Actuaquiz april

Actuaquiz april
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBuitengewoon secundair onderwijs

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Actuaquiz april

Slide 1 - Diapositive

Waar keken onderzoekers naar om te bepalen of mensen gelukkig zijn in hun land?
A
Naar de kwaliteit van onderwijs en de toestand van de natuur.
B
Naar het inkomen en de gezondheid van mensen en of mensen zich vrij voelen.
C
Naar de prijzen van producten in winkels en of mensen genoeg keuze hebben als ze boodschappen doen.

Slide 2 - Quiz

Hoe komt het dat we nu minder dialect spreken dan vroeger?
A
Omdat kinderen het niet meer leren op school.
B
Omdat mensen van verschillende provincies elkaar niet kunnen begrijpen.
C
Omdat mensen nu vaker naar een andere gemeente verhuizen dan vroeger.

Slide 3 - Quiz

Welke zin over ruimtetelescoop Euclid is juist?
A
Euclid draait om de zon, op 1,5 miljoen km van de aarde.
B
Euclid draait om de aarde, op 1,5 miljoen km van de zon.
C
Euclid draait om de zon, op 1,5 miljard km van de aarde.

Slide 4 - Quiz

Bevers zijn om verschillende redenen nuttig voor de natuur. Welk van deze redenen klopt niet?
A
Door hun dammen ontstaan er een soort vijvers, waar ook andere dieren kunnen leven.
B
Hun holen worden ook gebruikt door andere dieren. Die zitten daar veilig tijdens de winter of wanneer ze jongen krijgen.
C
Door bomen om te knagen ontstaan er open plekken in het bos, waardoor andere dieren en planten meer ruimte krijgen.

Slide 5 - Quiz

Waar overnachten toeristen in België het liefst?
A
in een hotel
B
in een bed and breakfast
C
in een vakantiedorp

Slide 6 - Quiz

Waarom maken veel mensen zich zorgen over AI?
A
Ze zijn bang dat het veel kost en moeilijk is om mee te werken.
B
Ze zijn bang dat hun privacy niet goed beschermd is, dat het slecht is voor het milieu en foute info verspreidt.
C
Ze zijn bang dat AI foute informatie en computervirussen verspreidt.

Slide 7 - Quiz

In welke zin is het woord 'primeur' correct gebruikt?
A
Ik heb een primeur gekocht: een nieuwe jas voor de zomer!
B
Ik neem een primeur mee naar school: lekkere aardbeien!
C
De nieuwste attractie in het pretpark is een primeur: zo'n achtbaan heeft nog nooit iemand gezien!

Slide 8 - Quiz

Wat deed Ed Sheeran niet om het muziekonderwijs in zijn land aan te moedigen?
A
Hij gaf zelf gitaarles aan leerlingen van lagere scholen in zijn buurt.
B
Hij schreef een brief aan de regering om geld te vragen voor muziekonderwijs.
C
Hij schonk geld voor muzieklessen aan middelbare scholen in zijn buurt.

Slide 9 - Quiz

Hoe kwamen leguanen op de Fiji-eilanden terecht?
A
Ze reisden mee op een schip van ontdekkingsreizigers.
B
Ze waren per ongeluk op een vliegtuig beland en vlogen zo de oceaan over.
C
Ze staken de oceaan over op een vlot van omgewaaide bomen en planten.

Slide 10 - Quiz

Hoe heeft een judomat ook wel?
A
een hajimé
B
een maté
C
een tatami

Slide 11 - Quiz