is er hetzelfde? Wat is anders?  Schrijf op in het vendiagram.

Praat over:
- eten
- het weer
- de natuur
- de huizen
de mensen
- de scholen
- de stad/ het dorp 
timer
7:00

Slide 13 - Diapositive

Een appel is lekkerder dan een banaan.
Een banaan is langer dan een appel.
Een appel is ronder dan een banaan
Een banaan is zoeter dan een appel.
De trappen van vergelijking

Slide 14 - Diapositive

Een appel is lekker. 
Een banaan is heel lekker.


Nu in zin vergelijken
een banaan is lekkerder dan een appel. 

of overtreffend 
Een banaan is het lekkerste- fruit 


 
De trappen van vergelijking

Slide 15 - Diapositive

De overtreffende trap
In mijn geboorteland is het warmer dan in Nederland.

Nederland is kleiner dan Duitsland.

In Nederland wonen minder mensen dan in Frankrijk.

In Nederland vind ik de huizen mooier.


Slide 16 - Diapositive



Schrijf over:
- het weer;
- de mensen; ( hoe ze doen-of praten-..... ) 
- de natuur;
- de steden of dorpen
- de huizen;
- de scholen.
Gebruik minimaal 5 keer de overtreffende trap.
Schrijf ten minste 10 zinnen.  Klaar? 
Maak opdracht 2 en werk verder in Disk. Werk tot 10:35 uur.
Opdracht 1: Schrijf over de verschillen tussen Nederland en je geboorteland.

timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

Opdracht 2

Slide 18 - Diapositive

Evaluatie: Maak één zin waarin je de volgende woorden gebruikt: leuk - Nederland - leuker

timer
2:00

Slide 19 - Question ouverte

Deze les vond ik...
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Exit ticket
Lees je kaartje.
Vul je kaartje in.
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
Lever je kaartje in bij de docent.
timer
5:00

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk:
Interview twee mensen en stel ze twee vragen:
- Waar ze trots op zijn in Nederland.
- Waar ze niet trots op zijn in Nederland.
Breng de antwoorden morgen mee naar school.

Slide 22 - Diapositive