herhaling sterke werkwoorden en voorzetsels

Wat is geen voorzetsel?
A
op
B
over
C
tussen
D
de
1 / 20
suivant
Slide 1: Quiz
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Wat is geen voorzetsel?
A
op
B
over
C
tussen
D
de

Slide 1 - Quiz

Wat is geen voorzetsel?
A
door
B
naar
C
nu
D
bij

Slide 2 - Quiz

Welke van deze werkwoorden is een sterk werkwoord?
A
lezen
B
werken

Slide 3 - Quiz

Welke van deze werkwoorden is een zwak werkwoord?
A
lopen
B
maken

Slide 4 - Quiz

Welke van deze werkwoorden is een sterk werkwoord?
A
eten
B
vluchten

Slide 5 - Quiz

welke van deze twee werkwoorden is een sterk werkwoord?
A
worden
B
leven

Slide 6 - Quiz

Wat is geen vraagwoord?
A
wie
B
daarom
C
wat
D
hoe

Slide 7 - Quiz

Wat is geen vraagwoord?
A
omdat
B
wanneer
C
waar
D
waarom

Slide 8 - Quiz

Verleden tijd van hij weet
A
hij weette
B
hij wist
C
hij wast

Slide 9 - Quiz

verleden tijd van jij kan
A
jij kande
B
jij kon
C
jij konde

Slide 10 - Quiz

Verleden tijd van ik moet
A
ik moest
B
ik moeste
C
ik moette

Slide 11 - Quiz

Ik wacht .... de bus.
A
voor
B
op
C
bij

Slide 12 - Quiz

Hij luistert .... de juf.
A
na
B
naar
C
voor

Slide 13 - Quiz

Wij gaan ..... de bioscoop.
A
naar
B
in
C
na

Slide 14 - Quiz

Zij geeft een cadeautje .... haar moeder.
A
voor
B
naar
C
aan

Slide 15 - Quiz

welk vraagwoord?
........ laat is het?

Slide 16 - Question ouverte

Welk vraagwoord?
..... kom jij vandaan?

Slide 17 - Question ouverte

Welk vraagwoord?
..... maak jij de toets niet?

Slide 18 - Question ouverte

Maak een vraag:
jouw vader - een nieuwe auto - heeft

Slide 19 - Question ouverte

Maak een vraag.
op de markt- jij - appels - koop

Slide 20 - Question ouverte