Schrijfexamen A2

• Engels
• Middelbare school
• MBO
• Studiejaar 3

Writing exam A2

Noem een vorm van formeel afsluiten in het Engels

Veel gemaakte fouten

Verschil tussen              your/you're

Verschil tussen              there/their/they're

Verschil tussen              to/too

Verschil tussen              then or than

                                               It's/ I'm

                                               

Wat is het verschil tussen
your & you're

Formele brief: aanhef. Je schrijft naar een man met de achternaam Johnson
Wat is de juiste aanhef?

Formele brief. Je schrijft naar een vrouw met de achternaam O'Connor
Wat is de juiste aanhef?

Juiste verleden tijdsvorm
I ________(verwerven/verkrijgen) a lot of experience over the years

Welke van de volgende onderwerpen schrijf je altijd met een hoofdletter in het Engels

1. Maanden
2. ik (I)
3. jaren
4. Dagen

i of I?

Dagen en maanden

Denk aan:

Verleden tijd vs tegenwoordige tijd

I worked yesterday / I'm working right now

Maak een simpele zin in de verleden tijd Engels

A of An

A book

an excellent job

A of An

An hour

-> baseer op wat je hoort

Medeklinker -> a

Klinker ->     an

Fill in A or An
However, I will give you ____ idea

Fill in A or An
Yesterday I dreamt about ___ unicorn

Let op: Meervoud

video's, videos, videoen

's in het Engels

How to form a sentence?

Wie doet wat waar wanneer

I drink a glass of water at school everyday

Maak de juiste zinsvolgorde van de losse woorden
at work / she / daily / eats / chocolate

Wat zou een afsluitende zin kunnen zijn van je brief?

Denk je dat je klaar bent voor schrijf het examen?

1. :D
2. :)
3. :l
4. :(

Toa Examen bekijken

https://www.studeersnel.nl/nl/document/mborijnland/bedrijfseconomie/examentraining-toa-schrijven-a2-engels/14446360

Opdracht 3 Je bent laatst nog op excursie geweest met je klasgenoten en docenten. Om het vak Engels af te sluiten, schrijf je een kort verslag over die excursie. In jouw verslag:  Stel je jezelf voor (naam, leeftijd en woonplaats).  Vertel je waar je geweest bent en met wie. (Voorbeelden: Londen, Manchester, Oxford, Cambridge, Brussel, Antwerpen, Berlijn, Rotterdam, Den Haag, Leiden, of Amsterdam.)  Vertel je over de plek of het gebied waar je geweest bent.  Vertel je wat je het leukst vond aan de excursie.  Wat zou je aan de excursie willen wijzigen of toevoegen? Geef een verbeterpunt aan. Je mag de gegevens zelf verzinnen.